Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/354428/HA ZA 20-39)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven zijdens Ennatuurlijk van 11 oktober 2022 met 14 producties, genummerd 44 tot en met 57;
- de memorie van antwoord in het principaal hoger beroep, tevens memorie van grieven in het incidenteel hoger beroep zijdens SSE van 28 maart 2023, met vijf producties, genummerd 42 tot en met 46, tevens houdende een wijziging van eis;
- de memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep zijdens Ennatuurlijk van 6 juni 2023 met vijf producties, genummerd 58 tot en met 62, tevens houdende een reactie op de eiswijziging;
- de mondelinge behandeling van 22 november 2023, waarbij partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd;
- de bij formulier H12 van 9 november 2023 door Ennatuurlijk toegezonden productie 63, die Ennatuurlijk bij de mondelinge behandeling bij akte in het geding heeft gebracht.
3.Inleiding en opzet van dit arrest
- Aansluitovereenkomst: deze overeenkomst heeft betrekking op het realiseren van een aansluiting op het warmtenet (CvA, randnr. 9).
- Leveringsovereenkomst:deze overeenkomst heeft betrekking op de instandhouding van het warmtenet, inclusief de aansluiting en de levering van warmte (CvA randnr. 9).
- Algemene voorwaarden (AV):
Aanvrager: de huishoudelijke klant of klein-zakelijke klant die een aanvraag voor de totstandbrenging, de uitbreiding of wijziging van een aansluiting bij het bedrijf heeft ingediend (ALV 1994), dan wel
Verbruiker: degene die warmte en/of warm tapwater en/of koude van het bedrijf betrekt of zal gaan betrekken en/of de beschikking heeft of zal krijgen over een warmte-, en/of warm tapwater-, en/of koude-aansluiting (ALV 2012, ALV 2014), dan wel
Aansluiting: de leiding van het bedrijf die de installatie met de hoofdleiding verbindt, met inbegrip van de meetinrichting [en de warmtewisselaar voor zover deze door het bedrijf zijn aangebracht] en alle andere door of vanwege het bedrijf in of aan de leiding aangebrachte apparatuur (ALV 1994, […] toegevoegd in de ALV 2018), dan wel
- Aansluitleiding: de leiding van het bedrijf die de meetinrichting met bijbehoren met het distributienet verbindt (ALV 2012, AAV 2014).
- Vastrecht: de verschuldigde vergoeding voor het hebben en in stand (doen) houden van een aansluiting en het beschikbaar stellen van warmte - en/of warm tapwater – en/of koudevermogen (ALV 2012, AAV 2014);
- Levering: de levering respectievelijk de terbeschikkingstelling van gas, elektrische energie c.q elektrisch vermogen, radio- en televisiesignalen en warmte (ALV 1994), dan wel de levering [terbeschikkingstelling] van warmte en/of warm tapwater en/of koude (ALV 2012, AAV 2014, […] in de ALV 2018).
- Tariefadviezen: De hoogte van het tarief voor de aansluiting op het warmtenet en levering van warmte werd vanaf 1981 jaarlijks geadviseerd door de vereniging van stadsverwarmingsbedrijven in Nederland in zogenaamde Tariefadviezen. Vanaf 1993 tot 1 januari 2014 werden de Tariefadviezen jaarlijks afgegeven door EnergieNed en getoetst door een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken). Vanaf 1 januari 2014 trad de Warmtewet met de daarbij behorende regelgeving, waaronder een regeling voor de vaststelling van een maximumtarief door de Autoriteit Consument en Markt (ACM), in werking. De Tariefadviezen gaan uit van het “niet-meer-dan-anders” beginsel (NMDA-beginsel). Dit NMDA-beginsel wordt toegepast voor de berekening van de aansluitbijdrage, het vastrecht en de warmteprijs en komt er op neer dat er een zodanig tarief voor de geleverde warmte wordt gevraagd dat het de warmteverbruiker gemiddeld niet meer kost dan bij gebruik van aardgas voor individuele centrale verwarming.
- Aansluitbijdrage: Volgens het Tariefadvies 2013 (paragraaf 4) een éénmalige vergoeding die verschuldigd is op het moment dat de woning op het warmtenet wordt aangesloten. Bij de vaststelling van de hoogte van de aansluitbijdrage wordt, aldus het Tariefadvies 2013, uitgegaan van de vermeden kosten van een gasaansluiting en het verschil tussen de specifieke investeringskosten voor enerzijds een centrale verwarmings- en anderzijds een stadsverwarmingsinstallatie.
4.De relevante feiten en de eerste aanleg
“De totale kosten voor de nieuwe aansluiting(en) bedragen EUR[bedrag]
incl. BTW.”Deze tekst staat ook op de offerte aan [persoon C] van 20 november 2008 (onderdeel van productie 38 bij akte van SSE van 16 februari 2021). Op de oudere offertes is sprake van de vermelding van het woord “Totaalbedrag” in de specificatie van de kosten en wordt in elk geval nergens vermeld dat met het geoffreerde bedrag slechts een deel van de aansluitkosten is gedekt.
- Aansluiting vanaf het hoofdnet tot in de woning
- Levering van materiaal voor de aansluiting
- Graven en verdichten van de sleuf t.b.v. de aansluiting
- Het bedrijfsklaar opleveren van de aansluiting
. Deze brief is de bevestiging van de leverings- en aansluitovereenkomst warmte op het adres […].De ingangsdatum is 2 september 2009[hof: voorbeeld ingangsdatum] met meterstand […]
. De overeenkomst geldt voor onbepaalde tijd.
5.De beoordeling
ófhij wat tegoed heeft. Het standpunt van Ennatuurlijk in dit geding is immers dat zij op goede gronden een aansluitbijdrage in rekening heeft gebracht. Honorering van dat verweer zou ertoe leiden dat de achterban van SSE, waaronder de zelfbouwers, in het geheel geen aanspraak meer (zouden) hebben op enige vergoeding. Grief 2 faalt.
moeten bedingen in schriftelijke overeenkomsten met consumenten steeds duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld. Het Hof heeft reeds verduidelijkt dat dit vereiste dezelfde draagwijdte heeft als het vereiste in artikel 4, lid 2, van die richtlijn, volgens hetwelk de daarin opgenomen uitzondering, die erin bestaat dat de nationale rechter het oneerlijke karakter van die bedingen met name niet toetst wanneer zij betrekking hebben op het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst, slechts toepassing vindt indien die bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd (zie in die zin arresten van 30 april 2014, Kásler en Káslerné Rábai, C‑26/13, EU:C:2014:282, punt 69, en 3 maart 2020, Gómez del Moral Guasch,C‑125/18, EU:C:2020:138, punt 46).
incl. BTW.”