ECLI:NL:GHSHE:2024:314

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
2 februari 2024
Publicatiedatum
5 februari 2024
Zaaknummer
20-001054-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opruiing tijdens avondklokrellen in Venlo via Snapchat

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg. De verdachte is beschuldigd van opruiing tijdens de avondklokrellen op 24 januari 2021 in Venlo. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte via Snapchat videobeelden heeft geplaatst en gedeeld die geweld tegen de politie en andere ongeregeldheden toonden. De beelden bevatten uitlatingen zoals 'Fuck de wouten, fuck the blue lights' en '20.00 station Venlo rwina'. De verdachte was zich ervan bewust dat zijn berichten een breder publiek konden bereiken en heeft daarmee bijgedragen aan de ongeregeldheden. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De uitspraak benadrukt de ernst van de opruiing en de impact van de rellen op de samenleving.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Parketnummer : 20-001054-23
Uitspraak : 2 februari 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 7 april 2023, in de strafzaak met parketnummer 03-039718-21 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte
  • vrijgesproken van het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is (feit 1 primair);
  • vrijgesproken van openlijke geweldpleging (feit 1 subsidiair) en
  • veroordeeld ter zake van ‘in het openbaar, bij geschrift en/of bij afbeelding tot enig strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag opruien’,
tot een gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen met aftrek van de duur van het voorarrest, waarvan 31 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, alsmede een taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, met dien verstande dat het de pleegplaats in de bewezenverklaring, te weten ‘Blerick, gemeente Venlo’, vervangt door ‘gemeente Venlo’.
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep te kennen gegeven dat het hoger beroep uitdrukkelijk niet is gericht op de aan de verdachte onder 1 tenlastegelegde feiten, waarvan de verdachte in eerste aanleg door de rechtbank is vrijgesproken. Voorts heeft de raadsman van de verdachte vrijspraak bepleit van het aan de verdachte onder 2 tenlastegelegde feit.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De verdachte is door de meervoudige kamer van de rechtbank Limburg vrijgesproken van de hem onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde feiten. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Ingevolge artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen die beslissing evenwel geen hoger beroep open; de vrijspraken betreffen beschermde vrijspraken.
De verdachte is door de meervoudige kamer van de rechtbank Limburg partieel vrijgesproken van de hem onder 2 tenlastegelegde opruiing via Whatsapp – de verdachte is veroordeeld ter zake van de hem eveneens onder 2 tenlastegelegde opruiing via Snapchat. Het hof is van oordeel dat deze partiële vrijspraak eveneens als beschermde vrijspraak moet worden beschouwd. Daartoe overweegt het hof dat de aard van voornoemde sociale-mediaplatformen dusdanig verschillend is (Whatsapp is primair – doch niet enkel – een berichtenservice, terwijl Snapchat primair – doch niet enkel – een foto- en videoservice betreft), dat ten aanzien van de onder 2 tenlastegelegde opruiing via Snapchat en Whatsapp niet kan worden gesproken van één feit/feitencomplex. Daarentegen leest het hof de tenlastelegging onder feit 2 als een (impliciet) cumulatieve tenlastelegging. Tegen de beslissing van de meervoudige kamer van de rechtbank Limburg tot partiële vrijspraak van de aan de verdachte onder 2 tenlastegelegde opruiing via Whatsapp staat derhalve voor de verdachte geen hoger beroep open.
Gelet op het voorgaande zal het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaren in het door hem ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven beslissingen tot partiële vrijspraak van het onder 2 tenlastegelegde.
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het bestreden vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Vonnis waarvan beroep
Het bestreden vonnis zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 24 januari 2021 te Blerick, gemeente Venlo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk op een of meerdere momenten een ontploffing teweeg heeft gebracht door (telkens) een of meerdere zogenoemde vuurwerkbommen, althans (een) explosie(v)f(e) voorwerp(en), aan te steken en/of tot ontploffing te brengen aan
- de voorgevel van een pand alwaar Buurtpunt Blerick is gelegen, aan de Alberickstraat en/of
- een of meerdere elektriciteitshuizen gelegen aan [adres 2] te Blerick
en daarvan gemeen gevaar voor voornoemde panden en/of voorwerpen en/of (omliggende) appartementen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor de zich in de omliggende appartementen bevindende personen, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de zich in de omliggende appartementen bevindende personen, in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 24 januari 2021 te Blerick, gemeente Venlo, althans in Nederland, op een of meerdere momenten, op of aan de openbare weg, te weten de Alberickstraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
- de voorgevel van een pand alwaar Buurtpunt Blerick is gelegen, aan de Alberickstraat en/of
- een of meerdere elektriciteitshuizen, gelegen aan [adres 2] , welk geweld bestond uit het (telkens) teweegbrengen van een ontploffing door een of meerdere zogenoemde vuurwerkbom(men), althans (een) explosie(v)f(e) voorwerp(en) voorwerp(en) aan te steken en/of tot ontploffing te brengen aan
- de voorgevel van voornoemd een pand alwaar Buurtpunt Blerick is gelegen en/of
- voornoemd(e) elektriciteitshui(z)s(en);
2.
hij in of omstreeks de periode van 24 januari 2021 tot en met 25 januari 2021 te Blerick, gemeente Venlo, althans in Nederland, in het openbaar mondeling, bij geschrift en/of bij afbeelding tot enig strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag heeft opgeruid, door het plaatsen en/of verspreiden van een of meer afbeeldingen en/of berichten en/of videobeelden op social media, te weten via de applicatie(s) Snapchat en/of Whatsapp,
immers heeft verdachte via de applicatie Snapchat videobeelden geplaatst en/of verspreid waarop te zien is dat hij, verdachte,
- vuurwerk in zijn mond steekt, dit aansteekt en uit een raam gooit en/of
- tezamen met (een) ander(e) perso(o)n(en) naast een hoeveelheid vuurwerk staat en/of een of meerdere zakken opent met daarin een of meerdere vuurwerbommen, althans een hoeveelheid vuurwerk en/of een of meerdere flessen benzine, al dan niet omhuld in huishoudfolie en/of op welk filmpje te horen is dat één van deze personen de volgende woorden toespreekt “Ok wawa’s, we gaan opblazen alles en/of
- tezamen met (een) ander(e) perso(o)n(en) in de auto zit en boksende bewegingen maakt met als bijschrift “Venlo city gap. Where we talking about broo” en/of
- vanuit een rijdende auto, waarin verdachte en/of deze ander(e)(n) zat(en), riep “Venlo city, geen Eindje wawa” en/of “Fuck de wouten, fuck the blue lights” en/of
(tevens) de volgende videobeelden heeft verspreid en/of gedeeld waarop te zien is
- een ontploffing op een etalageruit in de omgeving van het station in Venlo, ter hoogte van een bedrijf met het opschrift “Tiffany lampen” en/of
- fietsen die tijdens de avondklokrellen op de grond worden gegooid en/of
- diverse dienstvoertuigen van de politie met ontstoken alarmlichten, vergezeld van een nieuwsbericht met de tekst “Avondklokrellen in Velo, ME grijpt in” en/of
- een politielinie die vanuit een rijdende auto wordt gefilmd en/of
- een persoon die een steen door het raam van een voorbijrijdende politieauto gooit en/of
- een ontploffing bij het pand waarin het Buurtpunt Blerick is gevestigd en/of
- een ontploffing van een of meerdere elektriciteitshuizen op de Alberickstraat en/of
en/of in combinatie met voornoemde videobeelden de volgende berichten, althans teksten, heeft verspreid en/of gedeeld
- “ Trefcenter venlo binnengevallen Pak jullie kans a boys” en/of
- “20.00 station Venlo rwina”
- “ Venlo station vuur” althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
en/of optredend als beheerder/oprichter in chatgroep ‘VENLO STATION VUUR’ op de applicatie Whatsapp de volgende berichten en/of teksten heeft geplaatst en/of verspreid
- “ Venlo station vuur”
- “ er komen 150 mensen” en/of
- “ ik wil snaps maken” en/of “als ik zie dat iedereen aanwezig is, dan ben om 10 voor 9 weg, dan laat ik ze daar” en/of
- “ ik doe alleen maar de warming up” en/of
- “ iedereen aanmoedigen om te komen”
althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
en/of in diezelfde chatgroep, in combinatie met voornoemde berichten en/of teksten, de volgende videobeelden heeft verspreid en/of gedeeld waarop te zien is
- een ontploffing bij het pand waarin het Buurtpunt Blerick is gevestigd
- een ontploffing op een etalageruit in de omgeving van het station in Venlo, ter hoogte van een bedrijf met de opschrift “Tiffany lampen” en/of
- een zwart scherm met daarop de tekst “20.00 station Venlo rwina”
- diverse dienstvoertuigen van de politie met ontstoken alarmlichten.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 24 januari 2021 te gemeente Venlo in het openbaar bij geschrift en bij afbeelding tot enig strafbaar feit en gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag heeft opgeruid, door het plaatsen en/of verspreiden van een of meer afbeeldingen en berichten en videobeelden op social media, te weten via de applicatie Snapchat, immers heeft verdachte via de applicatie Snapchat videobeelden geplaatst en/of verspreid waarop te zien is dat hij, verdachte,
- vuurwerk in zijn mond steekt, dit aansteekt en uit een raam gooit en
- tezamen met (een) ander(e) perso(o)n(en) naast een hoeveelheid vuurwerk staat en een of meerdere zakken opent met daarin een of meerdere vuurwerkbommen en op welk filmpje te horen is dat één van deze personen de volgende woorden toespreekt “wawa's, we gaan opblazen alles en
- vanuit een rijdende auto, waarin verdachte en anderen zaten, riep “Venlo city, geen Eindje wawa” en “Fuck de wouten, fuck the blue lights” en (tevens) de volgende videobeelden heeft verspreid en/of gedeeld waarop te zien is
- een ontploffing in de omgeving van het station in Venlo, ter hoogte van een bedrijf niet de opschrift “Tiffany lampen” en
- diverse dienstvoertuigen van de politie, vergezeld van een nieuwsbericht met de tekst
“Avondklokrellen in Velo, ME grijpt in” en
- een politielinie die vanuit een auto wordt gefilmd en
- een persoon die een steen door het raam van een voorbijrijdende politieauto gooit en
- een ontploffing bij het pand waarin het Buurtpunt Blerick is gevestigd,
en in combinatie met voornoemde videobeelden de volgende berichten heeft verspreid en/of gedeeld
- “Trefcenter venlo binnengevallen Pak jullie kans a boys” en
- “20.00 station Venlo rwina”.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde feit
Hierna wordt – tenzij anders vermeld – steeds verwezen naar het eindproces-verbaal van de politie-eenheid Limburg, op ambtseed opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , brigadier van politie, met zaakregistratienummer LB13021002 (onderzoek Belhamel), gesloten d.d. 24 juni 2021, bevattende een verzameling op ambtseed dan wel ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal van politie met daarin gerelateerde bijlagen, met doorgenummerde dossierpagina’s 1-537.
Het hof ontleent aan de inhoud van de navolgende bewijsmiddelen het bewijs dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan.
1.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 maart 2021 (pagina’s 368-385), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] , zakelijk weergegeven:
Op 9 februari 2021, werd verdachte [verdachte] aangehouden. Bij zijn aanhouding bleek dat hij een mobiele telefoon bij zich had.

Video-opnames (compilatie 24 januari 2021)

In de image van de telefoon, staan 8655 video-opnames. De voor het onderzoek meest relevante opnames, worden door mij beschreven. Ik beschrijf de relevante opnames grotendeels aan de hand van een compilatie van filmopnames en afbeeldingen, die kennelijk door verdachte [verdachte] is gemaakt. Dit betreft een compilatie van opnames, die kennelijk het verloop van de 24ste januari van verdachte [verdachte] , voor moet stellen.
(…)
Scene 13 betreft een zwart vlak met daarin de tekst “20:00 station Venlo rwina”.
Scene 15 betreft een filmopname van verdachte [verdachte] , samen met ten minste twee andere personen in een auto. Kennelijk zijn ze samen rond aan het rijden in de omgeving van de rotonde bij het station van Venlo. Ik zag dat er mensen op straat waren en dat er diverse politieauto’s stonden en reden. Ik hoorde dat de personen bij verdachte [verdachte] en/of verdachte [verdachte] vanuit de auto riepen: “Venlo city, geen Eindje wawa”. Ik zag dat er op de losstaande opname politiemensen naast de rotonde stonden en ik hoorde dat er in de auto geroepen werd: “Fuck de wouten”. Ik hoorde dat iemand zegt: “Fuck the blue lights”.
In scene 17 zag ik dat er in de compilatie een filmpje gevoegd was van de ontploffing bij de lampenwinkel “Haddon Hall-Tiffany Lampen”.
In scene 19 zag ik dat verdachte [verdachte] een video-opname maakte door de achterruit van de auto, waarin te zien was dat er politieauto's reden.
In scene 20 zag ik een printscreen van een telefoon, waarop een tekst te zien was van de nieuwssite 1Limburg. De tekst betrof: “Avondklokrellen in Venlo: ME grijpt in”.
In scene 21 is een politielinie te zien.
Scene 23 betreft een video-opname van iemand die een steen gooit door het raam van een voorbijrijdende politieauto.
Scene 25 betreft een video-opname van twee plastic tassen die door twee personen geopend worden. Bij deze beelden staat weer de Snapchat-accountnaam van verdachte [verdachte] . In de plastic tassen zitten kennelijk flessen benzine. De fles benzine in de meest linker plastic tas, lijkt omwikkeld met huishoudfolie of tape. Aan de fles benzine in deze tas lijkt iets vast getapet te zijn, dat sterk lijkt op 1 van de cobra's, die naast de tassen liggen. In de tweede tas, een gele plastic tas van de Jumbo, lijkt ook een fles benzine te zitten. Naast de twee plastic tassen liggen drie Cobra's. Deze video-opname staat ook als losse opname in de data van de telefoon van verdachte [verdachte] . Bij die video-opname zit geluid. Er is een mannenstem te horen die zegt: "wawa’s, we gaan opblazen alles”.
Scene 28 betreft een video-opname van de ontploffing bij het ‘Buurtpunt’ in Blerick. Op deze opname staat de accountnaam [accountnaam] .
Scene 31 betreft een video-opname waarbij verdachte [verdachte] zichzelf filmt terwijl hij een cobra die hij in zijn mond heeft, aansteekt en uit het raam gooit.
Scene 39 betreft een afbeelding waarop staat “Trefcenter venlo binnengevallen Pak jullie kans a boys”.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 april 2021 (pagina’s 441-442), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven:
Op donderdag 25 maart 2021 heb ik, [verbalisant 3] , een onderzoek ingesteld naar de op vrijdag 19 maart 2021 beschikbaar gestelde filmbeelden. Ik zag hierbij het volgende:
Het eerste filmpje toont dat een mij onbekend persoon een plastic tas opent, in deze plastic tas ligt een voorwerp. Ik zie dat er een fles in verpakt is. Ik zie dat op deze fles gedeeltelijk zichtbaar, de tekst te lezen is: “enzi en benz” (
het hof begrijpt: scene 25 uit compilatie van opnames). Ik herken dit soort flessen als flessen waarin producten zoals terpentine en wasbenzine verpakt zijn. De beelden tonen dat er nog een voorwerp tegen de fles aan is verpakt. Zichtbaar te zien is het geel met groen (
het hof begrijpt: scene 25, foto 2, uit compilatie van opnames). Dit herken ik ambtshalve als het geel en groen van de slang (Cobra), het logo welke gebruikt wordt op het illegale vuurwerk van het type Cobra 6 en hoger. Ook een wit vlak met de aanduiding “CE” herken ik van de Cobra's. Later tonen de filmbeelden ook drie Cobra's van het type 6.
Als vuurwerk wordt bevestigd aan een brandbare stof, zoals benzine, dan heeft men te maken met een: “vuurwerk brandstof combinatie”. Gezien het feit dat geprepareerd vuurwerk een IED is, hebben we nu te maken met een I-IED. Dit betekent een “Incendiary Improvised Explosive Device”, oftewel een brandbom.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. met bijlagen (pagina’s 257-264), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] , zakelijk weergegeven:
Ik, [verbalisant 4] , ontving op 24 januari 2021 op mijn diensttelefoon en privételefoon een filmpje, alwaar de ontploffing die op 24 januari 2021 had plaatsgevonden voor [adres 3] te zien was. Ik, [verbalisant 4] , zag dat het filmpje gemaakt was dan wel gedeeld werd door het account genaamd: [accountnaam] . Ik zag eveneens in het midden van het filmpje een tekstbalk met daarin: [accountnaam] .
4.
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 10 februari 2021 (pagina’s 322-329), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
Pagina 325
V: En op Snapchat, die noemde je net, wat is daar de gebruikersnaam van?
A: Ik heb meerdere accounts op Snapchat.
V: Noem ze maar hoor, geen probleem.
A: Maar welke dan?
V: Nou, doe degenen die je recent nog hebt gebruikt?
A: [accountnaam] .
Pagina 326
V: Wij laten jou even een filmpje zien, kun je ons vertellen wat je daar ziet?
A: Ik zie ene filmpje van de ontploffing bij het buurtpunt. Ik zie verder mijn Snapchat-account “ [accountnaam] ” staan. Ik zie dat dit vanaf mijn account is gepost. Ik zie ook daarboven staan dat hij vanuit mijn foto's is geplaatst. Ik heb meerdere filmpjes geplaatst die ik toegestuurd heb gekregen. Ik doe dit om volgers te genereren.
5.
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 16 maart 2021 (pagina’s 337-347), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
Pagina 342
V: Je vertelde dat je dat soort filmpjes plaatste om volgers te genereren en dat je ook een oproep geplaatst hebt dat mensen thuis moesten blijven.
A: Ook om mensen op de hoogte te brengen. Ik heb ook video’s van andere dingen en steden geplaatst. Waarom ik mijn naam erbij heb gezet, is om volgers te genereren. Zeker 500 mensen hebben mij toegevoegd.
Pagina 343
Aan de beelden is niet te zien, of ze door jou gemaakt zijn of door iemand anders en daarna naar jou gezonden. We zien wél dat jij jouw Snapchat-accountnaam op de filmpjes geplaatst hebt, kennelijk met het doel deze te delen. Waarom deed je dat?
A: Die video’s deel ik om mensen op de hoogte te houden. Mijn naam zet ik erbij, om volgers te genereren.
6.
Het proces-verbaal van de in deze zaak in het openbaar gehouden terechtzitting van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, meervoudige kamer voor strafzaken, van 27 maart 2023, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte, zakelijk weergegeven:
De compilatie van 24 januari 2021 die op mijn telefoon stond, is automatisch door Snapchat gemaakt. Snapchat maakt aan het einde van de dag een filmpje met alles wat ik op die dag op Snapchat heb geplaatst. Het filmpje waarop ik een Cobra in mijn mond doe, heb ik dus ook op Snapchat geplaatst op 24 januari 2021. Ik heb zelf mijn accountnaam bij de Snapchatfilmpjes gezet.
7.
Het proces-verbaal van de in deze zaak in het openbaar gehouden terechtzitting van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, zevenentwintigste meervoudige kamer voor strafzaken, van 19 januari 2024, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte, zakelijk weergegeven:
Je kunt in Snapchat besloten groepen maken, bestaande uit een of meerdere zelf geselecteerde personen. Ik heb onder meer zo’n groep met familie en vrienden. Aan die groep nemen circa 25 personen deel. Op 24 januari 2021 heb ik de filmpjes met betrekking tot de coronarellen via Snapchat gestuurd aan deze groep.
Bewijsoverwegingen
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte vrijspraak bepleit van de aan de verdachte onder 2 tenlastegelegde opruiing. Daartoe is in de kern aangevoerd dat (1) niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de door de verdachte via Snapchat geplaatste en verspreide videobeelden, zoals die in de tenlastelegging onder feit 2 zijn beschreven, “in het openbaar” zijn geuit, en (2) dat bij de verdachte geen sprake is geweest van opzet op het aanzetten tot enig strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag. In eerste aanleg heeft de raadsman van de verdachte gelijkluidende verweren gevoerd. De rechtbank heeft deze verweren van de raadsman verworpen.
Het hof zal de verweren van de raadsman eveneens verwerpen en overweegt daartoe als volgt.
Juridisch kader artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht (opruiing)
In artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht is opruiing tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag strafbaar gesteld. Het belang van de strafbaarstelling is gelegen in bescherming van de openbare orde. Voor een bewezenverklaring van opruiing dient, zo volgt uit de bestendige jurisprudentie, aan de volgende vereisten te zijn voldaan.
Allereest dient door de verdachte mondeling, bij geschrift en/of afbeelding te zijn aangezet tot iets ongeoorloofds, te weten een naar Nederlands recht strafbaar gesteld feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag. Opruiing kan zowel op directe als indirecte wijze plaatsvinden. Daarvan is in elk geval sprake als rechtstreeks – dus met zoveel woorden – wordt aangespoord tot strafbaar handelen. Ook beïnvloeding op indirecte wijze kan opruiend zijn, namelijk als afhankelijk van de omstandigheden niet is uitgesloten dat ook een indirecte aansporing tot enig strafbaar feit kan worden aangemerkt als opruiing (vgl. HR 24 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:447). Bij de beoordeling van de vraag of daarvan sprake is, komt betekenis toe aan de inhoud en de strekking van de gedane uitlating(en), in hun onderlinge samenhang bezien en de context waarin deze uitlating(en) aan het publiek zijn geopenbaard (vgl. HR 15 december 2009, ECLI:NL:HR:2020:2020). Voor een bewezenverklaring van opruiing is niet vereist dat de opruiing enig gevolg heeft gehad. Tevens is niet beslissend of iemand zich tot enig strafbaar feit aangezet voelt, maar of de uitingen zodanig zijn dat iemand erdoor tot een dergelijk feit gebracht zou kunnen worden.
In het delict opruiing ligt het opzet, al dan niet in voorwaardelijke zin, van de opruier in het aanzetten tot enig strafbaar feit en/of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag besloten. Vereist is verder dat de uitlating(en) in het openbaar is/zijn gedaan. Dat wil zeggen onder zodanige omstandigheden en op een manier dat deze door het publiek gehoord (
het hof: of gelezen, of gezien) kon worden (vgl. HR 22 mei 1939, NJ 1939, 861). Het internet en andere sociale media kunnen worden aangemerkt als een openbare plaats, mits het publiek/anderen toegang heeft/hebben tot de internetpagina of de betreffende sociale media waarop de uitlating(en) is/zijn weergegeven (vgl. HR 15 december 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ7237; Hof DB 24 maart 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:905 en 906; Hof AL 24 maart 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:2695 en Hof DB 4 februari 2022, ECLI:NL:GHSHE2022:322).
Opzet op het aanzetten tot enig strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag
De verdachte heeft op 24 januari 2021 via zijn account op Snapchat videobeelden heeft geplaatst en verspreid die betrekking hadden op de, op dat moment plaatsvindende coronarellen in de gemeente Venlo. Een dag eerder, op 23 januari 2021, werd in Nederland de avondklok ingesteld. In reactie hierop hebben op verschillende plekken in Nederland, waaronder ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Venlo, de zogenoemde avondklokrellen plaatsgevonden. De relschoppers hadden kritiek op de vrijheidsbeperkende coronamaatregelen die door de overheid waren vastgesteld en gingen in groten getale de straat op om hun ongenoegen over dit beleid te uiten. Tijdens de rellen zijn winkels geplunderd, op grote schaal vernielingen aangericht en is de confrontatie met de politie opgezocht. Het toepassen van geweld werd door de relschoppers niet geschuwd.
Op meerdere videobeelden die de verdachte op 24 januari 2021 via Snapchat heeft geplaatst en verspreid, waren politievoertuigen en politielinies te zien. Op één van de beelden was een persoon te zien die een steen gooit door het raam van een voorbijrijdende politieauto. Voorts heeft de verdachte meerdere videobeelden geplaatst en verspreid, waarop gerichte ontploffingen te zien waren die door relschoppers op verschillende (openbare) plaatsen in de gemeente Venlo werden teweeggebracht en waarbij grote schade is ontstaan aan de (onroerende) goederen in de buurt van die ontploffingen. Op de door de verdachte geplaatste en verspreide videobeelden zijn verschillende uitlatingen te horen, zoals “Venlo city, geen Eindje wawa”, “Fuck de wouten, fuck the blue lights”, “Ok wawa’s, we gaan opblazen alles” en “20.00 station Venlo rwina”. Op grond van openbaar toegankelijke bronnen stelt het hof vast dat (1) ‘wawa’ en (2) ‘rwina’ straattaaltermen zijn die respectievelijk zoiets betekenen als (1) iets of iemand dat/die leuk, cool of geweldig is en (2) chaos of rotzooi trappen.
Het hof is van oordeel dat de verdachte, door ten tijde van de avondklokrellen op 24 januari 2021 te Venlo, via Snapchat, videobeelden waarin onder meer voornoemde uitlatingen worden gedaan, te plaatsen en verspreiden, gelet op de context waarin deze beelden zijn gemaakt en de inhoud en de strekking van de op de beelden te horen uitlatingen – een en ander in onderlinge samenhang bezien – minst genomen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij daarmee anderen – direct dan wel indirect – zou aanzetten tot het plegen van enig strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag. Daarbij is het daadwerkelijk tot ongeregeldheden gekomen. Het hof heeft tevens in aanmerking genomen dat de verdachte op 24 januari 2021 in een besloten groep via Whatsapp onder meer heeft gestuurd: “iedereen aanmoedigen om te komen”, alsook een afbeelding met daarop de tekst “20.00 station Venlo rwina”. De verdachte heeft verklaard (p. 338) ook een oproep te hebben geplaatst aan mensen om thuis te blijven. Hoewel het bericht niet is aangetroffen, is het hof van oordeel dat wat hier ook van zij, achteraf een bericht plaatsen dat men naar huis moet gaan nadat het al tot ongeregeldheden is gekomen, niets af doet aan de strafbaarheid van de eerdere opruiende handelingen.
“In het openbaar” en het opzet van de verdachte daarop
Op grond van de bewijsmiddelen stelt het hof vast dat de verdachte op 24 januari 2021 via zijn account op Snapchat videobeelden heeft geplaatst en verspreid die betrekking hadden op de, op dat moment plaatsvindende coronarellen in de gemeente Venlo. Een deel van deze beelden had de verdachte zelf gemaakt, een ander deel had hij doorgestuurd gekregen. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij deze videobeelden in een besloten groep van circa 25 personen (familie en vrienden van de verdachte) heeft gedeeld. Voor die groep van 25 personen bleven de videobeelden 24 uur na het plaatsen/delen zichtbaar. Bij de politie heeft de verdachte verklaard dat hij de videobeelden had geplaatst en verspreid om volgers te genereren en dat hij om die reden op de videobeelden zijn Snapchat-accountnaam had geplaatst. Naar aanleiding daarvan hebben zeker 500 mensen hem op Snapchat toegevoegd.
Het hof ziet zich voor de vraag gesteld of een besloten groep per definitie moet leiden tot de conclusie dat de uitlatingen die binnen die groep zijn gedaan niet in de openbaarheid zijn gedaan, maar slechts in de beslotenheid van de huiskamer. Het hof overweegt hierbij dat de vraag niet beantwoord kan worden met slechts een verwijzing naar het totale aantal deelnemers aan een besloten groep. Ook besloten groepen kunnen immers bestaan uit vele leden. Zelfs bij een kleine groep deelnemers kan, mede gelet op de hoge omloopsnelheid van berichten op sociale media, sprake zijn van het plaatsen van berichten in het openbaar. Daarbij bepalen feiten en omstandigheden of een in potentie grotere kring geadresseerden over de informatie kan beschikken, waarbij de intentie van de afzender een belangrijke rol speelt. Met het oog op de hoge omloopsnelheid van berichten op sociale media, mag verwacht worden dat, indien een afzender de vertrouwelijkheid wil waarborgen, maatregelen worden getroffen om die kring van geadresseerden te beperken en beperkt te houden (bijvoorbeeld door het aanbrengen van restricties op het doorzenden van berichten of op het maken van screenshots van een bericht, dan wel het maken van afspraken binnen de kring van geadresseerden). De intentie van een afzender kan onder meer afgeleid worden uit de context waarbinnen een bericht wordt verstuurd, aan de daaraan toegevoegde uitlatingen en aan de al dan niet aangebrachte restricties.
Op grond van het voorgaande stelt het hof vast dat de door de verdachte op 24 januari 2021 via zijn account op Snapchat geplaatste/gedeelde videobeelden, zoals die in de tenlastelegging onder feit 2 zijn beschreven, een groter publiek hebben bereikt dan slechts de besloten groep van circa 25 personen met wie de verdachte de videobeelden had gedeeld. Uit de verklaring(en) die de verdachte bij de politie heeft afgelegd, leidt het hof af dat het ook de bedoeling was van de verdachte om door het plaatsen/delen van de videobeelden op Snapchat een groter publiek te bereiken dan de 25 personen met wie hij de videobeelden heeft gedeeld. Deze 25 personen volgden de verdachte immers reeds op Snapchat en waren bekend met zijn accountnaam in de applicatie.
Het voorgaande in acht nemend, is het hof van oordeel dat bij het plaatsen en verspreiden van 24 uur-zichtbare content via Snapchat, ook wanneer dit in een besloten groep gebeurt, de aanmerkelijke kans bestaat dat deze content verder wordt verspreid en bijgevolg toegankelijk zou worden voor een bre(e)d(er) publiek. Daarbij heeft het hof in aanmerking genomen dat deze content doorgaans een hoge omloopsnelheid heeft, zoals onder andere ook wel blijkt uit het filmpje dat verbalisant [verbalisant 4] heeft ontvangen op zijn diensttelefoon en privételefoon (pagina 259 van het procesdossier). Hiermee acht het hof gegeven dat de door de verdachte op 24 januari 2021 via zijn account op Snapchat geplaatste/gedeelde videobeelden “in het openbaar” zijn geuit.
Het hof acht voorts wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich bewust was van voornoemde aanmerkelijke kans – een deel van de door hem op 24 januari 2021 geplaatste videobeelden had hij immers zelf doorgestuurd gekregen – en minst genomen willens en wetens aanvaard dat (een deel van) de door hem geplaatste/gedeelde videobeelden zou(den) worden doorgestuurd en ter kennis zou(den) komen van een bre(e)d(er) publiek. Ten overvloede merkt het hof op dat de door de verdachte geplaatste en verspreide videobeelden ook daadwerkelijk zijn doorgestuurd en een groot aantal personen hebben bereikt, zoals alleen al kan worden afgeleid uit het aantal volgers die de verdachte op Snapchat hebben toegevoegd.
Conclusie
Resumerend, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het hem onder 2 tenlastegelegde feit, voor zover dat aan het oordeel van het hof is onderworpen, heeft begaan, op de wijze zoals in de bewezenverklaring is vermeld.
Op te leggen straf
Het hof heeft bij het bepalen van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich, ten tijde van de avondklokrellen op 24 januari 2021 in de gemeente Venlo, schuldig heeft gemaakt aan opruiing. Via Snapchat heeft hij meerdere videobeelden geplaatst en gedeeld waarin onder meer geweld tegen de politie, het gooien van fietsen alsmede meerdere ontploffingen die op verschillende plaatsen in Venlo waren teweeggebracht, te zien waren, en waarop uitlatingen te horen waren zoals “Fuck de wouten, fuck the blue lights”, “Ok wawa’s, we gaan opblazen alles” en “20.00 station Venlo rwina”. Een deel van deze videobeelden had de verdachte zelf gemaakt, een ander deel had hij doorgestuurd gekregen. De verdachte wist dat de aanmerkelijke kans bestond dat de door hem geplaatste en verspreide videobeelden op hun beurt zouden worden doorgestuurd en bijgevolg een bre(e)d(er) publiek zouden bereiken en dat is ook daadwerkelijk gebeurd. Met zijn handelen heeft de verdachte al dan niet indirect een bijdrage geleverd aan de ongeregeldheden die zich op 24 januari 2021 in de gemeente Venlo hebben afgespeeld.
De avondklokrellen en het daarmee gepaard gaande geweld hebben een grote impact gehad op de samenleving. Bewoners zijn door deze rellen enorm geschrokken, ondernemers en burgers zijn gedupeerd en in het algemeen hebben de rellen in de samenleving een gevoel van onrust en onveiligheid aangewakkerd. De verdachte heeft zich van deze belangen niets aangetrokken. Het hof rekent het de verdachte zwaar aan dat hij heeft gehandeld zoals bewezen is verklaard.
Het hof heeft acht geslagen op de inhoud van het uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 14 november 2023, betrekking hebbende op het justitiële verleden van de verdachte, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld.
Voorts heeft het hof acht geslagen op de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte naar voren gebracht dat hij sinds 1 december 2023 een baan heeft als
service engineeren dat hij een jaarcontract heeft. Daarnaast heeft hij naar voren gebracht dat hij thuis woont, een relatie heeft en momenteel geen schulden heeft.
De reclassering heeft in haar rapport van 8 maart 2023 betreffende de verdachte geadviseerd om bij een veroordeling aan de verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen zonder daaraan gekoppelde bijzondere voorwaarden.
Het hof is van oordeel dat, ondanks de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, in het bijzonder gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de context waarin het plaatsvond, in verband met een juiste normhandhaving en uit oogpunt van generale preventie en vergelding, niet kan worden volstaan met oplegging van een andersoortige of lichtere sanctie dan een straf die (deels) onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Alles afwegende acht het hof oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden met aftrek van de duur van het voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden.
Met oplegging van een (deels) voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c en 131 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover gericht tegen de vrijspraak van de onder 2 (impliciet) cumulatief tenlastegelegde opruiing via Whatsapp;
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden;
bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door:
mr. A.R. Hartmann, voorzitter,
mr. A.J. Henzen en mr. Y. van Setten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S. Kerssies, griffier,
en op 2 februari 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Y. van Setten is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.