In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 28 december 2021 aangevochten, waarin de kinderalimentatie van de man voor hun minderjarige kind op nihil was gesteld. De man was op 1 november 2020 toegelaten tot een vrijwillig schuldhulpverleningstraject (MSNP-traject) en de rechtbank had geoordeeld dat hij door deze omstandigheden niet in staat was om kinderalimentatie te betalen. De vrouw betwistte deze beslissing en voerde aan dat de man nog steeds draagkracht had om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun kind.
Het hof heeft vastgesteld dat er sprake was van een rechtens relevante wijziging van omstandigheden, maar heeft de ingangsdatum van de wijziging van de kinderalimentatie op 1 november 2020 gehandhaafd. Het hof oordeelde dat de man, door zijn toelating tot het MSNP-traject, geen ruimte had om kinderalimentatie te betalen. De vrouw's grieven over de draagkracht van de man en de ingangsdatum van de wijziging zijn verworpen. Het hof concludeerde dat de man gedurende het MSNP-traject geen draagkracht heeft voor de betaling van kinderalimentatie, maar dat deze verplichting herleeft na afloop van het traject. De bestreden beschikking werd bekrachtigd, met een aanvulling in het dictum over de nihilstelling van de alimentatieverplichting.