6.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
6.1.1.[geïntimeerde] heeft via [---] Makelaardij (hierna: [---] ) een winkelpand, bovenwoning en verdere aanhorigheden aan het [adres 1] (winkel) en [adres 2] (bovenwoning) in [plaats] (hierna ook: het pand) te koop aangeboden. Het pand is verhuurd. [---] heeft met [appellant] gecorrespondeerd. Die correspondentie is hierna weergegeven.
6.1.2.Bij e-mail van dinsdag 22 december 2020, 17:38 uur, heeft [---] aan [appellant] bericht:
“Geachte [appellant] ,
Zie onderstaand e-mail antwoord van de eigenaar.
‘Beste [---]
Dankjewel voor het doorsturen van de mail met het bod € 147.000,-.
Ik ga niet akkoord met dit uitgebrachte bod.
Voor € 150.000,- kosten koper kan de geïnteresseerde koper mijn beleggingspand nog dit jaar onvoorwaardelijk kopen, mits de waarborgsom van de winkel [adres 1] en de bovenwoning [adres 2] niet hoeven te worden verrekend met de koper.
Mvg [geïntimeerde] ’
Haar uiterste laatprijs zoals verwacht.
Graag verneem ik uw antwoord.”
6.1.3.Bij e-mail van dinsdag 22 december 2020, 18:36 uur, heeft [appellant] aan [---] bericht:
“Geachte [---] ,
Hoeveel is de waarborg van de winkel [adres 1] en de bovenwoning [adres 2] ?
Ik heb het verschil van € 3000 bijna geregeld, rekening houdend met kosten koper, zodat ik € 150.000 zou kunnen betalen.
Voor de rest verwacht ik dat je het goed regelt dat ik mijn verantwoordelijkheid wat betreft
waarborg naar de huurders bij vertrek kan nakomen.
Er is heel veel moeite gedaan om dit jaar nog bij notaris te laten passeren. Er is gisteren en
vandaag daar heel veel tijd in gestoken.
De begeleider belt mij nu de hele tijd hoe ver de zaak staat.
Vanavond moeten we alles wel klaar hebben, zodat de stukken uiterlijk morgen naar de
notaris gestuurd kunnen worden.
Ik hoop niet dat het mis gaat.
[---] , nu ik het geld rond heb wil ik er toch iets mee kopen. Als deze onderhandeling moeizaam gaat en mislukt, heeft u dan misschien een andere object voor mij te koop rond die prijs?”
6.1.4.Bij e-mail van woensdag 23 december 2020, 09:21 uur, heeft [---] aan [appellant] bericht:
“Goedemorgen [appellant] ,
Het is u dan toch gelukt om de koopsom van € 150.000,- bij elkaar te krijgen. Dat is fijn om te horen.
In deze tijd is het moeilijk om nog een notaris bereid te vinden om voor het eind van het jaar te transporteren, maar ook dat is u gelukt.
Om de voorlopige koopakte te kunnen opstellen heb ik de gebruikelijke NAW gegevens en kopie legitimatiebewijzen van de koper(s) nodig. Graag ontvang ik deze per ommegaande op de mail.
Verder zie ik de adresgegevens van de notaris (ook e-mail) tegemoet.
Resumerend is het navolgende afgesproken:
-koopsom € 150.000,- k.k.;
-geen ontbindende voorwaarden;
-transportdatum 30-12-2020 of zo veel eerder als later dat partijen overeenkomen;
-waarborgsom woning (€1300) en winkel (€1650) worden niet verrekend met koper en blijven bij verkoper;
-opgave notaris door koper.
Graag zie ik het bovenstaande tegemoet om u zo snel als mogelijk van dienst te zijn.
U ontvangt van mij nog de huurovereenkomsten in een afzonderlijke mail ter inzage.”
6.1.5.Bij e-mail van woensdag 23 december 2020, 09:56 uur, heeft [---] aan [appellant] bericht:
“Geachte [appellant] ,
Ik zal het de eigenaar nog een keer voorleggen, want anders hebben we toch geen deal.
Voor € 150.000,- kosten koper kan de geïnteresseerde koper mijn beleggingspand nog dit jaar onvoorwaardelijk kopen, mits de waarborgsom van de winkel [adres 1] en de bovenwoning [adres 2] niet hoeven te worden verrekend met de koper.
Mvg [geïntimeerde] ”
6.1.6.Bij e-mail van woensdag 23 december 2020, 11:07 uur, heeft [---] aan [appellant] bericht:
“Geachte [appellant] ,
Ik heb de eigenaar [geïntimeerde] gelukkig nog op haar werk in de gezondheidszorg kunnen bereiken en haar de zaak voorgelegd. Mails leest zij pas als de werkdag is afgelopen.
Na intensief beraad mag ik namens mijn opdrachtgever u het navolgende als compromis voor stellen.
Transport nog in 2021 (hof: lees 2020) dan wordt de helft van de waarborgsom aan de koper terug betaald.
Of de totale huurborgsom kan worden terugbetaald, maar dan wordt de transportdatum 31 maart 2021.
Graag verneem ik van u welk voorstel u schikt.”
6.1.7.Bij e-mail van woensdag 23 december 2020, 16:52 uur, heeft [appellant] aan [---] bericht:
“wij zijn akkoord met de voorwaarde wat de verkoper stel en zijn op zoek naar een Notaris
die dit jaar kan laten passeren”
6.1.8.Bij e-mail van woensdag 23 december 2020, 17:34 uur, heeft [---] aan [appellant] bericht:
“Geachte [appellant] ,
Waarschijnlijk heeft deze mail zich gekruist met ons telefonisch onderhoud.
Inmiddels weten we dat Obvion niet meewerkt om nog dit jaar 'om niet' de zekerheidsclausule die in de woonhypotheek staat van haar huis in [plaats] los te koppelen van het beleggingspand in [plaats] .
De transactie kan daardoor dit jaar niet meer plaatsvinden. Jammer van al het voorwerk dat beide partijen hebben verricht tot nu toe.
Het voorstel van verkoper was om volgend jaar (31-3) te transporteren bij een koopsom van € 150.000,- k.k. met verrekening van de waarborgsommen van het huurpand t.g.v. de koper.
Uw voorstel (met uitleg over de extra kosten van de overdrachtsbelasting bij een transport in 2021) zal ik bespreken met de eigenaar.
U wil een koopsom van € 145.000,- k.k. betalen met verrekening van de waarborgsommen van het huurpand t.g.v. de koper.
Zodra ik een uitsluitsel heb van [geïntimeerde] hoort u van mij.”
6.1.9.Bij e-mail van donderdag 24 december 2020, 00:01 uur, heeft [appellant] aan [---] bericht:
“ivm de aankoop wilhelminaplein [adres 1] en [adres 2] te [plaats]
Notaris kan tijd maken eind van de jaar maar wil de koopcontract en ID van beide partijen
kunnen we misschien regelen dat het gepasseerd wordt 30-12-2020 en de levering past later zodat er niet naar volgende jaar gaat anders kom onnodig kosten van de overdracht belasting bij zoals je weet ben ik heel de week bezig om Notaris te vinden en uiteindelijk is het geluk en ik had van jou begrepen dat pand vrij is van Hypotheek/beslagen en zo had ik verder verteld aan de Notaris om een datum te krijgen dit jaar en de verkoper kan met de ontvangen gelden Obvion betalen of reserveren bij de notaris en later weer opnemen want dan zitten we op de volgende jaar en is rustiger geld ligt ook klaar om te betalen bij passeren ik heb de voorbereiding van mijn kan geregeld.
Mijn voorstel is als het toch volgende jaar transport plaats vind dan de kosten die meer
betaald moet wordt volgende jaar 2021 ivm overdrachtsbelasting wel rekening gehouden
moet worden. Met de koop prijs. laten we ons best doen morgen”
6.1.10.Bij email van donderdag 24 december 2020, 12:50 uur, heeft [---] aan [appellant] bericht:
“Geachte [appellant] ,
De financieel adviseur ( [persoon A] ) van de verkoper heeft vandaag nog eens met Obvion contact gehad voor het vrijgeven van de zekerheidsstelling die rust op het beleggingspand in [plaats] t.b.v. de woonhypotheek van de eigen woning van de verkoper in [plaats] .
Zij (Obvion) hebben laten weten dat het beleggingspand dit jaar niet meer verkocht kan worden vanwege het bovenstaande en dat zij moet wachten op de vrijgave.
Een en ander staat ook vermeld in de e-mail van woensdag. Dit is heel jammer omdat de
overeengekomen koopprijs dit jaar in uw geval dan € 150.000,- k.k. zou zijn.
Omdat u zich zoveel moeite heeft gedaan (en een hogere overdrachtsbelasting treft in 2021) wil de eigenaar ingaan op uw voorstel bij verkoop volgend jaar voor € 145.000,- k.k.
Voorwaarde is dat getransporteerd wordt op 31 maart 2021.
U ontvangt tevens de waarborgsom uit de huren (€ 3450,-) die de huurders van de winkel en de etagewoning hebben betaald.
Wat de verkoper betreft is dit over en weer een 'final deal'.
Wanneer u uw gegevens aanlevert dan mag ondergetekende een voorlopige koopakte opmaken.”
6.1.11.Bij e-mail van maandag 28 december 2020, 14:56 uur, heeft [appellant] aan [---] bericht:
“Geachte [---] ,
Dank voor uw email.
We zijn eerder de koop overeengekomen voor € 150.000,- indien de woning dit jaar zou
passeren. Zoals u medegedeeld hebben wij ons flink ingespand om mijn financiële verplichting voor 31 december na te komen. Nu begrijp ik dat de verkoper dit jaar niet kan leveren doordat een bepaalde situatie is ontstaan door Obvion. Daarom wordt het verplaatst naar volgend jaar.
Het aankoopgeld ligt klaar en het kost geld om het niet te gebruiken.
U heeft aangegeven dat de koop op 31 maart 2021 kan plaatsvinden. Wij moeten dan meer overdrachtsbelasting betalen. U heeft uitgerekend hoeveel dat ongeveer is en daarom wilt de verkoper ons compenseren door de koopprijs met € 5000,- omlaag te brengen naar € 145.000,-.
Dus nu is de koopprijs vast.
Hoe kijken wij tegen waarborg aan:
De waarborgsom is een zekerheidsstelling van de huurder voor de woning welke zij gehuurd
heeft. Wordt de woning verkocht dan dient dat doorbetaald te worden aan de nieuwe eigenaar. Die reserveert het weer, zodat als de huurder de huur beëindigd en alles is netjes betaald en netjes achtergelaten, dan krijgt huurder dat weer terug betaald.
Ik heb wel moeite gedaan om dit jaar nog te laten passeren. Ik heb vernomen dat het via de
Groninger akte de juridische levering dit jaar kan plaatsvinden en de economische levering volgend jaar. En die datum kunnen we later bepalen. Als jullie je daarin kunnen vinden
laat het dan weten.
Ik stuur u in de bijlage de kopie legitimatie en adresgegevens, zodat de formaliteiten
afgerond kunnen worden.”
6.1.12.Bij e-mail van dinsdag 29 december 2020, 19:23 uur, heeft [---] aan [appellant] bericht:
“Geachte [appellant] ,
Hierbij het concept van de voorlopige koopakte met de vragenlijst voor de verkoop.
In een 2e mail volgen alle overige bijlagen/bescheiden behorende bij de koopakte.”
In het concept van de voorlopige koopakte staat als koopprijs € 150.000,- en als leveringsdatum 31 december 2020 of zoveel eerder als partijen tezamen nader overeenkomen. In artikel 17 staat dat uit deze koopovereenkomst pas verplichtingen voortvloeien als beide partijen deze hebben ondertekend.
De koopakte is door geen van partijen ondertekend.
6.1.13.Op 3 januari 2021 heeft zich een andere partij bij [---] gemeld met een bod van
€ 155.000,- en de waarborgsom van de huurders voor [geïntimeerde] , dat is aanvaard. De schriftelijke koopovereenkomst tussen [geïntimeerde] en deze partij is op 7 januari 2021 gesloten. Het pand is aan deze partij geleverd.
6.1.14.Bij e-mail van vrijdag 29 januari 2021, 11:45 uur, heeft [appellant] aan [---] bericht:
“Geachte [---] ,
De woning die ik vorig jaar gekocht heb aan de [adres 1] en [adres 2] te [plaats] ,
maar doordat aantal aantekening waren op de woning/winkel aan de zijde van de verkoper,
o.a. van Obvion, kon het niet geleverd worden in 2020.
We hebben wel getracht om op het laatste moment te laten passeren, maar dat is niet gelukt.
Het geld ligt sindsdien al klaar om aan te kopen.
U had op 24 december 2020 in een email laten weten dat eind maart de aantekening eraf zou gaan en dan geleverd gaat worden:
‘Omdat u zich zoveel moeite heeft gedaan (en een hogere overdrachtsbelasting treft in 2021) wil de eigenaar ingaan op uw voorstel bij verkoop volgend jaar voor € 145.000,- k.k.
Voorwaarde is dat getransporteerd wordt op 31 maart 2021. U ontvangt tevens de waarborgsom uit de huren (€ 3450,-) die de huurders van de winkel en de etagewoning hebben betaald’.
Aangezien we zijn nu eind januari zijn en maart niet ver meer is, wil ik u verzoeken om de
koopakte met een (ver)koopprijs van € 145.000 zo spoedig mogelijk naar ons te sturen
tesamen met de overige stukken die nodig zijn, zodat we de vervolgstappen kunnen maken.”
6.1.15.Bij e-mail van vrijdag 29 januari 2021, 16:41 uur, heeft [---] aan [appellant] bericht:
“Beste [appellant] ,
Met enige verbazing ontvang ik uw onderstaande e-mail. Dit omdat we helemaal niets meer van u vernomen hebben sinds vorig jaar.
Aangezien de verkoop in 2020 niet is doorgegaan (geen overeenkomst/ondertekening uwerzijds) zijn wij blijven zoeken naar een nieuwe koper.
De eigenaar/verkoper heeft mij laten weten dat u niet meer als potentiële koper in aanmerking komt.
Wij wensen u veel succes met het zoeken naar een ander koopobject.”
De procedure bij de kantonrechter
6.2.1.In deze procedure vordert [appellant] , samengevat, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
i. Voor recht te verklaren dat [geïntimeerde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst betreffende de verkoop van het pand;
ii. [geïntimeerde] te veroordelen om aan [appellant] te betalen een bedrag van € 14.500,-, vermeerderd met (handels)rente;
Subsidiair:
i. Voor recht te verklaren dat [geïntimeerde] de onderhandelingen jegens [appellant] onrechtmatig heeft afgebroken en derhalve onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld;
ii. [geïntimeerde] te veroordelen om aan [appellant] te betalen een bedrag van € 13.450,-, vermeerderd met rente;
Zowel primair als subsidiair:
iii. De zaak te verwijzen naar de schadestaatprocedure voor de overige door [appellant] geleden en te lijden schade;
iv. [geïntimeerde] te veroordelen in de proceskosten, inclusief nakosten, vermeerderd met rente.
6.2.2.Aan deze vordering heeft [appellant] primair ten grondslag gelegd dat tussen [appellant] en [geïntimeerde] een koopovereenkomst met betrekking tot het pand tot stand is gekomen. Omdat [geïntimeerde] haar verplichtingen op grond van die overeenkomst niet nakomt, is zij de contractuele boete verschuldigd en dient zij ook de overige schade van [appellant] te vergoeden. Subsidiair heeft [appellant] aan zijn vordering ten grondslag gelegd dat [geïntimeerde] de onderhandelingen over de aankoop van het pand heeft afgebroken onder omstandigheden waaronder dit niet meer was toegestaan. Dat maakt [geïntimeerde] jegens [appellant] schadeplichtig op grond van onrechtmatige daad, aldus [appellant] .
6.2.3.[geïntimeerde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
6.2.4.In het bestreden vonnis heeft de rechtbank de vorderingen van [appellant] afgewezen. Daartoe heeft de rechtbank het volgende overwogen.
“5.1. Tussen partijen is uiteindelijk in 2020 geen koopovereenkomst tot stand gekomen. Dat komt omdat [appellant] op twee gedachten is blijven hinken.
a. Eerst waren partijen het op 23 december 2020 eens over een koopsom van € 150.000,- en een levering in 2020.
b. Toen die snelle levering niet mogelijk bleek doordat de hypothecaire inschrijving
niet op tijd kon worden doorgehaald, hebben partijen het over een andere boeg
gegooid. Eerst stelt [appellant] op 24 december 2020 voor om de hogere
overdrachtsbelasting die zou gelden bij een levering in 2021 in de koopprijs te laten
doorklinken. [---] reageert met een voorstel in die lijn tot verlaging van de
koopsom naar € 145.000,- en levering op 31 maart 2021. Op 28 december 2020
reageert [appellant] bevestigend op het voorstel van [---] de koopprijs op
€ 145.000,- te bepalen.
c. Maar in diezelfde mail laat [appellant] weten dat hij nog steeds een levering in 2020 (en dus een lagere overdrachtsbelasting) wil, door te werken met ‘de Groninger
akte’ (eerst juridisch leveren, later economisch). [appellant] vraagt aan [---] om ‘de formaliteiten’ af te ronden. Blijkbaar in het verlengde daarvan heeft [---] aan [appellant] op 29 december 2020 een koopakte gestuurd met daarin opnieuw de
oorspronkelijke koopsom van € 150.000,- en een levering op uiterlijk 31 december
2020.