ECLI:NL:GHSHE:2011:BU7330
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- E.K. Veldhuijzen van Zanten
- C.D.M. Lamers
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling tussen grootouders en kleinkinderen; beoordeling van nauwe persoonlijke betrekking
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 december 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over een omgangsregeling tussen grootouders en hun kleinkinderen. De moeder van de kinderen, hierna te noemen de moeder, had in eerste aanleg verzocht om een omgangsregeling, die door de rechtbank was vastgesteld. De grootouders, die de (stief)grootvader en grootmoeder zijn van de kinderen, hebben in hoger beroep verzocht om deze beschikking te vernietigen en hun verzoek tot omgang te honoreren.
Het hof heeft vastgesteld dat de grootouders niet in staat zijn geweest om aan te tonen dat er sprake is van bijkomende omstandigheden die een nauwe persoonlijke betrekking tussen hen en de kleinkinderen rechtvaardigen. De door de grootouders geschetste contacten met de kleinkinderen werden door het hof beoordeeld als gebruikelijke contacten die in het dagelijks leven plaatsvinden tussen grootouders en kleinkinderen. Het hof heeft daarbij ook rekening gehouden met de korte periode waarin de moeder na de geboorte van de oudste kleinkind, [B.], bij de grootouders heeft gewoond, en de rol van de vader in de zorg voor de kinderen.
De moeder heeft betwist dat er een nauwe persoonlijke betrekking bestaat en heeft aangevoerd dat de grootouders niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun verzoek. De raad voor de kinderbescherming heeft ter zitting aangegeven dat de kinderen behoefte hebben aan contact met hun grootouders, maar dat de communicatie tussen de moeder en de grootouders zodanig verstoord is dat dit niet in het belang van de kinderen is. Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat de grootouders niet ontvankelijk zijn in hun verzoek tot omgang, en heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de grootouders afgewezen.