Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met het procesdossier van de eerste aanleg en producties, ingekomen ter griffie op 1 februari 2023;
- het door [appellante] nagestuurde proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg gehouden op 5 oktober 2022, ingekomen ter griffie op 9 februari 2023;
- het verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 21 maart 2023;
- een brief van [verweerder] met producties, ingekomen ter griffie op 16 mei 2023;
- een brief van [appellante] met producties, ingekomen ter griffie op 26 mei 2023;
- [verweerder] , bijgestaan door mr. Janssen.
- de ter zitting door mr. Barrahmun overgelegde spreekaantekeningen.
3.De beoordeling
ernstigverwijtbaar heeft gehandeld. In de eerste plaats vanwege het verschil in het toepasselijke toetsingskader van het UWV voor de beslissing omtrent de aanvraag van een ontslagvergunning en voor de civiele rechter ten aanzien van de vraag of een werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld als gevolg waarvan de werknemer het recht op de transitievergoeding verliest. In de tweede plaats geldt dat [verweerder] redenen had voor het niet aanvaarden van die functies. Het is niet zo dat hij zonder enig argument of zonder enig debat daarover de functies heeft geweigerd. Kortom, aan de door de Hoge Raad geformuleerde maatstaf van een uitzonderlijk geval is in dit geval niet voldaan. [verweerder] heeft recht op de transitievergoeding.