Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- primair: een omgangsregeling tussen de grootvader (moederszijde) en de kinderen vast te stellen in die zin dat één keer per vier weken twee uur contact zal plaatsvinden tussen de grootvader en de kinderen onder begeleiding van de vader dan wel een derde, met een opbouwregeling van uiteindelijk vijf uren,
- subsidiair: een onderzoek door de raad te gelasten ter beantwoording van de vraag op welke wijze de omgang gerealiseerd kan worden tussen de grootvader en de kinderen in het belang van de kinderen,
- de grootvader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] ;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2] ;
- de brief van 26 juli 2022 van de zijde van de grootvader, waarin hij zijn petitum wijzigt, met bijlagen, ingekomen ter griffie op 28 juli 2022;
- de brief van 29 juli 2022 van de zijde van de GI, met bijlage;
- de tijdens de mondelinge behandeling door mr. D.O.M. Klinkers overgelegde pleitnotities.
3.De beoordeling
.De GI ziet een patroon waarbij de grootvader de afspraken die hij zelf maakt met de vader en de GI niet nakomt, waarbij hij zich in de contacten met de vader en zijn familie, maar ook richting de GI, grensoverschrijdend opstelt. De GI ziet dat deze patronen bij de grootvader verharden en dat hij steeds meer vasthoudt aan het voeren van de strijd in plaats van gericht te zijn op samenwerking in het belang van zijn kleinkinderen. De GI kan zich niet vinden in het verzoek van de grootvader. Indien het hof toch een omgangsregeling zal vaststellen, dan is de GI van mening dat dit een volledig begeleide omgangsregeling moet zijn, waarbij de belangen en behoeftes van de kinderen voorop staan.