Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- namens [appellante] [vertegenwoordiger van appellante] , bijgestaan door mrs. J. Van Zinnicq Bergmann en A.J.M. van der Voet (Van Zinnicq Bergmann Advocaten) (waarnemers voor mr. Sarokhani) en
- [directeur van verweerster] (directeur) en [adviseur van verweerster] (adviseur) namens [verweerster] , bijgestaan door mr. Steenpoorte.
- de processen-verbaal van de zittingen in eerste aanleg gehouden op 5 en 12 december 2023;
- de e-mail van 15 januari 2024 met een bijlage (“Overzicht openstaande facturen | [schadeverzekering] ”) ingediend namens [appellante] en
- de door mr. Steenpoorte overgelegde aanvullende stukken – waaronder een betaalbewijs aan [schadeverzekering] ter hoogte van € 866,82 – ter zitting in hoger beroep.
3.De beoordeling
“Mr. Steenpoorte: er is wel een vordering van verzoekster. Dat wordt niet betwist. (…)”–. Het hof is dan ook van oordeel dat het bestaan van de vordering van [appellante] op [verweerster] (summierlijk) aannemelijk is. Dat de omvang van de openstaande vordering niet nauwkeurig vast staat, is geen vereiste voor het uitspreken van een faillissement.
mogelijkde premiebetalingsverplichting zal komen te vervallen [dikgedrukt door het hof]:
Van enig tijdig ingediend bezwaar tegen de vorderingen van UWV ter zake de ontvangen NOW subsidies is in het geheel niets gebleken.
“Jij gaf aan dat per die datum [1 januari 2023] alle activiteiten en inventaris, auto's etc. zijn overgegaan naar een andere BV”.
Het hof acht de toestand van te hebben opgehouden te betalen dan ook aanwezig mede in het licht dat [verweerster] de vordering van [schadeverzekering] niet volledig heeft betaald, evenals de vordering van het UWV. Dat [verweerster] de relatief kleine vorderingen van andere schuldeisers (deels) heeft voldaan althans via andere vennootschappen heeft laten voldoen, doet aan het voorgaande niets af.