Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[B.V. 2] B.V., en
1.Het verloop van de procedure
- om een voorlopig deskundigenonderzoek ex artikel 202 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) te gelasten teneinde antwoord te krijgen op de in randnummer 27 van het verzoekschrift geformuleerde vragen;
- om een bij de afdeling Optica van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (hierna: TNO) werkzame persoon, dan wel een andere door het hof te bepalen persoon als deskundige te benoemen;
- om in de bij het hof (zaaknummer 200.299.425/01) aanhangige hoger beroep procedure een afwijkende procesvoering toe te staan op de wijze zoals verzocht in randnummers 36 e.v. en
- om te bepalen dat de kosten van het deskundigenonderzoek zullen worden voorgeschoten door verzoekster en uiteindelijk zullen worden betaald door de partij die in het bij het hof aanhangige hoger beroep (zaaknummer 200.299.425/01) in de proceskosten ex artikel 237 Rv zal worden veroordeeld.
- [betrokkene 1] namens [verzoekster] , bijgestaan door mr. Endtz en
- [betrokkene 2] namens [verweerster] c.s., bijgestaan door mr. Verblackt.
2.De beoordeling
- Op 7 februari 2017 is tussen [verzoekster] en [verweerster] c.s. een overeenkomst van goederenkrediet dan wel huurkoop tot stand gekomen met betrekking tot een medisch laserapparaat de Bios Square Epil (hierna: de Bios ) voor een koopprijs van € 73.456,60 exclusief btw. De overeenkomst is een driepartijenovereenkomst, waarbij [verweerster 1] als verkoper optreedt en [verweerster 2] als financier.
- In de overeenkomst zijn partijen een garantie- en serviceregeling overeengekomen.
- In de overeenkomst is het recht van ontbinding uitgesloten evenals bijna iedere vorm van schadevergoeding.
- Na levering van de Bios hebben zich diverse problemen voorgedaan naar aanleiding waarvan medewerkers van [verweerster 1] bij [verzoekster] langskwamen om de problemen op te lossen.
- Per 1 januari 2019 heeft [B.V. 4] B.V. (hierna: [B.V. 4] ) de distributie- en onderhoudsrechten van de Bios overgenomen van [verweerster 1] .
- Nadat de Bios in maart 2019 volgens [verzoekster] opnieuw was uitgevallen, heeft zij dit probleem bij [verweerster 1] gemeld.
- Bij e-mail van 4 maart 2019 heeft [verweerster 1] [verzoekster] daarvoor doorverwezen naar [B.V. 4] :
- [verzoekster] heeft vervolgens contact opgenomen met [B.V. 4] .
- Een service technicus van [B.V. 4] heeft in maart de Bios onderzocht en gebreken geconstateerd. [B.V. 4] heeft voor de totale reparatiekosten een bedrag geoffreerd van € 26.630,00 exclusief btw.
- In opdracht van [verzoekster] heeft [B.V. 4] de Bios gerepareerd en essentiële onderdelen vervangen ten bedrage van in totaal € 37.678,19 (inclusief btw). De door [B.V. 4] gerepareerde Bios is op 23 april 2019 bij [verzoekster] afgeleverd en geïnstalleerd.
- [verzoekster] heeft de reparatiefacturen van [B.V. 4] onbetaald gelaten.
- Op 3 augustus 2019 viel de Bios volgens [verzoekster] definitief uit.
- [B.V. 4] weigerde de uitgevallen Bios te inspecteren en te repareren voordat de openstaande reparatiefacturen volledig waren betaald door [verzoekster] .
- Op 26 augustus 2019 heeft de raadsman van [verzoekster] een brief naar [verweerster 1] gezonden waarin zij werden gesommeerd om binnen acht dagen na dagtekening van de brief een deugdelijk werkend Bios -systeem te leveren, bij gebreke waarvan de overeenkomst door [verzoekster] zou worden ontbonden.
- [verweerster] c.s. heeft niet op deze brief gereageerd.
- Nadat de termijn in de brief van 26 augustus 2019 was verstreken, heeft [verzoekster] op 4 september 2019 een brief naar [verweerster 1] gezonden waarin de overeenkomst buitengerechtelijk werd ontbonden en waarin om schadevergoeding werd verzocht.
- Bij dagvaarding van 15 oktober 2020 is [verweerster] c.s. door [verzoekster] gedagvaard voor de rechtbank Zeeland-West-Brabant. [verzoekster] vorderde onder meer een verklaring voor recht dat [verweerster] c.s. toerekenbaar tekort waren geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst.
- In de procedure bij de rechtbank hebben [verweerster] c.s. onder meer aangevoerd dat de overeenkomst de mogelijkheid van ontbinding uitsluit. Volgens [verzoekster] komt [verweerster] c.s. naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid geen beroep toe op deze bepaling.
- Op 9 juli 2021 heeft de kantonrechter mondeling vonnis gewezen en zijn alle vorderingen van [verzoekster] afgewezen. De kantonrechter heeft in dit geval geen aanleiding gezien om de gerezen vragen over de storingen van de Bios te laten onderzoeken door een deskundige, omdat de overeenkomst volgens de kantonrechter niet rechtsgeldig is ontbonden. Daartoe heeft de kantonrechter overwogen ‘dat door het niet betalen van de reparatie door [B.V. 4] , [verzoekster] voor zichzelf de situatie heeft geschapen waarin de storing in augustus 2019 niet werd gerepareerd en zij daardoor geen gebruik meer kon maken van de Bios .’
“Vervolgacties door [B.V. 4] m.b.t. reparatie aan Bios systeem”en de e-mail van
3.De beslissing
uiterlijk op donderdag 27 januari 2022bij akte te reageren op de voorgenomen vragen;
uiterlijk op donderdag 10 februari 2022bij antwoordakte te reageren op de akte van de wederpartij;