Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
zetelend te [vestigingsplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/391470 / HA ZA 21 -641)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties (nr. 1 t/m 2) van 14 februari 2023;
- de memorie van antwoord met één productie (nr. 5) van 25 april 2023 en
- het procesdossier in eerste aanleg.
3.De feiten
4.De procedure bij de rechtbank
- voor recht wordt verklaard dat de Politie door het publiceren van het persbericht onrechtmatig heeft gehandeld jegens [taxibedrijf] en derhalve aansprakelijk is voor de door [taxibedrijf] dientengevolge geleden en nog te lijden schade;
- de genoemde schade ex artikel 612 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) op te laten maken bij staat;
- de Politie wordt veroordeeld tot vergoeding van de door [taxibedrijf] gemaakte buitengerechtelijke kosten ad € 1.880,34 althans een bedrag ad € 925,00 en
- de Politie wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van de procedure, vermeerderd met de wettelijke rente.
5.De procedure in hoger beroep
6.De beoordeling
www.politie.nlgestaan. Het noemen van de leeftijden, woonplaats, het indirect benoemen van de familiaire relatie door te stellen dat de drie personen in één woning woonachtig zijn en het benoemen van het taxibedrijf, is volgens [taxibedrijf] voldoende om als aanwijzing voor de identiteit van de personen en het taxibedrijf van de broers te kwalificeren. Volgens [taxibedrijf] moet er daarnaast rekening worden gehouden met het feit dat opeens ook alle vier de taxiauto's van [taxibedrijf] niet meer rondreden. Het ontbreken van deze taxiauto's in de gemeente leidt er volgens [taxibedrijf] mede toe dat de bovenstaande geopenbaarde informatie over de drie verdachten herleidbaar is naar [taxibedrijf] en de identiteit van de verdachten. [taxibedrijf] heeft verder gesteld dat het persbericht onzorgvuldig, onjuist en ongenuanceerd is.
‘verdachten’. Verder vermeldt het bericht dat de Politie bezig is met een onderzoek, dat de drie [personen] een taxibedrijf
zoudengebruiken als dekmantel en dat de verdachten het taxibedrijf
mogelijkgebruikten om hun drugshandel mee te drijven. Uit het bericht blijkt derhalve dat slechts sprake is van een verdenking en niet dat de verdachten al schuldig zijn bevonden. Het bericht is zodanig dat de gegeven informatie niet eenvoudig is te herleiden naar de verdachten. In het bericht is slechts melding ervan gemaakt dat de verdachten drie [personen] zijn van [leeftijd] , [leeftijd] en [leeftijd] jaar oud, dat zij een taxibedrijf zouden gebruiken als dekmantel voor hun drugshandel en dat de politie zoeking in de woning van de verdachten deed en in een loods op een industrieterrein in [vestigingsplaats] . Uit het bericht blijkt niet wat de relatie is tussen de drie [personen] en wat het geslacht is van de twee [leeftijd] . Alleen van de [leeftijd] verdachte is vermeld dat het een man is. Het bericht vermeldt ook niet wat de relatie van de drie [personen] is ten opzichte van het taxibedrijf en of zij bijvoorbeeld werknemers, eigenaren of derden zijn die via werknemers gebruikmaakten van het taxibedrijf. Ook is de standplaats van het taxibedrijf niet vermeld. Het kan net zo goed gaan om een taxibedrijf uit het nabijgelegen Kapelle of Middelburg. De stelling dat de stap naar de vennoten van [taxibedrijf] snel is gemaakt doordat twee van de drie dezelfde leeftijd hebben en dat zij dus wel een tweeling moeten zijn, acht het hof dan ook te kort door de bocht. Het bericht vermeldt dat zoeking in de woning van de verdachten is gedaan. Het hof is van oordeel dat hieruit niet zonder meer kan worden afgeleid dat het om een (samenwonend) gezin gaat. Ook niet in combinatie met de vermelding van de leeftijden. Dezelfde leeftijd kan ook duiden op leeftijdsgenoten die vrienden zijn of binnen een jaar opvolgend geboren familieleden. De combinatie van enkel de woonplaats van de verdachten, de leeftijd en het geslacht van één van hen, maakt naar het oordeel van het hof niet dat een normale lezer die niet de informatie van [taxibedrijf] heeft, het bericht kan herleiden naar de twee vennoten [vennoot 1] en zijn broer [vennoot 2] van [taxibedrijf] uit [vestigingsplaats] . Alleen nauw betrokkenen zullen dit weten, maar die zullen hoe dan ook ervan op de hoogte zijn.
‘onvoldoende bewijs’was – dit doet niet van de onschuld van de gewezen verdachte blijken [2] – en omdat [taxibedrijf] niet heeft gesteld en onderbouwd dat uit de stukken van de strafzaak blijkt van zijn onschuld en de rechtsoverweging 4.5. en 4.6. niet heeft bestreden.
7.De uitspraak
12 december 2023peremptoir voor akte aan de zijde van appellante;