In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 juli 2024, gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen de eerdere beslissingen van de rechtbank met betrekking tot het gezag en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige [minderjarige], geboren in 2009. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.M.D. de Waele, verzoekt het hof om het eenhoofdig gezag over [minderjarige] toe te kennen, terwijl de vader, vertegenwoordigd door mr. J.E.A. Hendrix, zich verzet tegen deze verzoeken. De bijzondere curator en de Raad voor de Kinderbescherming zijn ook betrokken in deze procedure.
De moeder heeft in hoger beroep verschillende verzoeken ingediend, waaronder het verzoek om het hoofdverblijf van [minderjarige] bij haar vast te stellen. Het hof heeft vastgesteld dat [minderjarige] sinds november 2023 weer bij de moeder woont, met instemming van de vader, en dat de omgang tussen [minderjarige] en de vader goed verloopt. Het hof heeft de wensen van [minderjarige] in overweging genomen, die heeft aangegeven dat hij wil dat beide ouders gezamenlijk gezag uitoefenen.
Het hof heeft geoordeeld dat de gewijzigde omstandigheden, waaronder de huidige woonsituatie van [minderjarige], een herbeoordeling van het gezag rechtvaardigen. Het hof heeft besloten dat het in het belang van [minderjarige] is dat beide ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen en dat zijn hoofdverblijf bij de moeder zal zijn. De overige verzoeken van de moeder zijn afgewezen, en het hof heeft de bijzondere curator ontslagen van haar taak. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.