Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 5 mei 2020 (in de nachtelijke uren) te [woonplaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met dat opzet die [slachtoffer] (met beide handen) (krachtig) bij de keel heeft gepakt en/of die [slachtoffer] bij de keel (met kracht) heeft vastgehouden en/of die keel van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen en/of waarbij hij heeft getracht die [slachtoffer] te wurgen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van aangifte d.d. 15 juni 2020 (dossierpagina’s 43 tot en met 47), genummerd PL2000-2020152148-1, inhoudende als verklaring van getuige [getuige 1] :
(het hof begrijpt: [getuige 2] )aan [adres 2] . Naast ons op [adres 3]
(het hof begrijpt: [adres 3] )woont [slachtoffer]
(het hof begrijpt: [slachtoffer] )samen met haar vijfjarige zoontje [getuige 3] . Sinds de zomer van 2019 kreeg [slachtoffer] een relatie met [verdachte]
(het hof begrijpt: de verdachte). [verdachte] verbleef steeds vaker bij [slachtoffer] en op een gegeven moment was [verdachte] er altijd. De verstandhouding tussen ons en [slachtoffer] en [verdachte] ging in het begin best redelijk.
Het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 14 juni 2020 (dossierpagina’s 12 tot en met 15), genummerd PL2000-2020148464-2, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 1] :
(het hof begrijpt: de verdachte)en [slachtoffer]
(het hof begrijpt: [slachtoffer]). Ik herkende beide stemmen en deze ruzie was afkomstig van [adres 3]
(het hof begrijpt: [adres 3] ). Kort daarop werd ik telefonisch gebeld door [verdachte] . Hij vertelde ruzie te hebben met [slachtoffer] . Ik hoorde op de achtergrond [slachtoffer] gillen. Ik hoorde roepen: " [getuige 1] kom, kom!" Ik hoorde dat [slachtoffer] angstig klonk. Ik nam de situatie erg serieus.
Het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van aangifte d.d. 11 juni 2020 (dossierpagina’s 5 tot en met 7), genummerd PL2000-2020148464-1, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 2] :
het hof begrijpt: [adres 2]). Ik woon daar samen met mijn vriendin [getuige 1] (
het hof begrijpt [getuige 1]). Ongeveer 5 maanden geleden kwam [verdachte] (
het hof begrijpt: de verdachte) naast ons wonen. Althans hij trok in bij mijn buurvrouw [slachtoffer] (
het hof begrijpt: [slachtoffer]). [slachtoffer] woont op [adres 3]
(het hof begrijpt: [adres 3] ). In het begin ging dit nog goed en hebben wij [slachtoffer] en [verdachte] ook nog geholpen met zaken. Rond mei 2020 is het mis gegaan.
(het hof begrijpt: aangever en [getuige 1] )hoorden een behoorlijke ruzie met heel veel geluid, waarbij er ook geslagen werd met de deuren. Wij hoorden ook verschillende keren iemand “au” roepen. Mijn vriendin is toen gebeld door [verdachte] . [verdachte] had haar verteld dat er ruzie was. Ik hoorde mijn vriendin toen ook nog zeggen dat [slachtoffer] om hulp aan het roepen was. Mijn vriendin is toen naar de woning gegaan
(het hof begrijpt: de woning van [slachtoffer] en de verdachte). Zij heeft geprobeerd daar de boel te “sussen”. Hierbij heeft zij wel een gekneusd been opgelopen. Dit omdat zij [verdachte] van [slachtoffer] probeerde af te halen. [verdachte] had zijn handen rond haar keel.
De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 22 juli 2022, voor zover inhoudende:
(het hof begrijpt: [slachtoffer] )aan het bekvechten. Om verdere escalatie te voorkomen heb ik contact opgenomen met [getuige 1]
(het hof begrijpt: [getuige 1] ). Dit was ook de afspraak met [getuige 1] ; als er een woordenwisseling was tussen mij en [slachtoffer] en de situatie dreigend werd, konden wij [getuige 1] (telefonisch) bereiken. [getuige 1] is vervolgens naar onze woning gekomen
(het hof begrijpt: [adres 3] ). Ik vond dat [slachtoffer] beter met [getuige 1] kon praten, omdat [getuige 1] een soort moederfiguur voor [slachtoffer] was.
“au”heeft horen roepen en van [getuige 1] hoorde dat zij de verdachte van [slachtoffer] probeerde af te halen omdat de verdachte zijn handen rond de keel van die [slachtoffer] had, ziet volgens de verdediging niet op de kernhandeling van de tenlastelegging – te weten het bij de keel pakken van [slachtoffer] , de keel van die [slachtoffer] met kracht vasthouden en dichtknijpen – en zegt niets over de waarneming van [getuige 1] . De inhoud van deze verklaring is te weinig om als steunbewijs te kunnen gelden.
mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
92 (tweeënnegentig) dagen.
21 (eenentwintig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.