De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zin voor een normaal gebruik als:woonhuis met garage.
Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zin. Gebreken die het normale gebruik belemmeren en die aan de koper bekend of kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze overeenkomst komen voor rekening en
risico van koper.
Voor gebreken die het normale gebruik belemmeren en die niet aan koper bekend of kenbaar waren op het moment van het tot stand komen van deze overeenkomst is verkoper uitsluitend aansprakelijk voor herstelkosten. Bij het vaststellen van de herstelkosten wordt rekening gehouden met de aftrek 'nieuw voor oud'.
Verkoper is niet aansprakelijk voor overige (aanvullende) schade tenzij verkoper een verwijt treft.
(...)
Artikel 22 Ouderdomsclausule
Koper verklaart ermee bekend te zijn dat de hierbij aan hem verkochte onroerende zaak meer dan 50 jaar oud is, wat betekent dat de eisen die aan de bouwkwaliteit gesteld mogen worden aanzienlijk lager liggen dan bij nieuw vervaardigd onroerend goed. Bouwkundige kwaliteitsgebreken worden geacht niet belemmerend te werken op het in artikel 6.3 omschreven woongebruik.
Artikel 23 Geen zelfbewoning eigenaar
Verkoper heeft koper uitdrukkelijk geattendeerd op het feit dat hij het verkochte nooit zelf feitelijk heeft gebruikt en dat hij derhalve koper niet heeft kunnen informeren over eigenschappen van c.q. gebreken aan het verkochte waarvan hij op de hoogte zou zijn geweest als hij het verkochte zelf feitelijk had gebruikt. In dit kader zijn partijen uitdrukkelijk overeengekomen dat dergelijke eigenschappen van c.q. gebreken voor rekening en risico van koper komen en dat bij de vaststelling van de koopsom hiermee rekening is gehouden. Om dit risico te beperken heeft verkoper koper in de gelegenheid gesteld een bouwkundige inspectie uit te doen voeren."
3.1.5.Bij de koopovereenkomst behoort de bijlage ‘vragenlijst verkoop woning’. Daarin is het volgende vermeld:
“3. Dak(en)
a. Hoe oud zijn de daken?hof: ingevuld:]
?
(…)
b. Heeft u last van daklekkages (gehad)?hof: aangekruist:]
nee
c. Zijn er in het verleden gebreken geconstateerd aan de dakconstructie zoals scheve, doorbuigende, krakende, beschadigde en/of aangetaste dakdelen?hof: aangekruist:]
nee
(…)
d. Heeft u het dak al eens (gedeeltelijk) laten vernieuwen c.q. laten repareren?
[hof: aangekruist:]
ja
Zo ja, welk (gedeelte van het) dak en waarom?[hof: ingevuld:]
Vervangen leitjes etc.”.
3.1.6.Op 2 april 2020 heeft [appellant] een e-mailbericht verzonden aan de makelaar met als bijlagen het door hem ondertekende en ingevulde biedingsformulier. In dit mailbericht staat onder meer:
“zoals we je al vertelde zijn we heel erg enthousiast over [adres] . Het is een huis dat van boven tot onder verbouwd moet worden. Maar daarin zien we juist potentie om er een mooi gezinshuis van te maken. (…) We zien ons daar wonen, op die mooie plek. We hebben deze optie ook financieel door laten rekenen en het blijkt voor ons goed haalbaar.
Kortom we willen via deze weg graag een bieding uitbrengen op het huis (…).
Als onderbouwing voor ons bod hoeven we niet op te sommen wat er allemaal aan de woning moet gebeuren. Samenvattend lijkt een verbouwingsbudget inclusief de tuin, van € 200.000 tot € 250.000 reëel. (…)”.
Het voorgedrukte biedingsformulier houdt onder meer in:
“Aangezien meerdere partijen belangstelling hebben voor de woning willen wij iedereen in de gelegenheid stellen omeenmalighet beste bod uit te brengen.
U kunt uw bieding hieronder omschrijven en toelichten:
Geboden koopsom[hof: ingevuld:]
554.000 k.k.
(…)
Eventuele overige voorwaarden c.q. condities (denk aan bouwtechnische keuring):
[hof: ingevuld:]
Indien nodig toegang tot woning voor voorbereiding verbouwing (…)”.
3.1.8.[appellant] heeft bij brief van 24 juni 2020 aan [geïntimeerde] gemeld dat hij gebreken aan de woning heeft ontdekt. In deze brief schrijft hij het volgende:
“Na voorbereidende werkzaamheden voor het geplande dak onderhoud, hebben wij de volgende gebreken geconstateerd:
Eerder verholpen lekkages, verregaande houtrot in de dakconstructie en de leibedekking die veel ouder is dan aangegeven. Deze leibedekking blijkt poreus en al ruim over de levensduur van 100 jaar heen te zijn. Met de uitkomst dat het dak per direct vervangen dient te worden.
(…)
Wel blijkt na onderzoek, dat vanwege de ouderdom en enige achterstallig onderhoud, de windvang en de goten van het dak vervangen dienen te worden. En dat er onderhoud aan het dak nodig zou zijn. Om het huis naar standaarden van deze tijd te brengen, dient het dak geïsoleerd te worden. Deze kosten zijn dan ook door ons begroot en voorzien.
Nu blijkt dat door lekkages, ontstaan door achterstallig onderhoud, er houtrot in de dakconstructie heeft kunnen ontstaan. Daarnaast is er in 1947 geen nieuwe, maar 2de hands daklei op het dak gelegd. Deze ernstige gebreken hadden door de verkoper gemeld dienen te worden, wat u heeft nagelaten.
(…)”.
Hij heeft [geïntimeerde] verzocht om vanwege deze gebreken een bedrag van € 71.565,90 op de koopsom in mindering te brengen bij de overdracht van de woning.
3.1.10.[appellant] heeft een verzoek ingediend tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht. De rechtbank heeft bij beschikking van 5 november 2020 een voorlopig deskundigenonderzoek bevolen. Bij beschikking van 7 januari 2021 heeft de rechtbank ing. P.W. Milort van BDA Advies te Gorinchem (hierna: de deskundige) als deskundige benoemd. Op 24 februari 2021 heeft de deskundige een deskundigenrapport uitgebracht. De deskundige heeft de gestelde vragen, voor zover in deze zaak relevant, als volgt beantwoord:
"(…)
Vraag 2: Is de dakbedekking over de levensduur heen?
Antwoord vraag 2:
Ja. De leien hebben het einde van hun technische levensduur al enige jaren geleden bereikt.
Vraag 3: Kunt u de leeftijd van de dakbedekking vaststellen? Is die volgens u groter van 50
jaar?
Antwoord vraag 3:
Nee, de leeftijd kan niet precies vastgesteld worden. Op basis van de conditie van de leien wordt de leeftijd op tenminste 70 jaar geschat, dus groter dan 50 jaar.
Vraag 4: Is er sprake van lekkage? Hoelang doen zich naar uw inschatting lekkages voor? Zijn die voor de bewoners zichtbaar geweest? Kunt u eerder verholpen lekkages vaststellen? Wanneer hebben die herstelwerkzaamheden volgens u plaatsgevonden?
Antwoord vraag 4:
Ja. Er is sprake van lekkage. Aan de binnenzijde van de woningen zijn duidelijke vochtsporen zichtbaar van zowel actuele lekkages als van eerdere lekkages.
Naar inschatting doen de lekkages zich al een geruime tijd voor (tenminste 7 jaar). De lekkages zijn voor de bewoners naar verwachting zichtbaar geweest want er zijn op verschillende locaties herstelwerkzaamheden uitgevoerd om lekkages te verhelpen. De herstelwerkzaamheden zijn zichtbaar in de vorm van reparatieleien in een rechthoekig model en een donkergrijze kleur en in de vorm van bitumen stroken. Volgens [geïntimeerde] zijn deze herstelwerkzaamheden uitgevoerd in of voor 2015.
Vraag 5: Is er sprake van houtrot?
Antwoord vraag 5:
Ja. Daar waar een houtvochtpercentage van meer van 20% is gemeten is een zeer grote kans op de aanwezigheid of de ontwikkeling van schimmels en/of houtrot. Bij een houtvochtpercentage van circa 30% of meer kan de sterkte en samenhang van het hout in geding zijn. Zowel bij de houten gordingen, de houten nokgording als het houten dakbeschot (binnen- en buitenzijde) zijn dergelijke houtvochtpercentages plaatselijk vastgesteld.
(…)
Vraag 7: Valt het dak volgens u te repareren of dient het volgens u helemaal vervangen te worden?
Antwoord vraag 7:
Het dak verkeert in een slechte conditie en dient helemaal vervangen te worden. Dit geldt voor de leien, het houten dakbeschot, de houten nokgording, de houten gordingen (plaatselijk) en de bijbehorende details zoals schoorstenen, houten boeidelen, dakkapellen en zinken goten (inclusief onderconstructie).
(…)
Vraag 9: Wat was de onderhoudstoestand en functionaliteit van het dak op de datum van de
koopovereenkomst? Was die anders dan op de datum van overdracht? Was die anders dan nu?
Antwoord vraag 9:
De algehele onderhoudstoestand en functionaliteit van het dak is nu (op het moment van het deskundigenonderzoek) zeer slecht. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat die anders was op de datum van de koopovereenkomst of op de datum van overdracht.
Vraag 10: Bent u in staat de kosten te begroten van alle gebreken die u heeft geconstateerd en zo ja, op welk bedrag begroten die kosten?
Antwoord vraag 10:
De kosten voor herstel van alle gebreken aan het dak worden als volgt begroot:
Omschrijving
Aantal
Prijs
Totaal
Het vervangen van de houten gordingen
80 m1
€
50,00
€
4.000,00
Het vervangen van de houten nokgording
10 m1
€
50,00
€
500,00
Het vervangen van het houten dakbeschot
120 m2
€
30,00
€
3.600,00
Het vervangen van de leien (standaard
basisuitvoering)
120 m2
€
125,00
€
15.000,00
Het vervangen van de schoorstenen
2 st
€
500,00
€
1.000,00
Het vervangen van de houten boeidelen
12 m2
€
80,00
€
960,00
Het vervangen van de dakkapellen (klein)
3 st
€
2.500,00
€
7.500,00
Het vervangen van de dakkapellen (groot)
1 st
€
7.500,00
€
7.500,00
Het vervangen van de zinken goten (inclusief onderconstructie)
20 m2
€
150,00
€
3.000,00
Totaal
€
43.060,00
Opmerking:
In deze begroting is uitgegaan van herstel conform de oorspronkelijke situatie. Eventuele kosten voor aanpassingen naar het dak naar de stand der techniek van nu (isolatie, dakfolie, ventilatie, leilatten, etc.) te brengen zin hierin niet opgenomen. Alle genoemde bedragen
zijn exclusief BTW. "
Het geschil en beoordeling in eerste aanleg
3.2.1.[appellant] vordert veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van (primair) € 103.769,48 (de gehele herstelkosten, inclusief meerwerk en gevolgschade), te vermeerderen met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.
[appellant] heeft aan zijn vordering het volgende ten grondslag gelegd. [geïntimeerde] is tekortgekomen in de nakoming van zijn verbintenissen uit de koopovereenkomst doordat er gebreken aan de woning zitten. Zo zijn de dakconstructie en dakbedekking gebrekkig. De houten gordingen, nokgording, het dakbeschot, de leien, schoorstenen, houten boeidelen, dakkapellen en zinken goten moeten vervangen worden. Daarnaast is het dak van de uitbouw lek. [appellant] hoefde deze gebreken niet te verwachten, omdat in de vragenlijst is aangegeven dat er geen lekkages waren. Door de gebreken is de woning niet voor normaal gebruik geschikt, waardoor deze niet aan de overeenkomst beantwoordt.
Om de gebreken te herstellen zijn werkzaamheden noodzakelijk voor een totaalbedrag van
€ 38.060,00. Deze bestaan uit het vervangen van de houten gordingen, de houten nokgording, het houten dakbeschot, de leien, de schoorstenen, de houten boeidelen, de dakkapellen en de zinken goten. Het vervangen van het platte dak van de uitbouw kost € 5.000,00.
Daarbij komt er nog een bedrag van € 31.620,00 aan meerwerk (steigerkosten en kosten voor het verwijderen en afvoeren van het oude dak, de leilatten en de muurplaten).
Ook heeft [appellant] gevolgschade geleden voor een bedrag van € 24.789,48 (het huren van vervangende woonruimte en opslagruimte, de kosten van de architect, een extra verhuizing en de kosten van de deskundige benoemd door de rechtbank).
3.2.3.Bij het bestreden vonnis heeft de rechtbank de vordering van [appellant] toegewezen tot een bedrag van € 8.100,- (de kosten die betrekking hebben op de kosten van het vervangen van de houten gordingen, de nokgording en het dakbeschot) exclusief btw, te vermeerderen met wettelijke rente en met de helft van de kosten van het deskundigenonderzoek ten bedrage van € 3.259,74.
De rechtbank heeft daartoe overwogen dat de gebreken aan de dakconstructie een normaal gebruik als woning in de weg staan. Het beroep van [geïntimeerde] op de ouderdomsclausule (artikel 22 van de koopovereenkomst) gaat in zoverre niet op omdat niet is gebleken dat de slechte staat van de woning te maken heeft met de ouderdom van de woning.
Omdat [geïntimeerde] op de vragenlijst bij de koopovereenkomst ontkennend had geantwoord op de vraag of hij last had (gehad) van daklekkages, mocht [appellant] van dat antwoord uitgaan en heeft [appellant] zijn onderzoeksplicht niet geschonden. Hetzelfde geldt voor de vraag op die vragenlijst
"Zijn er in het verleden gebreken geconstateerd aan de dakconstructie zoals scheve, doorbuigende, krakende, beschadigde en/of aangetaste dakdelen?".
[geïntimeerde] is volgens de rechtbank tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst en is daarom aansprakelijk voor de herstelkosten.
3.2.4.De vordering tot vergoeding van de overige schadeposten heeft de rechtbank afgewezen. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat [appellant] zijn onderzoeksplicht heeft geschonden (met betrekking tot de leien), dat de kosten al waren ingecalculeerd en daarom geen schade vormen (de schoorstenen), dat er geen sprake was van een gebrek dat aan een normaal gebruik in de weg staat (de houten boeidelen en de dakkapellen), dat [appellant] niet aan zijn stel-plicht heeft voldaan (de zinken goten en onderconstructie) dan wel dat de schade onvoldoende is onderbouwd (het platte dak van de uitbouw). Met betrekking tot de vordering tot vergoeding van gevolgschade heeft de rechtbank geoordeeld dat deze vordering gezien artikel 6.3 van de koopovereenkomst niet toewijsbaar is; [geïntimeerde] treft geen verwijt zoals in dat artikel bedoeld.
De beoordeling in hoger beroep