Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellante 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellante 1] in haar hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van [minderjarige] ,wonende te [woonplaats] ,
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] (Thailand),
[geïntimeerde 3] ,wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/258381 / HA ZA 18-637)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord met producties;
- de bij H12-formulier van 12 mei 2022 door [appellanten] toegezonden producties, die bij de mondelinge behandeling bij akte in het geding zijn gebracht;
- de mondelinge behandeling, waarbij mr. Rachid een pleitnotitie heeft overgelegd.
3.De beoordeling
Met betrekking tot vorenbedoeld beperkt recht van vruchtgebruik, hierna verder ook aan te duiden met “beperkt recht”, bepaal ik nog het navolgende:
twintig jaar na mijn overlijden, ingeval van faillissement van de vruchtgebruiker, bij het verlies van het vrije beheer van zijn goederen, alsmede bij hertrouwen van de vruchtgebruiker zonder het maken of handhaven van huwelijksvoorwaarden, inhoudende de uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen en verrekenbedingen;
nietbevoegd tot vervreemding en vertering van de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen en tot het vruchtdragend beleggen van gelden of tot het besteden van gelden in het belang van de overige goederen.
(…)
Het hof is van oordeel dat in het door erflater aan [appellante 1] betaalde bedrag van € 49.943,55 in de gegeven omstandigheden besloten ligt dat opeising niet direct zou plaatsvinden. Tussen partijen is niet in geschil dat het gaat om een verstrekking, dat het bedrag is verstrekt gedurende de periode dat erflater en [appellante 1] samenwoonden en dat de verstrekking van het bedrag aan [appellante 1] een ‘slapend bestaan’ heeft geleid totdat de nalatenschap van erflater is opengevallen en verrekening kon plaatsvinden met het aandeel van [appellante 1] in de nalatenschap (vgl. PHR 7 oktober 2016, ECLI:NL:PHR:2016:1006, rov. 4.13 en HR 12 november 1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3369, rov. 3.4.2).
nietbevoegd is tot vervreemding en vertering van de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen en tot het vruchtdragend beleggen van gelden of tot het besteden van gelden in het belang van de overige goederen.
De omstandigheid dat [appellante 1] volgens [geïntimeerden] het welbewust heeft laten aankomen op een verkoop van de woning terwijl zij met het inkomen dat zij destijds had de hypotheeklasten had kunnen dragen, of bijvoorbeeld haar appartement in Marokko had kunnen verkopen, maar [geïntimeerden] zich gedwongen voelden om aan de verkoop en levering mee te werken door verontrustende berichten over de rekeningen van de nalatenschap die zij niet konden voldoen en over de hypotheekschuld waarvoor de bank hen aansprak, maakt het voorgaande niet anders. [geïntimeerden] hebben erkend dat zij hebben meegewerkt aan de verkoop en levering van de woning en dat zij betrokken zijn geweest bij het verkoopproces. Zij wilden namelijk niet de hypotheek op hun eigen naam overnemen en de lasten daarvan dragen. Dit staat hen vrij, maar betekent in de gegeven omstandigheden dat [appellante 1] de met het vruchtgebruik bezwaarde woning met hun toestemming heeft verkocht en geleverd aan de kopers.
De primaire vordering van [appellanten] , waarbij onder verwijzing naar productie 15 bij de inleidende dagvaarding de waarde van het vruchtgebruik (€ 184.105,50) en bloot eigendom (€ 32.678,90) aan haar zou moeten worden toebedeeld, zal dan ook worden afgewezen. Bij de verdeling van de nalatenschap wordt geen rekening gehouden met een waarde van het vruchtgebruik op het banktegoed met de (netto) verkoopopbrengst van de woning.
Voor zover dit onderdeel van de grief ziet op de overweging van de rechtbank waarin geen onderscheid is gemaakt tussen eigenaarslasten en gebruikerslasten gaat het hof hieraan voorbij nu [appellanten] niet hebben aangegeven welke eigenaarslasten voor rekening van de nalatenschap zouden moeten komen.
€ 92.664,24