Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 6 september 2023;
- het verweerschrift en
- een journaalbericht van mr. Ziekman-Meijerink van 25 januari 2024 met producties.
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat,
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat, en
- een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).
3.De feiten
In hoeverre komt een wijziging in het gezag tegemoet aan de belangen van [de minderjarige] ?
4.De omvang van het geschil
voorlopigeomgangsregeling vastgesteld:
- [de minderjarige] verblijft het laatste weekend van de maand van vrijdag uit school tot maandag naar school bij de vader;
- [de minderjarige] verblijft de overige weekenden van zaterdagmiddag tot zondagmiddag bij de vader;
- tijdens de vakanties loopt de voorlopige omgangsregeling door, tenzij de moeder met [de minderjarige] op vakantie gaat, en
- [de minderjarige] verblijft tijdens de feestdagen bij de moeder.
5.De motivering van de beslissing
wordt geconfronteerd met een “strijdende moeder” en de moeder in “haar eigen verhaal en waarheid blijft zitten”. Het hof heeft daarbij ook (grote) zorgen over de vader. Het is een gegeven dat de vader in 2010 al bekend was bij de politie met meerdere aantekeningen en dat hij in 2014 door [naam1] , een centrum voor ambulante forensische geestelijke gezondheidszorg, is gediagnosticeerd met onder meer een periodieke explosieve stoornis, een aanpassingsstoornis, een paniekstoornis met agorafobie, hypochondrie en ook (trekken van een) borderline stoornis. Weliswaar gaat het hier om oudere informatie die nu met de nodige voorzichtigheid moet worden geïnterpreteerd maar dat betekent niet dat deze informatie terzijde moet worden gelegd. Integendeel: deze informatie ondersteunt in elk geval een aantal door de moeder beschreven voorvallen over het traumatische verleden dat zij in haar relatie, de omgang en het contact met de vader ervaren heeft.