Uitspraak
Crediteuren
33. BTW correcties [B B.V.]
5.9 Algemeen
2. Omschrijving van het geschil/de onzekerheid
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aansprakelijkheid van een bestuurder voor onbetaalde naheffingsaanslagen omzetbelasting van een vennootschap. De belanghebbende, als bestuurder van [B B.V.], was aansprakelijk gesteld door de Ontvanger voor een bedrag van € 51.324. De zaak draait om de vraag of de belanghebbende terecht aansprakelijk is gesteld, gezien de melding van betalingsonmacht die in het verleden is gedaan. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de melding van betalingsonmacht niet rechtsgeldig was, omdat deze niet tijdig was gedaan. De belanghebbende stelde echter dat hij in rechte vertrouwen had gewekt dat de betalingsonmacht tijdig bekend was bij de Belastingdienst, en dat dit in de weg stond aan zijn aansprakelijkstelling. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende inderdaad in rechte te beschermen vertrouwen had dat de betalingsonmacht tijdig was gemeld, en dat dit de aansprakelijkstelling door de Ontvanger niet rechtvaardigde. Het Hof vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en de beschikking van de Ontvanger, en veroordeelde de Ontvanger tot vergoeding van de proceskosten en griffierechten. Deze uitspraak benadrukt het belang van goede communicatie tussen de Belastingdienst en de betrokken partijen, en de gevolgen van een rechtsgeldige melding van betalingsonmacht.