Uitspraak
beslissing
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het procesverloop
(hierna: de raadsheren).
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 maart 2024 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker in een strafzaak. De verzoeker had op 22 december 2023 een wrakingsverzoek ingediend tegen de voorzitter van de behandelend strafkamer, mr. M.L.P. van Cruchten. De wrakingskamer heeft het verzoek op 7 februari 2024 behandeld en geoordeeld dat het verzoek niet in behandeling kon worden genomen, omdat er geen concrete feiten of omstandigheden waren aangevoerd die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar zouden kunnen brengen. Bovendien was het verzoek te laat ingediend, aangezien de wrakingsprocedure al was beëindigd met de uitspraak van de wrakingskamer. De verzoeker had eerder al een wrakingsverbod opgelegd gekregen, wat ook een reden was voor de niet-ontvankelijkheid van het verzoek. De wrakingskamer heeft besloten dat het proces in de hoofdzaak voortgezet zal worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van de schorsing op 20 december 2023. De beslissing is op 18 maart 2024 gegeven en op 28 maart 2024 openbaar uitgesproken.