In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om een geschil tussen een verzekerde, aangeduid als [appellant], en zijn verzekeraar, Ansvar Verzekeringsmaatschappij N.V. De kern van het geschil betreft de vraag of de verzekerde zijn mededelingsplicht heeft geschonden na een aanrijding op 6 mei 2020, waarbij zijn Mercedes betrokken was. De aanrijding vond plaats met een Kia, bestuurd door [persoon A]. Na het ongeval verlieten de bestuurder en passagier van de Mercedes de plaats van het ongeval, wat leidde tot vragen over de aansprakelijkheid en de dekking van de verzekering.
De rechtbank Limburg had eerder in deze zaak geoordeeld dat de verzekerde zijn informatieplicht had geschonden, wat leidde tot een veroordeling tot betaling aan Ansvar. In hoger beroep voerde de verzekerde aan dat hij niet de bestuurder was van de Mercedes en dat hij wel degelijk aan zijn informatieplicht had voldaan. Het hof oordeelde echter dat de verzekerde onvoldoende bewijs had geleverd om zijn stellingen te onderbouwen. Het hof concludeerde dat Ansvar in haar redelijk belang was geschaad door het niet voldoen aan de informatieplicht door de verzekerde, waardoor Ansvar gerechtigd was om de schadevergoeding te verhalen op de verzekerde.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van de veroordeling tot betaling van buitengerechtelijke kosten, die niet toewijsbaar werden geacht. De proceskosten van het hoger beroep werden toegewezen aan Ansvar, en het hof verklaarde het arrest uitvoerbaar bij voorraad. De uitspraak benadrukt het belang van de mededelingsplicht van de verzekerde en de gevolgen van het niet nakomen daarvan in het verzekeringsrecht.