Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- [appellant] , bijgestaan door mr. Martens;
- [verweerster] , bijgestaan door mr. Van Ek;
- mevrouw [bewindvoerder] , hierna te noemen: de beschermingsbewindvoerder, bijgestaan door mr. Van Ek en
- mevrouw [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ) namens Plangroep [plangroep] .
3.De beoordeling
[verweerster] is zelfstandig bevoegd om lopende haar onderbewindstelling toewijzing van een dwangakkoord en subsidiair toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling te verzoeken, alsook tegen het hoger beroep verweer te voeren (zie de hiervoor genoemde uitspraak van de Hoge Raad). Het hof zal hetgeen door de beschermingsbewindvoerder naar voren is gebracht zowel in het gezamenlijke verweerschrift als tijdens de mondelinge behandeling aanmerken als haar visie als hierboven bedoeld.
www.overheid.nl). [verweerster] heeft lang niet kunnen werken. Ze is begonnen met 28 uur per week. Dat is voor nu het hoogst haalbare en een vooruitgang ten opzichte van de Participatiewet. Wat betreft de brieven van de schuldeisers CZ en Ohra is aangegeven dat hier een instemming in is te lezen. Door de bewindvoerderskosten is de WSNP minder lucratief voor de schuldeisers dan een minnelijk traject. De schuld van € 161.715,13 gaat [verweerster] gedurende haar leven niet aflossen. Het aanbod aan de schuldeisers van 1,15% is de enige manier. De ex-partner staat nergens ingeschreven en hij is ook niet te traceren. [verweerster] is een alleenstaande moeder en zij heeft een adres nodig voor een uitkering. In verband met de eigen veiligheid van [verweerster] kan zij de gegevens van [toenmalige echtgenoot] ook niet verstrekken. Ze is lang voor hem op de vlucht geweest en de kinderen zijn getraumatiseerd. Het verstrekken van de gegevens leidt tot een onveilige situatie voor [verweerster] en haar kinderen.
“Er wordt geen 9% ingehouden voor bemiddelingskosten. Er worden geen kosten ingehouden voor het financieel beheer van deze client”.
- is het schikkingsvoorstel door een onafhankelijke en deskundige partij getoetst (bijvoorbeeld een gemeentelijke kredietbank);
- is het schikkingsvoorstel goed en betrouwbaar gedocumenteerd;
- is voldoende duidelijk gemaakt dat het aanbod het uiterste is waartoe de schuldenaar financieel in staat moet worden geacht;
- biedt het alternatief van faillissement of schuldsanering enig uitzicht voor de schuldenaar;
- biedt het alternatief van faillissement of schuldsanering enig uitzicht voor de schuldeiser: hoe groot is de kans dat de weigerende schuldeiser dan evenveel of meer zal ontvangen;
- is aannemelijk dat gedwongen medewerking aan een schuldregeling voor de schuldeiser concurrentieverstorend werkt;
- bestaat er precedentwerking voor vergelijkbare gevallen;
- wat is de zwaarte van het financiële belang dat de schuldeiser heeft bij volledige nakoming; hoe groot is het aandeel van de weigerende schuldeiser in de totale schuldenlast;
- staat de weigerende schuldeiser alleen naast de overige met de schuldregeling instemmende schuldeisers;
- is er eerder een minnelijke of een gedwongen schuldregeling geweest die niet naar behoren is nagekomen.
[appellant] heeft dit betwist, ook na kennisname van de dien aangaande door althans namens [verweerster] ingediende stukken na mondelinge behandeling.
U ziet na aanvaarding van dit voorstel ook af van eventuele verrekening.
- Van het inkomen mag onze klant een deel behouden voor de vaste lasten en om van te leven. Dit Vrij Te Laten Bedrag (VTLB) hebben we berekend op € 1.112,46 per maand. De berekening hiervan vindt u als bijlage bij deze brief. Alle inkomsten daarboven reserveren wij voor de schuldeisers.
- (…)
- Conform artikel 5 van de gedragscode Schuldhulpverlening brengt PLANgroep geen 9% bemiddelingskosten en geen €6.00 per maand voor financieel beheer in mindering op de opgebouwde schuldreserve.
- (…)
- Elk jaar berekenen wij het VTLB opnieuw. Jaarlijks wordt u geïnformeerd over de voortgang van de regeling en betalen we na eenhercontrole[vet, GHSHE]
het tot dan toe gespaarde bedrag aan de schuldeisers uit.
hogerkan uitvallen. Bijvoorbeeld omdat de schuldenaar alsnog door meer inkomsten meer kan sparen, zoals thans het geval lijkt nu [verweerster] werk gevonden heeft. In zoverre heeft [appellant] een punt.
Voorts klopt de mededeling dat het bedrag ook
lagerkan worden niet, althans laat dat zich niet begrijpen nu het bedrag waarop het percentage van 1,15% is gebaseerd het minimum is dat
moetworden afgedragen (zelfs in een situatie waarin blijkens de in juli 2021 uitgevoerde VTLB-berekening het VTLB hoger is dan de daadwerkelijke inkomsten).
“3. U geeft minimaal éénmaal per jaar volledig inzicht in uw inkomen, vermogen en (vaste) lasten van het afgelopen jaar. Bewaar daarom alle bewijsstukken zoals bankafschriften, salaris- en uitkeringsspecificaties en rekeningen.
Van daadwerkelijke monitoring lijkt amper sprake, en dat wordt niet beter als daarbij wordt betrokken dat ook informatie wordt ingewonnen bij hulpverleners van de schuldenaar, zoals is aangevoerd. Daar vloeien immers geen extra of behoud van inkomsten uit voort.
Het lijkt gewenst terstond aandacht te vragen voor de tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep door de beschermingsbewindvoerder gestelde maximale belasting van [verweerster] , onder overlegging van nadere documentatie als deels al in het procesdossier opgenomen.
Het verzoek tot oplegging van een dwangakkoord zal worden afgewezen. Het subsidiaire verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling zal worden toegewezen.