Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het verloop van de procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van de kantonrechter van 24 juli 2023;
- een, op verzoek van het hof, door mr. Van Dijke nagezonden afschrift van de bereidverklaring van 12 augustus 2020, ingekomen ter griffie van dit hof op 7 december 2023 en
- de brief van 18 december 2023 met het, op verzoek van het hof, door mr. Van Dijke nagezonden verzoekschrift tot benoeming van een vereffenaar van een nalatenschap ex artikel 4:204 BW van 15 maart 2021, ingekomen ter griffie van dit hof op 20 december 2023.
- Mr. [vereffenaar] , bijgestaan door mr. Van Dijke en
- Mevrouw [mede-vereffenaar] als toehoorder.
2.De beoordeling
- Bij beschikking van de rechtbank Limburg van 26 april 2021 zijn mr. [vereffenaar] , kandidaat-notaris, en [mede-vereffenaar] (hierna: [mede-vereffenaar] ) benoemd tot vereffenaars in de nalatenschap van erflaatster.
- Mr. [vereffenaar] heeft bij verzoekschrift van 4 mei 2023 de kantonrechter verzocht het voorschot voor het loon van de vereffenaar ex artikel 4:206 lid 3 BW tot en met 30 april 2023 vast te stellen op een bedrag van € 36.922,26 exclusief btw en verschotten. Hierin is, voor zover relevant in hoger beroep, verzocht voor vereffenaar [mede-vereffenaar] een ervaringsfactor van 1,6 vast te stellen.
- Bij beschikking van 28 juli 2023 heeft de kantonrechter van de rechtbank Limburg het voorschot op het loon van de in de periode 26 april 2021 tot en met 30 april 2023 uitgevoerde werkzaamheden vastgesteld op een totaal bedrag van € 19.263,53 exclusief btw en het meer of anders verzochte afgewezen.
Volgens mr. [vereffenaar] is het logisch dat hij degene is die in hoger beroep komt, omdat de beschikking van de kantonrechter van 28 juli 2023 is gegeven in de zaak van mr. [vereffenaar] . Het verzoekschrift ex artikel 4:206 lid 3 BW in eerste aanleg is bovendien (alleen) getekend door mr. [vereffenaar] en ingediend mede/namens de andere vereffenaar [mede-vereffenaar] van hetzelfde kantoor. Volgens mr. [vereffenaar] is [mede-vereffenaar] belanghebbende en stemt zij in met het appel wat ook blijkt uit haar aanwezigheid ter zitting.
Volgens mr. [vereffenaar] heeft [mede-vereffenaar] dezelfde bevoegdheden als hij heeft in de hoedanigheid van vereffenaar en is haar niveau van de werkzaamheden hoog en is zij misschien al meer bedreven in het onderhavige dossier dan mr. [vereffenaar] zelf. Als [mede-vereffenaar] ontslag zou nemen, dan blijft ze volgens mr. [vereffenaar] vereffenaar en kan ze zelf een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.
mede namens de andere vereffenaar in de nalatenschap”) zelf in beroep komen, ook al staat ze niet in de hoofding van de uitspraak. Appel staat namelijk open voor de verzoeker, de in eerste aanleg verschenen belanghebbenden en ‘andere’ belanghebbenden en niet alleen voor ‘partijen’ uit de eerste aanleg die in een verzoekschriftprocedure in appel mogen komen. Voor de vraag wie belanghebbende is, is relevant of iemand door de uitkomst van de procedure zodanig in een eigen belang kan worden getroffen dat zij in die procedure moet mogen ageren of dat iemand anderszins zo nauw bij het onderwerp van de procedure is betrokken (geweest) dat daarin een belang is gelegen om in de procedure te verschijnen (HR 25 oktober 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0387, NJ 1992/149, m.nt. Maeijer (Leonhard Woltjer Stichting); HR 6 juni 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF9440, NJ 2003/486, m.nt. Maeijer (Scheipar)).
‘Geeft eerbiedig te kennen:’duidelijk alleen de naam van mr. [vereffenaar] , in zijn hoedanigheid van vereffenaar, als verzoeker. Aan het verzoek van mr. [vereffenaar] om het beroepschrift uit te leggen in die zin dat het beroepschrift mede namens [mede-vereffenaar] worden geacht te zijn ingediend, gaat het hof dan ook voorbij, los van het feit dat het tardief is aangevoerd. Dat [mede-vereffenaar] , zoals door mr. [vereffenaar] is aangevoerd, ter zitting aanwezig was en (van meet af aan) betrokken is bij de procedure en achter het beroepschrift staat, maakt het voorgaande eveneens niet anders. Het hof stelt derhalve vast dat [mede-vereffenaar] blijkens het beroepschrift niet in hoger beroep is gekomen.
belanghebbende(in de inhoudelijke zaak van [mede-vereffenaar] ) ingesteld. Dat hij belanghebbende is bij een hogere waardering van de werkzaamheden van [mede-vereffenaar] blijkt uit het feit dat [mede-vereffenaar] in dienst is bij het kantoor van mr. [vereffenaar] en dat zij salaris ontvangt, zodat het hof aanneemt dat een hogere vereffenaarsvergoeding voor de werkzaamheden van [mede-vereffenaar] ten goede zal komen van het kantoor van mr. [vereffenaar] .
Anders dan mr. [vereffenaar] betoogt, bekleedt [mede-vereffenaar] niet een zelfstandige functie / is [mede-vereffenaar] niet een zelfstandig vereffenaar op grond waarvan factor 1,6 conform artikel 6.4 sub a en b Recofa-richtlijnen moet worden toegekend. Dat de bekwaamheid van en de kwaliteit van het werk van [mede-vereffenaar] volgens mr. [vereffenaar] nooit eerder ter discussie heeft gestaan – onder overlegging van een aantal geanonimiseerde benoemingsbeschikkingen en loonbeschikkingen – maakt het voorgaande niet anders.
‘het uurtarief voor de medewerkers die geen advocaat zijn’. Bovendien blijkt uit de uitspraak dat de vereffenaar de werkzaamheden zelfstandig verrichtte. Zoals hiervoor al is aangegeven, is het hof van oordeel dat dit in de onderhavige zaak niet het geval is.
inlichtingen– zoals stamboom en BRP – door [mede-vereffenaar] . Het hof leidt hieruit af dat [mede-vereffenaar] niet zelf in de archieven onderzoek heeft gedaan, maar dat zij dit voor haar door externe deskundigen heeft laten doen. Aldus is het erfgenamenonderzoek niet geheel door [mede-vereffenaar] zelf uitgevoerd, althans betreffen het werkzaamheden die gedelegeerd hadden kunnen worden aan de medewerkster mevrouw [medewerkster] . Aan voormelde stelling van mr. [vereffenaar] gaat het hof dan ook voorbij.
Al met al is een ervaringsfactor van 0,8, zijnde als zodanig al 33,33% hoger dan het maximale tarief van artikel 6.4 sub d en aldus uitkomend op een uurtarief van € 180,80, een passende beloning voor het door [mede-vereffenaar] verrichte werk.