Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding tot aan de verwijzing door de Hoge Raad
2.Het geding na verwijzing
- het oproepingsexploot van 29 januari 2024;
- de memorie na verwijzing van [geïntimeerde] van 9 april 2024 met twee producties;
- de memorie na verwijzing van [appellante] van 21 mei 2024.
3.De verdere beoordeling van het hoger beroep
- er geen sprake is van contractsovername;
- de vordering van [geïntimeerde] waarvoor het retentierecht is ingeroepen, door verrekening teniet is gegaan;
- er onvoldoende samenhang bestaat tussen de vordering van [geïntimeerde] uit hoofde van de aannemingsovereenkomst complex en de zaak in de zin van artikel 6:52 BW;
- het inroepen van het retentierecht misbruik van recht oplevert, althans [geïntimeerde] in redelijkheid daarvan geen gebruik had mogen maken;
- door het faillissement van Vastgoed en de turboliquidatie van Immo nakoming blijvend onmogelijk is geworden.
nietverkochte appartementen en winkels en dat [geïntimeerde] bij reeds
welverkochte appartementen rechtstreeks aan de koper zal factureren. In mei 2010 heeft [appellante] het appartement gekocht en heeft [geïntimeerde] met haar een aparte aannemingsovereenkomst gesloten (de aannemingsovereenkomst appartement). Daarin hebben [appellante] en Vastgoed zich verplicht om (ieder voor de helft) de volledige aanneemsom van € 194.000,- te betalen. Daarmee was naar het oordeel van het hof het appartement niet langer onderdeel van de aannemingsovereenkomst complex, omdat in de aannemingsovereenkomst appartement daarvoor een aparte opleveringsverplichting en (zoals voorzien in de aannemingsovereenkomst complex) betalingsverplichting zijn overeengekomen. Vanaf dat moment had [geïntimeerde] voor wat betreft het appartement een opleveringsverplichting jegens [appellante] en niet langer jegens Vastgoed en bestond geen betalingsverplichting meer van Vastgoed uit de aannemingsovereenkomst complex ter zake het appartement omdat het appartement was verkocht.
- Explootkosten € 105,48
- Griffierechten € 291,00
- Salaris advocaat € 922,00 (2 punten x tarief € 461,00)
- Explootkosten € 104,39
- Griffierechten € 324,00
- Salaris advocaat € 3.642,00 (3 punten x tarief € 1.214,00)
- Nakosten € 178,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)