Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1]
[geïntimeerde 2] ,
5.Kern van de zaak
6.Het verloop van de procedure
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling na aanbrengen van 25 april 2023;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord met producties;
- de mondeling behandeling op 26 maart 2024, waarbij [geïntimeerden] spreeknotities hebben overgelegd;
- de bij brief van 12 maart 2024 door [appellante] toegezonden akte met één samengestelde productie, die [appellante] bij de mondelinge behandeling bij akte in het geding heeft gebracht.
7.De feiten
8.De procedure bij de rechtbank
9.De beoordeling in hoger beroep
Op grond van artikel 73 van de overgangswet NBW heeft artikel 3:99 BW uitgestelde werking tot 1 januari 1993. Voor zover op 1 januari 1993 de voltooiing van de verjaring volgens het oude recht nog niet had plaatsgehad, geldt vanaf dat tijdstip artikel 3:99 BW voor wat betreft aanvang, duur en aard van de verjaring.
Ook in de andere gevallen heeft [persoon A] de eigendom verkregen. In die andere gevallen dient voldaan te worden aan de in artikel 3:99 BW gestelde voorwaarden, waarbij het bezit onder het oude recht meetelt voor het voltooien van de termijn die onder het nieuwe recht geldt.
€ 1.126,00(2 punten x tarief II)
€ 178,00(plus de verhoging zoals in de beslissing vermeld)