Uitspraak
[verdachte] ,
De onder 1 t/m 4 opgenomen onderzoekswensen hebben betrekking op de bewijsmiddelen die zijn vergaard door middel van de zogenoemde Encrochat-hack. De bewijsmiddelen hebben betrekking op de aan cliënt onder feit 3 t/m 7 tenlastegelegde feiten, te weten de zaaksdossiers ZD08 (productie en voorbereidingshandelingen amfetamine) en ZD 19 (aanwezig hebben verdovende middelen, voorhanden hebben vuurwapen en voorbereidingshandelingen Opiumwet).
verdachteter zake van het aan
hemtenlastegelegde feit waarover de rechter die in art. 359a Sv wordt bedoeld, heeft te oordelen. Artikel 359a Sv is dus niet van toepassing indien het verzuim is begaan buiten het verband van dit voorbereidend onderzoek. (Vgl. HR 30 maart 2004, ECLI:NL:HR: 2004:AM2533, rechtsoverweging 3.4.2 en HR 18 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:706, rechtsoverweging 4.3.)
Uit het voorgaande volgt dat ervan uit kan worden gegaan dat in een groot tot zeer groot aantal gevallen van het gebruik van communicatie via de door Encro c.s. aangeboden diensten, communicatie is in verband met of ten behoeve van het beramen of plegen van ernstige strafbare feiten in georganiseerd verband welke een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde waarop een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld.
Aan de voorwaarden onder 1 en 2 betreffende het geven van nadere Informatie over de werking van de Franse interceptietool kan geen invulling worden gegeven. Verbalisanten In Frankrijk hebben uitvoering gegeven aan de machtiging van de Franse rechter. Een (aantal) proces(sen)-verbaal daarvan zullen worden gevoegd ter verduidelijking. De interceptietool zelf is door de Franse autoriteiten aangemerkt als militair staatsgeheim. Daarom mogen er geen nadere details over de tool worden vrijgegeven. Er bestaat derhalve geen plicht in Frankrijk tot het geven van inzage in de werking van het technisch middel waarmee is binnengedrongen of tot het vrijgeven daarvan om te gebruiken bij een nabootsing of demonstratie.’ [5]
De vraag wat in de JIT-overeenkomst staat, heeft geen enkel belang voor de vraag of er sprake is van eventuele vormverzuimen bij het verzamelen van gegevens in het kader van een hack die heeft plaatsgevonden door de Franse autoriteiten of de latere overdracht van deze gegevens aan de Nederlandse autoriteiten.
Gelet op de stukken die reeds aan het dossier zijn toegevoegd, waaronder de Franse documenten, en hetgeen dienaangaande is overwogen onder onderzoekswens 3, mede gelet op hetgeen reeds is overwogen ten aanzien van een mogelijke schending van art. 6 en art. 8 EVRM, stelt het hof vast dat de verdediging verder niets heeft aangevoerd waaruit de noodzaak tot het voegen van de JIT-overeenkomst volgt. Het hof ziet dan ook geen noodzaak om deze JIT-overeenkomst aan het dossier toe te voegen.
schorsthet onderzoek voor een periode langer dan een maand, doch niet langer dan drie maanden, te weten tot de terechtzitting van het hof van
1 augustus te 15.00 uur(zijnde een terechtzitting van de 4e strafkamer (megakamer), verwachte behandelduur: 120 minuten), om de klemmende redenen dat niet te verwachten valt dat het door het hof bevolen onderzoek voordien gereed is en voorts de agenda van het hof hervatting van het onderzoek binnen een maand na heden niet toelaat;
bepaaltdat genoemde zitting slechts een pro forma-zitting zal zijn, waarop geen inhoudelijke behandeling van de zaak zal plaatsvinden en dat het onderzoek op die terechtzitting andermaal zal worden geschorst tot een nader te bepalen terechtzitting;
bepaaltdat de zaak op de dag en het tijdstip van de hierboven genoemde terechtzitting gelijktijdig, doch niet gevoegd moet worden aangebracht met de strafzaken tegen [medeverdachte] (parketnummer 20-002180-21), [medeverdachte] (parketnummer 20-002245-21), [medeverdachte] (parketnummer 20-002223-21), [medeverdachte] (parketnummer 20-002224-21), [medeverdachte] (parketnummer 20-002240-21), [medeverdachte] (parketnummer 20-002241-21), [medeverdachte] (1964, parketnummer 20-002244-21), [medeverdachte] (parketnummer 20-002225-21), [medeverdachte] (parketnummer 20-002239-21), [medeverdachte] (parketnummer 20-002246-21, [medeverdachte] (parketnummer 20-002243-21), [medeverdachte] (parketnummer 20-002257-21) en [medeverdachte] (parketnummer 20-002242-21);
beveeltde
oproepingvan verdachte tegen datum en tijdstip voornoemd, met mededeling dat het slechts een pro forma-zitting zal zijn, waarop geen inhoudelijke behandeling van de zaak zal plaatsvinden
beveeltde
kennisgevingaan de raadsman van verdachte van de dag en het tijdstip van de hierboven genoemde terechtzitting;
steltde stukken in handen van de
raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof, zijnde een lid van deze strafkamer, voor het horen van getuigen genoemd in de processen-verbaal van de terechtzitting van 27 januari jl., 11 maart jl. en 2 juni jl.