3.1.Het hof gaat uit van de volgende feiten.
a. Op [datum 1] 2021 is in haar laatste woonplaats [plaats]
overleden mevrouw [erflaatster] (hierna: erflaatster).
[verweerster] is de dochter en enig erfgenaam van erflaatster. [verweerster] heeft haar moeders nalatenschap op 21 januari 2022 zuiver aanvaard.
In haar testament heeft erflaatster de heer [betrokkene 1] tot executeur benoemd. Hij heeft deze benoeming aanvaard. [verweerster] heeft aan [betrokkene 1] een volmacht gegeven om haar te vertegenwoordigen bij het beheer van en het beschikken over de goederen van de nalatenschap. In de verklaring van erfrecht is de volmacht als volgt omschreven:
“Het kind van de overledene heeft aan de voornoemde executeur, de heer [betrokkene 1] , volmacht gegeven, welke volmacht inhoudt:
de volmachtgever te vertegenwoordigen bij het beheer van de nalatenschap
(erfenis) van de overledene.
Deze volmacht geeft de gevolmachtigde de bevoegdheid om in naam en voor rekening van de ondergetekende alle daden van beheer en beschikking te verrichten in verband met de nalatenschap, te weten:
1.
het beheer als bedoeld in artikel 3:170 Burgerlijk Wetboek, welke
bevoegdheid tot vertegenwoordiging onder meer betreft:
a.
het innen van vorderingen, zoals van levensverzekering of pensioen, die aan de nalatenschap toekomen, alsook voor de ontvangst hiervan kwijting te verlenen;
b.
het opnemen van banktegoeden en het beschikken over rekeningen bij banken;
c.
het openen van (tijdelijke) opslagruimte en kluisloketten;
d.
het doen van de vereiste belastingaangiften en het betalen van de verschuldigde belastingen (waarover die vanwege de Successiewet);
e.
het voldoen van schulden van de nalatenschap, waaronder de uitvaartkosten;
2.
het verkopen en leveren van goederen, waaronder registergoederen en effecten onder de voorwaarden en voor een koopprijs door de gevolmachtigde te bepalen;
3.
het verkopen en leveren van het registergoed, gelegen te (…) [plaats] , (…) onder de voorwaarden en voor een koopprijs door de gevolmachtigde te bepalen;
4.
overgaan tot verdeling van de nalatenschap.
De gevolmachtigde is verder bevoegd om alles te doen wat de gevolmachtigde in verband met een juiste afwikkeling raadzaam acht. De opsomming van deze handelingen heeft niet de strekking een andere handeling, welke dan ook,
waarvoor een volmacht in onderhandse vorm kan worden afgegeven, uit te sluiten.
(…)
Genoemde heer [betrokkene 1] is als executeur en als gevolmachtigde van de erfgenaam, met inachtneming van de hiervoor vermelde volmacht, bevoegd de goederen die behoren tot de nalatenschap te beheren en daarover te beschikken.”
Erflaatster is op huwelijkse voorwaarden gehuwd geweest met de heer [vader]
(hierna: vader [vader] ). Vader [vader] is overleden op [datum 2] 1980. Hij liet zes kinderen uit een eerder huwelijk achter.
Bij testament heeft vader [vader] zijn kinderen tot zijn erfgenamen benoemd. Aan erflaatster heeft hij onder meer een recht van vruchtgebruik ten aanzien diverse roerende zaken, twee appartementsrechten en een onverdeeld aandeel in twee obligatieleningen (‘notes’) gelegateerd. Blijkens een notariële akte van 12 augustus 1981 zijn deze goederen afgegeven aan erflaatster, die de afgifte heeft aanvaard.
Nadat door het overlijden van erflaatster het vruchtgebruik was geëindigd hebben de
erven [appellant 1] afgifte gevorderd van de in vruchtgebruik gegeven goederen. De appartementsrechten zijn door executeur [betrokkene 1] aan hen afgegeven.
Voordat [verweerster] haar moeders nalatenschap op 21 januari 2022 zuiver heeft aanvaard, heeft [appellant 1] bij e-mail van 22 december 2021 met bijlagen, waaronder een brief aan executeur [betrokkene 1] , het volgende aan de executeur [betrokkene 1] geschreven:
“Bijgaand de stukken die we besproken hebben.
Ik zal zelf met [verweerster] contact opnemen of zij dit direct met mij wil regelen of dat zij dit ook via jou wil laten lopen.
(…)”
In de bijgevoegde brief staat, voor zover van belang, het volgende [vet door GHSHE]:
“Hierbij doe ik u tevens het verzoek om z.s.m. de gegevens aan mij te sturen van de huurders en de huurovereenkomsten van de 2 panden die in het vruchtgebruik zaten t.w. [adres 1] en [adres 2] (…) [woonplaats] zodat z.s.m. de opstalverzekering kunnen worden overgenomen c.q. een nieuwe opstalverzekering kan worden afgesloten.
(…)
Graag zou ik indien aanwezig ,ook alle stukken en eventuele correspondentie met betrekking tot de 2 panden van de laatste 5 jaar ontvangen.
De voornoemde appartementen [adres 1] en [adres 2] waarvan Mevr. [erflaatster] het vruchtgebruik over heeft gehad zijn op 10 juli 1981 in de memorie van aangifte voor het recht van successie (totaal 68.500 Gulden t.w. 31.084 Euro ) opgenomen endit bedrag maakt dan ook deel uit van het totale vruchtgebruik van 800.000 Gulden ( 363.024 Euro).
Een aantal familieleden waaronder ikzelf zijn geinteresseerd in een aantal roerende goederen destijds, afkomstig uit ons ouderlijk huis en tevens de lijfgoederen van onze vader welke door Mevr. [erflaatster] in eigendom zijn verkregen na zijn overlijden.
(…)
Ik zal mij in eerste instantie tot de dochter van Mevr. [erflaatster] , Mevr. [verweerster] , hierover wenden.
Indien zij er de voorkeur aan geeft dat via u te laten lopen neem ik hierover weer contact met u op.
Graag wordt ik door u verder geinformeerd over de verdere afhandeling van het vruchtgebruik zodat ik alle overige bloot eigenaren kan informeren.
(…)”
i. Nadat [verweerster] haar moeders nalatenschap op 21 januari 2022 zuiver heeft aanvaard, heeft [appellant 1] in de brief van 20 maart 2022 de executeur [betrokkene 1] het volgende bericht [vet door GHSHE]:
“(…)
Betreffende vruchtgebruik [adres 1] & [adres 2] ;
Graag zou ik van u graag z.s.m. in elk geval een copy van de huurovereenkomst ontvangen van Appartement [adres 1] , (…) en ik wil er namens de eigenaren toch op aandringen dat er snel gezocht wordt naar de huurovereenkomst van [adres 2] .
(…)
U stelt dat het vruchtgebruik wat de panden betreft is afgerond echter dit is pas het geval als de eigenaren ook de beschikking hebben over de huurovereenkomsten wat op dit moment niet het geval is.
Betreft lijst van zaken (kostbaarheden).
Uw conclusie dat Mevr. [erflaatster] eigenaresse was van diverse zaken afkomstig uit het ouderlijk huis van de fam. [appellant 1] is juist.
Derhalve staat dit los van het vruchtgebruik.
Ik heb met [verweerster] overlegt over goederen (kostbaarheden)n.a.v. de lijst in mijn bezit wat indertijd in het bezit is gekomen van Mevr. [erflaatster] .
(…)
Tevens wil ik onder uw aandacht brengen dat de overdracht van de panden slechts een klein gedeelte betreft van de afhandeling van het vruchtgebruik .
Graag zouden wij dan ook een opgave willen over de verrekening van dat
gedeelte van het voormalige vruchtgebruik.”
Bij e-mail van 30 maart 2022 heeft [appellant 1] het volgende aan de executeur [betrokkene 1] geschreven [vet door GHSHE]:
“Ik was in de veronderstelling n.a.v.mijn gesprekken met Mevr. [verweerster] in december 2021dat u de gehele administratie heeft gedaan van mevr. [erflaatster] en dat u derhalve over de volledige financiële administratie beschikte.
Ik heb vanmorgen gesproken met het notariskantoor en zij hadden al een copy van deze akte van afgifte via de centrale registratie.
De akte van afgifte vruchtgebruik is dus al enige tijd in het bezit van de notaris.
Om u enig inzicht te geven hierbij de volgende opgave;
1) Mevr. [erflaatster] heeft de navolgende zaken ontvangen uit de nalatenschap van Dhr. [vader] .
1)een vruchtgebruik van 800.000 Gulden waaronder het vruchtgebruik over 2 panden t.w. [adres 1] en [adres 2] tegen een inbrengprijs van 68.500 Gulden.
(…)
Wat alle aktes betreft, deze zijn dus in het bezit van de notaris en u kunt ( misschien) een betere copy krijgen via hem of voor informatie omtrent de afgifte van het vruchtgebruik bij hem terecht. Dat geldt voor alle aktes trouwens want ze zijn allemaal geregistreerd dus opvraagbaar voor een notaris.
Zoals ik u al eerder meldde kan er pas sprake zijn vererving aan Mevr. [verweerster] c.q. handelingen worden verricht als erfgename nadat het vruchtgebruik is afgehandeld.Het is dus ook van belang van haarzelf dat het vruchtgebruik wordt afgehandeld zodat zij daarna zelf gerechtigd is beslissingen te kunnen nemen en te beschikken over haar erfdeel.
Wat op dit moment dus nog niet het geval is.”
Bij e-mail van 30 maart 2022 heeft de notaris mr. [notaris] het volgende gestuurd aan de executeur [betrokkene 1] [vet door GHSHE]:
“Ik heb de akte doorgenomen.
(…)
Op pag. 5 beginnen de regels waaronder het vruchtgebruik is/werd gevestigd. Daar staat "dat de vruchtgebruiker geen zekerheid behoeft te stellen',dat betekend dat de vruchtgebruiker niet hoeft te garanderen dat het vermogen er nog (geheel) is aan het eind van het vruchtgebruik.
Pagina 6 geeft onder B aan wat onder het vruchtgebruik valt:
zaken die op een lijst (die wij niet hebben?) vermeld zijn;
- de appartementen [adres 1 en 2] ;
- onverdeeld aandeel in de bloot-eigendom van notes (ik denk obligaties?) in ABN;
- notes NMB, deze twee pakketten noten samen waard fl 483.500.
Die notes/obligaties zijn er (natuurlijk) niet meer want de looptijd was tot 1983.
Op pag. 7 wordt vermeld dat alles zoveel mogelijk te gelde werd gemaakt door de executeur testamentair, en dat vervolgens de gelden op een speciale rekening werden gestort, ten name van de Erven, waarbij het vruchtgebruik ten name van [erflaatster] zou komen. Op die rekening zullen beleggingen plaats vinden, lees ik daar.
Vraag is nu wat er met die rekening gebeurd is?”
In de brief van 4 april 2022 van [appellant 1] aan de executeur [betrokkene 1] staat het volgende [vet door GHSHE]:
“Ik heb gisteren contact gehad met notaris [notaris] .
Ik stuur u een copy van mijn antwoord aan hem en van de memorie van successie
m.b.t. die zaken welke Mevrouw [erflaatster] in vruchtgebruik heeft genomen voor een bedrag van 316.550,29 Gulden inclusief de panden aan de [adres 1 en 2] .
Het andere gedeelte staat vermeld in de akte van afgifte en betreft de verkochte zogenaamde mantels.
Zoals u ziet betreft het.. buiten de 2 panden [adres 1 en 2] ..allemaal kontanten die liquide waren of liquide zijn gemaakt door Dhr. [betrokkene 2] omdat dit de wens was van mevr. [erflaatster] .
De suggestie in de akte van afgifte vruchtgebruik dat er een rekening op naam van
de erven [appellant 1] met als vruchtgebruikster Mevr. [erflaatster] zou zijn, is ons volledig onbekend.
Wij als familie zijn nooit gekend in het feit dat een dergelijke bankrekening zou zijn geopend.
Als die rekening er toch zou zijn met ruim 331.940,22,-- Euro moeten daar ongetwijfeld stukken en afschriften van bestaan over de afgelopen 41 jaar.
Zijn die bankafschriften er niet ,dan bestaat die bankrekening niet en/of heeft nooit bestaan.
Mevr. [erflaatster] heeft indertijd gekozen voor dit deel van 316.500,29 Gulden en een aanvulling vanuit de verkochte mantels ( zie akte)
De eigenaren van het vruchtgebruik willen in elk geval nu zo spoedig mogelijk opgave ontvangen omtrent de afhandeling van het uitstaande gedeelte van het vruchtgebruik en in welke vorm en wanneer dit vruchtgebruik aan de eigenaren wordt teruggegeven.”
In de bijgevoegde brief van 4 april 2022 van [appellant 1] aan de notaris [notaris] staat het volgende [vet door GHSHE]:
“(…) Ik kom hierbij terug op de akte afgifte vruchtgebruik aan Mevr. [erflaatster] .
Ik heb inmiddels na uitvoerig speurwerk ,het uittreksel uit de successie-aangifte gevonden waarin de 316.500 Gulden, die in de akte staat, is vastgelegd.
Mevr. [erflaatster] heeft het gehele vruchtgebruik buiten de panden in kontanten of kontant gemaakte bestandsdelen, ontvangen.
Dhr. [betrokkene 2] , de executeur en gevolmachtigde van mevr. [erflaatster] destijds heeft in de akte van afgifte opgenomen *dat alle vorderingen door hem op zo,n kort mogelijke termijn liquide zouden warden gemaakt*.
Er is nooit door Mevr. [erflaatster] aangegeven dat ondanks de akte van afgifte er deels niet zou zijn voldaan door de erven.
(…)
Echter het is ook niet van belang of een dergelijke rekening nu wel of niet bestaat of heeft bestaandaar de eigenaren van het vruchtgebruik recht hebben op teruggave van het volledige vruchtgebruik alvorens er sprake kan zijn van enige vererving door Mevr. [verweerster] .
Mevr. [erflaatster] heeft het volledige vruchtgebruik in kontanten ( c.q. contant gemaakte bestandsdelen ) ontvangen exclusief de 68.500 [gulden] van de 2 panden aan de [adres 1 en 2] .
De eigenaren van het voormalige vruchtgebruik willen dan ook graag z.s.m. geinformeerd worden over het gedeelte van het vruchtgebruik dat nog niet aan hun is teruggegeven.
(…)”
Bij brief van 22 april 2022 heeft [appellant 1] de executeur [betrokkene 1] opnieuw verzocht de eigenaren van het vruchtgebruik te informeren.
Bij e-mail van 28 april 2022 heeft de executeur [betrokkene 1] [appellant 1] het volgende bericht [vet door GHSHE]:
“De afhandeling van de [adres 1 en 2] heeft mijn aandacht, evenals het door u gestelde vruchtgebruik op het vermogen.
Omdat het huis van [erflaatster] erg vol zit en op diverse plaatsen administratie en boekhouding is opgeborgen, is het tot op heden niet gelukt om inzicht te krijgen in de onderhavige kwestie.
Bovendien heeft [verweerster] vanuit [plaats] haar bedrijf in Italië te runnen, wat op die afstand ook tijdrovende belemmeringen met zich meebrengt, evenals de zorg voor haar schoonmoeder die kort geleden weduwe is geworden en ook de nodige tijd vergt.
Kort samengevat deel ik u mede, dat de afhandeling van de door u gestelde zaken veel meer tijd zal gaan kostendan voor u kennelijk wenselijk is, maar daar kan ik niets aan veranderen.
Zodra het beeld van het totale vruchtgebruik helder is, zal ik daarover bij terug komen.Omdat ik de kwaliteit van mijn werk wil waarborgen voor mijn cliënt, zal dat de nodige tijd vergen.
(…)”
In april 2022 heeft [appellant 1] gebeld met de executeur [betrokkene 1] om melding te doen van het achterstallig onderhoud.
Bij e-mail van 15 juni 2022 heeft de executeur [betrokkene 1] mevrouw [voormalige gemachtigde] – de voormalige gemachtigde van de erven [appellant 1] – het volgende bericht [vet door GHSHE]:
“Zoals ik in een eerder stadium aan de heer [vader] (jr.) heb kenbaar gemaakt,is er in de administratie van mevrouw [erflaatster] in de afgelopen jaren (decennia) een grote achterstand ontstaan in ordelijk archiveren.
Bovendien zit het huis erg vol en "overal ligt wat", waardoor het verzamelen van alle gegevens die nodig zijn om het juiste antwoord te geven op uw vragen, niet binnen de door u gestelde zeer korte periode kan plaats vinden.
(…)”
In een op l3 juli 2022 uitgebrachte dagvaarding hebben de erven [appellant 1] de executeur [betrokkene 1] , in zijn vermelde hoedanigheid, en [verweerster] in rechte betrokken en afgifte gevorderd van diverse zaken en het onverdeelde aandeel in de twee obligatieleningen, althans afgifte van hetgeen daarvoor in de plaats is getreden, althans betaling van de waarde daarvan, zijnde € 331.486,39. Daarnaast hebben zij schadevergoedingen ten bedrage van € 29.040,00 en € 21.600,00 gevorderd wegens respectievelijk het verzaken, door erflaatster, van het verrichten van onderhoud aan de appartementen en het nalaten om jaarlijks huurverhogingen op te leggen.
Tot zekerheid van betaling hebben de erven [appellant 1] op 27 juni 2022 conservatoir
beslag doen leggen op twee bankrekeningen en op de woning van erflaatster.