Uitspraak
1.Procesverloop
2.Het verzoek en de motivering
De advocaat-generaal mag wel door mij heen praten, maar ik zou dan niet door de advocaat-generaal mogen heen praten. Dat slaat nergens op”.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Op 17 april 2024 heeft de wrakingskamer van het gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker, wonende in België, tegen de voorzitter en raadsheren van de behandeld kamer in een strafzaak. Het verzoek tot wraking werd ingediend op 29 februari 2024, tijdens een zitting waar de verzoeker zijn beklag deed. De verzoeker stelde dat de voorzitter hem niet serieus nam en hem op een ongepaste manier bejegende, wat leidde tot zijn verzoek tot wraking. De wrakingskamer heeft het verzoek behandeld op 3 april 2024, maar de verzoeker en de advocaat-generaal waren niet aanwezig. De wrakingskamer oordeelde dat de voorzitter en raadsheren niet vooringenomen waren en dat de verzoeker geen objectieve gronden had voor zijn vrees voor partijdigheid. De wrakingskamer concludeerde dat de voorzitter de orde tijdens de zitting diende te handhaven en dat de verzoeker geen bewijs had geleverd voor zijn beschuldigingen van vooringenomenheid. Het verzoek werd niet-ontvankelijk verklaard voor zover gericht tegen de griffier en afgewezen voor de raadsheren. De hoofdzaak kan voortgezet worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek.