Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met het procesdossier van de eerste aanleg en producties, ingekomen ter griffie op 12 april 2022;
- het verweerschrift in hoger beroep, ingekomen ter griffie op 31 mei 2022;
‘My situation’):
- voor recht verklaard dat het door [de werkgever] op 19 november 2021 aan [de werknemer] gegeven ontslag op staande voet niet voldoet aan de eisen van artikel 7:677 lid 1 BW en onregelmatig heeft plaatsgevonden;
- [de werkgever] veroordeeld om, onder overlegging van deugdelijke specificaties, aan de bewindvoerder van [de werknemer] te betalen:
- de vergoeding wegens onregelmatige opzegging ter hoogte van € 2.477,62 bruto (te vermeerderen met de wettelijke rente);
- de transitievergoeding ter hoogte van € 364,61 bruto (te vermeerderen met de wettelijke rente);
- het achterstallig salaris over november 2021 ter hoogte van € 1.169,64 bruto, vermeerderd met de wettelijke verhoging die is gematigd tot 10% (beide bedragen te vermeerderen met de wettelijk rente);
- de bewindvoerder veroordeeld tot betaling, uit het vermogen van [de werknemer] , aan [de werkgever] van het bedrag van € 81,29 aan onterecht getankte diesel;
- de overige verzoeken van [de werkgever] afgewezen;
- [de werkgever] veroordeeld in de kosten van de procedure en de nakosten (beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente);
- de beschikking waar deze veroordelingen betreft uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- het meer of anders verzochte afgewezen.
Weliswaar brengt het bewind niet mee dat de bewindvoerder partij wordt bij de huurovereenkomst, maar de daaruit voortvloeiende rechten van de rechthebbende zijn aan te merken als goederen in de zin van art. 1:431 lid 1 BW.
De bewindvoerder treedt daarom ten behoeve van de rechthebbende op als formele procespartij in een procedure betreffende een door de verhuurder gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde.’Zo geldt ook in deze zaak dat de bewindvoerder geen partij is geworden bij de arbeidsovereenkomst, dat bleef [de werknemer] zelf.