Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
de Woningstichting,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer C/03/274070 / HA ZA 20-80)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- het herstelexploot van 7 april 2021;
- het tegen [geïntimeerde] verleende verstek;
3.De beoordeling
“het behoud van de cultuurhistorische waarde van het complex”hebben de Woningstichting en de gemeente Voerendaal (hierna: de gemeente) een
“beeldkwaliteitsplan voor het tuindorp [[adres X]] e.o. te [plaats] ”laten opstellen.
“Koper verklaart uitdrukkelijk kennis te hebben van en ermee in te stemmen dat in de akte van levering een kwalitatief beding gevestigd zal worden ten behoeve van de gemeente (…) inhoudende dat koper zich dient te conformeren aan (…) het (…) te sluiten beeldkwaliteitplan (…)”en in de leveringsakte is opgenomen dat
“koper jegens de gemeente (…) zich dient te conformeren aan het bepaalde in en de uitwerking van het tussen verkoper en de gemeente (…) te sluiten/gesloten beeldkwaliteitplan (…).”
“geen (lopende adviesaanvraag voor) aanwijzing, danwel aanwijzingsbesluit danwel registerinschrijving bekend”is
“1. als beschermd monument in de zin van artikel 3, 4 of 6 van de Monumentenwet; 2. tot beschermd stads- of dorpsgezicht of voorstel daartoe als bedoeld in artikel 35 van de Monumentenwet; 3. door de gemeente of provincie als beschermd stads- of dorpsgezicht;(…).”
grief Ibrengt de Woningstichting het standpunt voor het voetlicht dat [geïntimeerde] in
“In het kader van het behoud van de cultuurhistorische waarde van het complex is de afspraak met de gemeente gemaakt een beeldkwaliteitsplan op te stellen, waarin staat beschreven wat het gewenste beeld is waaraan het complex dient te voldoen. (…) Het richt zich zowel op het straatbeeld, de woningen als de achterterreinen. (…)”.Ook staat in de inleiding vermeld dat in het voorlaatste hoofdstuk van het beeldkwaliteitsplan de uitgangspunten en ambities aan de orde zullen komen, dat de
“ambitiekaart (…) het programma van eisen van de gewenste beeldkwaliteit van het complex”is en dat
“het rapport wordt (…) afgesloten met een hoofdstuk met maatregelen om te komen tot het gewenste beeld.”.Het hoofdstuk over de uitgangspunten en ambities houdt onder meer in dat
“Een belangrijke opgave voor het beeldkwaliteitsplan (…) het behoud van”de stedenbouwkundige
“eenheid, de samenhang van het complex”is en dat daarnaast getracht wordt
“oorspronkelijke kwaliteiten (…) terug te brengen en (…) te versterken”.Verder staat in dit hoofdstuk vermeld dat het daarbij deels
“restauratief herstel”betreft
“waarbij het voornamelijk gaat om het herstellen van historisch karakteristieke elementen”,zoals
“• De schil van de woningen grenzend aan het hof historisch herstellen (schoorstenen, dakpannen, goten etc.)”.Het hoofdstuk over de maatregelen houdt onder meer in dat
“De omschreven ambities zijn te vertalen in maatregelen.”en dat een van de maatregelen voor het gebied waar de woning van [geïntimeerde] ligt, is het
“• Terugbrengen keramische dakpannen, zinken goten en hemelwaterafvoeren”.
“Koper verklaart uitdrukkelijk kennis te hebben van en ermee in te stemmen dat in de akte van levering een kwalitatief beding gevestigd zal worden ten behoeve van de gemeente (…) inhoudende dat koper zich dient te conformeren aan het bepaalde in en de uitwerking van het tussen verkoper en de gemeente (…) terzake de individuele verkoop van onderhavige woning(en) te sluiten beeldkwaliteitplan speciaal met betrekking tot de materiaalkeuze alsmede kleurstelling van de gevels, met inbegrip van de daaruit voor koper voortvloeiende verplichtingen tot aanpassing/wijziging van het bij deze gekochte, zoals onder andere de eventueel aan te brengen afscheiding(en) tussen de gevels aan de straatzijde. (…)”
“als bedoeld in artikel 6:252 Burgerlijk Wetboek”opgenomen, die inhoudt dat
“de koper jegens de gemeente (…) zich dient te conformeren aan het bepaalde in en de uitwerking van het tussen verkoper en de gemeente (…) terzake de individuele verkoop van onderhavige woning(en) te sluiten/gesloten beeldkwaliteitplan speciaal met betrekking tot de materiaalkeuze alsmede kleurstelling van de gevels, met inbegrip van de daaruit voor koper voortvloeiende verplichtingen tot aanpassing/wijziging van het bij deze gekochte, zoals onder andere de eventueel aan te brengen afscheiding(en) tussen de gevels aan de straatzijde. (…)”
“om de – voor zover aanwezig – rolluiken, screens, zonweringen en andere aan de straatzijde uitpandig aangebrachte voorzieningen uiterlijk bij aanvang van de geplande casco-renovatie werkzaamheden te hebben verwijderd”, ligt het naar het oordeel van het hof voor de hand dat de uitpandig aangebrachte voorzieningen verwijderd moesten worden om de renovatiewerkzaamheden niet te belemmeren. De Woningstichting heeft niet althans onvoldoende duidelijk gemaakt dat deze verplichting zich uitstrekt tot de periode ná afronding van de renovatiewerkzaamheden, laat staan dat hieronder dan ook uitpandige voorzieningen aan het dak van de woningen begrepen dienen te worden.
grief IIberoept de Woningstichting zich op onrechtmatig handelen van [geïntimeerde] door het plaatsen van zonnepanelen op het dak van zijn woning.
grief IIIkomt de Woningstichting op tegen de afwijzing van haar vorderingen door de rechtbank.
grief IVricht de Woningstichting zich tegen de proceskostenveroordeling. Deze grief heeft geen zelfstandige betekenis en behoeft om die reden geen nadere behandeling.