De man heeft bij de rechtbank , samengevat, verzocht om de echtscheiding tussen partijen uit te spreken en, uitvoerbaar bij voorraad, de verdeling van de huwelijksgemeenschap vast te stellen als volgt:
(1) het huurrecht van de woning aan de [adres] te [woonplaats] aan de man toe te kennen;
(2) de inboedelgoederen in de echtelijke woning aan de [adres] te [woonplaats] toe te delen aan de man;
(3) de (waarde van de) economische deelgerechtigdheid van de man in de vennootschap onder firma [V.O.F.] toe te delen aan de man;
(4) de bankrekeningen bij de ING Bank onder rekeningnummer [rekeningnummer 1]
en bij de ABN AMRO Bank onder rekeningnummer [rekeningnummer 2] toe te delen aan de man;
(5) te bepalen, althans te verklaren voor recht, dat de vrouw uit hoofde van de verdeling van de gemeenschap van goederen niets van de man te vorderen heeft.
(6) te verklaren voor recht dat de vrouw gehouden is om de schade die zij heeft aangericht aan de gemeenschap van goederen aan de gemeenschap te vergoeden;
(7) te verklaren voor recht dat de man en de vrouw over en weer geen behoefte hebben aan
een door de ander te betalen bijdrage in de kosten van levensonderhoud;
(8) te verklaren voor recht dat partijen tijdens hun huwelijk geen (ouderdoms)pensioen hebben opgebouwd dat valt onder de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.