Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 28 maart 2023;
- de memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep van [appellant] d.d. 11 april 2023.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van een woning. De appellant, die sinds 27 april 2011 een woning huurt van Woonbedrijf SWS, werd beschuldigd van het ongeoorloofd onderverhuren van de woning aan arbeidsmigranten. De huurovereenkomst en de Algemene Huurvoorwaarden stipuleerden dat de woning uitsluitend als woonruimte voor de huurder en zijn huishouden gebruikt mocht worden. Woonbedrijf SWS had in eerste aanleg de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning gevorderd, omdat de appellant in strijd met de huurovereenkomst handelde door de woning aan derden in gebruik te geven.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellant, ondanks herhaalde sommaties van Woonbedrijf SWS, zijn hoofdverblijf niet in de woning hield en deze zonder toestemming onderverhuurde. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat Woonbedrijf SWS in het bewijs was geslaagd dat de appellant in 2018 en 2020 onbekende personen in de woning onderdak bood, wat in strijd was met de huurovereenkomst. De appellant voerde in hoger beroep verschillende grieven aan, maar het hof oordeelde dat deze grieven faalden. Het hof bekrachtigde het eerdere vonnis van de kantonrechter en veroordeelde de appellant in de proceskosten van het geding.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van huurders om zich aan de voorwaarden van de huurovereenkomst te houden en de gevolgen van het niet naleven daarvan, zoals ontbinding van de overeenkomst en ontruiming van de woning. Het hof heeft ook de uitvoerbaarheid van de proceskostenveroordeling bij voorraad verklaard, wat betekent dat de appellant de kosten onmiddellijk moet voldoen, ongeacht een eventueel hoger beroep.