6.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de feiten zoals die in eerste aanleg zijn vastgesteld, een en ander als hieronder herhaald.
[de stichting 2] is een onderwijsinstelling die actief is in het middelbaar beroepsonderwijs. Zij is in 2019 ontstaan uit de fusie tussen [x] College en [de ROC] .
[de stichting 1] is een personeelsstichting waarvan [de stichting 2] het bestuur vormt en waarover [de stichting 2] de zeggenschap heeft. Als personeelsstichting sluit [de stichting 1] arbeidsovereenkomsten met werknemers die vervolgens aan [de stichting 2] worden uitgeleend.
Per mail van 14 juli 2017 (overgelegd als productie 19 bij conclusie na mondelinge behandeling van [appellant] ) heeft [persoon] , administratief medewerkster bij [de ROC] , [appellant] medegedeeld dat hij per 1 september 2017 als docent LB gaat starten.
Bij brief van 19 september 2017 (overgelegd als productie 2 bij dagvaarding) is vastgelegd dat [appellant] met ingang van 1 september 2017 als onderwijsondersteuner B in dienst is getreden bij [de stichting 1] . De arbeidsovereenkomst is tot en met 14 juli 2018 voor 0,2 fte aangegaan. [appellant] is door [de stichting 1] eerst op [de ROC] te [plaats] en, na fusie in 2019, bij [de stichting 2] geplaatst.
Met ingang van 9 januari 2018 is het dienstverband van [appellant] uitgebreid naar 0,65 fte (productie 5 dagvaarding). Daarbij is afgesproken dat [appellant] tijdelijk (tot 15 juli 2018) [naam] , docent LC, zal vervangen. Die uitbreiding is vervolgens van 30 augustus 2018 tot 13 juli 2019 voortgezet. De arbeidsovereenkomst die per 1 september 2017 voor 0,2 fte was ingegaan, is per 15 juli 2018 tot 13 juli 2019 voor 0,25 fte voortgezet.
In de arbeidsovereenkomst van 1 september 2017, waarvan de bepalingen na voortzetting en uitbreiding steeds van kracht zijn gebleven, is bepaald dat de cao MBO wordt gevolgd met uitzondering van twee regelingen en voor zover uitvoering van de cao technisch mogelijk is.
Voor zover in hoger beroep nog relevant zijn in de cao MBO de volgende bepalingen opgenomen:
"Algemene bepalingen
Artikel 1.1
Begripsbepalingen
In deze cao wordt verstaan onder:
(…)
ff : Werkgever: het bevoegd gezag van de instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel w, van de WEB.
1. Deze cao is met inachtneming van hetgeen bepaald is in lid 4, 5 en 6 van toepassing op alle werknemers die een arbeidsovereenkomst hebben met de werkgever.
(…)
Artikel 2.1
Aangaan en vastleggen van de arbeidsovereenkomst
(…)
2. De schriftelijke arbeidsovereenkomst vermeldt ten minste:
(…)
f. de functie die door de werknemer zal worden vervuld;
(…)
1. De totale formatie bestaat uit:
de vaste formatie: de arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd;
de tijdelijke formatie: de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en de urenuitbreidingen voor bepaalde tijd:
de flexibele formatie: uitzendarbeid.
(…)
3. De werkgever kan gebruik maken van uitzendarbeid:
voor vervanging wegens ziekte;
ter voorziening in de behoefte aan arbeidskrachten in geval van een groot aanbod van werkzaamheden:
voor activiteiten van kennelijk tijdelijke aard of contractactiviteiten;
bij onvoorziene omstandigheden.
In gevallen genoemd onder c en d mag de uitzendarbeid maximaal 12 maanden duren.
Onder uitzendarbeid als bedoeld in het eerste lid sub c wordt ook verstaan het detacheren van werknemers van een andere werkgever (al of niet in de zin van deze cao) bij de instelling.
4. De werkgever die gebruik maakt van uitzendarbeid komt met het uitzendbureau overeen dat de beloning van de uitzendkracht, inclusief toelagen en onkostenvergoedingen, gelijk is aan die van een werknemer die in dienst is bij de werkgever in een gelijke of gelijkwaardige functie.
(…)
Artikel 5.1
Functies en functiewaardering
1. De werkgever beschrijft en waardeert de functies die bij de instelling voorkomen op basis van GUWA- [de stichting 2] .
2. Functies waarvan lesgevende taken deel uitmaken en waarvoor wettelijke eisen voor benoembaarheid van docenten gelden, moeten minimaal op LB-niveau worden gewaardeerd.
(…)
Artikel 6.8
Waarneming hogere functie
1. De werknemer die een andere werknemer volledig vervangt, heeft recht op een verhoogd salaris wegens waarneming van een hogere functie indien:
hij vóór de vervanging al in dienst was bij de instelling, en
voor de andere werknemer een hoger maximum carrièrepatroon geldt, en
de andere werknemer tijdelijk, gedurende meer dan 30 aaneengesloten kalenderdagen, anders dan wegens vakantie, verhinderd is zijn functie uit te oefenen, en
vervanging van de andere werknemer geen onderdeel is van zijn eigen functie.
2. Het salaris wordt verhoogd tot het salaris dat voor de werknemer zou gelden als hij was benoemd in de functie van de werknemer die hij vervangt.
(…)”
Per brief van 4 juni 2019 (overgelegd als productie 6 dagvaarding) heeft [de voorzitter] , Voorzitter van de Raad van Bestuur van Vista College, het einde van de arbeidsovereenkomst per 13 juli 2019 aan [appellant] medegedeeld. [de stichting 1] is vervolgens per l3 juli 2019 gestopt met het betalen van loon.