Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met het procesdossier van de eerste aanleg en producties, ingekomen ter griffie op 23 december 2022;
- een brief van [de werknemer] met als productie de aantekeningen van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 9 september 2022, ingekomen ter griffie op 12 januari 2023;
- het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 1 februari 2023;
- een brief van [de werknemer] met producties 3 t/m 6, ingekomen ter griffie op 2 mei 2023;
- een brief van [de werkgever] , ingekomen ter griffie op 4 mei 2023, met bezwaar tegen de late indiening van voornoemde producties, welk bezwaar het hof heeft afgewezen onder het gelijktijdig toestaan van het indienen van een nadere productie door [de werkgever] ;
- een brief van [de werkgever] met productie 27, ingekomen ter griffie op 8 mei 2023;
3.De beoordeling
ik schiet jullie kapot” heeft gezegd. Bij het incident was ook de heer [monteur] , monteur van een leverancier van [de werkgever] , aanwezig.
- het ontslag op staande voet te vernietigen;
- [de werkgever] te verplichten [de werknemer] (zodra hij weer arbeidsgeschikt is) toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd;
- [de werkgever] te veroordelen binnen 24 uur na betekening van deze beschikking tot betaling van het salaris van [de werknemer] van € 3.459,97 bruto per maand vanaf 21 april 2022 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW;
- [de werkgever] te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van € 85.753,27;
- aan [de werknemer] de wettelijke transitievergoeding toe te kennen;
- aan [de werknemer] een vergoeding wegens onregelmatige opzegging toe te kennen;
- [de werkgever] te veroordelen tot betaling aan [de werknemer] van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag van algehele voldoening;
- [de werkgever] te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure, het salaris van de gemachtigde daaronder begrepen.
‘het bleef escaleren dus ik heb aangegeven dat we het er niet mee over zouden hebben en hem een box ter afsluiting gegeven en we zijn ieder onder weg gegaan.’Uit deze verklaring valt volgens [de werknemer] ook op te maken dat [direct leidinggevende] de zin ‘ik schiet jullie kapot’ niet als een bedreiging maar als een belediging heeft ervaren. Als [direct leidinggevende] zich bedreigd had gevoeld, was hij daarna niet naar [de werknemer] toe gegaan. Volgens [de werknemer] was geen sprake van ernstige bedreiging, de enige ontslaggrond die [de werkgever] heeft aangevoerd. Bedreiging is een strafbaar feit. In deze situatie was geen sprake van opzet of van de vrees voor het misdrijf waarmee was bedreigd. Ook is geen melding bij de politie gedaan. Het gespreksverslag van 21 april 2022 (productie 20 van het verweerschrift eerste aanleg) is niet volledig. Zo ontbreekt dat [de werknemer] heeft gezegd dat het geschil met [direct leidinggevende] in onderling overleg is opgelost. De zin ‘ik schiet jullie kapot’ is geuit na een waarschuwing van [direct leidinggevende] en betreft een eenmalige onbeheerste uiting van woede van [de werknemer] .
(productie 23 verweerschrift eerste aanleg):
In die bedreiging zei hij dat een grote familie had, ook boksers, en wist waar ik woonde.
‘zwarte ogen en dat ik discrimineerde’verklaard te zijn beledigd (productie 19):
‘En dat ik discrimineer is een zeer zware belediging voor mij. (raakt mij in het hart).’
‘(…) [naam 3] liep terug naar mij en zei tegen [de werknemer] dat hij zijn werk moest vervolgen, omdat hij maar bleef roepen vanuit de heftruck, waarna [de werknemer] naar ons riep “jullie zijn racisten”. Terwijl ik met heel het gesprek niets van doen heb gehad. Voordat [de werknemer] wegreed zag ik dat er een stuk plastic tussen zijn achterwiel van zijn heftruck zat. Ik probeerde hem tegen te houden om dat plastic te verwijderen, maar hij was zo laaiend dat hij door reed.Ik zei nog "ho ho er zit plastic tussen je wiel", de lagers gaan er nl. van kapot, maar hij reageerde er niet op, reed gewoon door. [de werknemer] reed gewoon door en [naam 3] en ik moesten snel opzij stappen om niet door die karren achter de heftruck omver gereden te worden.
‘ [de werknemer] is niet voor het incident en ook niet na het incident bij mij geweest om e.e.a. toe te lichten over dat [naam 3] zou schelden. Er is geen sprake geweest dat [de werknemer] zich gemeld heeft om de melding kenbaar te maken m.b.t. de scheldwoorden en om de zaak serieus op te lossen.