Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde] h.o.d.n. [x] Trade Holland,
[y] Holding B.V.,
1. 2. 3. 4.
5. Het verdere verloop van de procedure
6.De beoordeling
Dat exploitant een lager webshop ' [webshop 2] ' ter exploitatie aan de webshop-onderneemster aanbied, voor de verkoop van lagers (…), doch hij zich niet wil belasten met de exploitatie van de webshop [webshop 2] ".Aangezien tussen partijen als onbetwist vast staat dat [appellant] geen deskundigheid heeft ter zake van lagers, laat [geïntimeerden] , die zich niet dagelijks met de webshop bemoeide, na aan te geven hoe en op welke wijze [appellant] in staat moet zijn geweest om klanten te bedienen en dus, zoals [geïntimeerde] stelt (mva nr 10 en 12), succes had kunnen hebben.
Het is webshop onderneemster toegestaan bij andere leveranciers van kogellagers in te kopen, echter is niet toegestaan om gedurende de looptijd van de exploitatie overeenkomst andere leveranciers te koppelen aan de webshop zoals aangeboden door exploitant.”Tussen partijen is niet in geschil dat alle lagers via [y] zijn ingekocht. Bovendien blijkt uit deze bepaling dat inkopen van andere leveranciers niet via de door [y] aangeboden webshop mogen worden aangeboden aan klanten. Deze contractuele belemmering is door [geïntimeerden] niet verklaard. De enkele opmerking van [geïntimeerden] dat hen ter zake van het niet inkopen door [appellant] bij derden geen verwijt kan worden gemaakt (mva nr. 12) is daarom onvoldoende.
“Deze overeenkomst eindigt indien de exploitatie naar oordeel van de exploitant (hof: [y] ) onrendabel is en hij afziet van het aanbieden van vervangende webshop(s).
Ter indicatie een netto opbrengst op jaarbasis van minder dan