Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 8445277 CV EXPL 20-1180)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties I-XI (stukken eerste aanleg);
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep tevens (voorwaardelijk) wijziging grondslag van eis met producties 83-91;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep tevens reactie op (voorwaardelijke) wijziging grondslag van eis met producties XII-XIII;
- de mondelinge behandeling op 13 december 2022, waarbij partij [geïntimeerde] spreekaantekeningen heeft overgelegd;
- de bij brief van 22 november 2022 door mr. Akbaba toegezonden beschikking van 14 oktober 2022 waarbij het bewind over de goederen van [appellant] is opgeheven, die bij de mondelinge behandeling bij akte in het geding is gebracht.
3.De beoordeling
“Uitkering of afdracht van het lijfrentekapitaal in één keer kunnen wij enkel uitvoeren na verzoek van (en/of namens) de [appellant] en instemming daarvan van u.”. In het licht van deze mededeling is door [appellant] onvoldoende toegelicht dat en waarom hij niet kan worden gehouden tot afkoop van de polis. Dat uitkering van het lijfrentekapitaal ineens fiscaal gezien mogelijk ongunstig kan zijn voor de hoogte van de uitkering, vormt geen argument voor afwijzing van de vordering van [geïntimeerde] .