Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
- [verzoekster] is een adviesbureau op het gebied van (werktuig)bouwkundige projecten.
- [verweerder] is van 1 mei 2018 tot 1 september 2020 in dienst geweest van [verzoekster] in de functie van (BIM) Manager en modelleur.
- Partijen zijn bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst overeengekomen dat [verweerder] de lopende projecten van [eenmanszaak] (de eenmanszaak van [verweerder] ) overneemt en dat [verweerder] gerechtigd is om de vier projecten zoals vermeld in de arbeidsovereenkomst af te werken in de tijd van [verzoekster]
- Tussen partijen is omstreeks juni 2020 een geschil ontstaan nadat [verzoekster] diverse opdrachtbevestigingen, offertes, facturen en ontvangen betalingen van [eenmanszaak] op de laptop van [verweerder] had aangetroffen. Dit geschil heeft geleid tot de procedure bij de rechtbank Oost-Brabant, locatie ‘s-Hertogenbosch.
- Bij vonnis van 22 juli 2021 heeft de kantonrechter in conventie [verweerder] veroordeeld om aan [verzoekster] te betalen een bedrag van € 3.500,00 aan contractuele boete wegens overtreding van het verbod op concurrerende nevenactiviteiten en een bedrag van € 5.500,00 aan contractuele boete wegens overtreding van het relatiebeding. De kantonrechter heeft het meer of anders gevorderde afgewezen – onder meer vanwege onvoldoende onderbouwing / weerlegging van de vorderingen zijdens [verzoekster] –.
- Tegen dit vonnis heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld.
- [verweerder] had tijdens werktijd aanzienlijk meer dan 80 uur besteed aan lopende projecten van [eenmanszaak] . [verzoekster] wenst [verweerder] onder ede te horen over het urenoverzicht dat bij e-mail van 31 december 2018 door hem is overgelegd.
- [verweerder] had gedurende zijn arbeidsovereenkomst – en in strijd met het nevenwerkzaamhedenbeding – via [eenmanszaak] gewerkt aan andere projecten dan de lopende projecten. [verzoekster] wenst [verweerder] daarom onder ede te horen over onder meer de offertes en facturen die [verzoekster] heeft gevonden en de werkzaamheden die hij heeft verricht voor de verschillende opdrachtgevers.
- [verweerder] benaderde – in strijd met het relatiebeding – relaties van [verzoekster] om anders dan ten behoeve van [verzoekster] overeenkomsten te sluiten en/of op andere wijze buiten [verzoekster] samen te gaan werken – meer specifiek de heer [betrokkene 1] en [betrokkene 2] –. [verweerder] zal onder meer kunnen verklaren over de werkzaamheden die hij heeft verricht (inhoud, wanneer, tijdsduur).
- [verweerder] beschikte na het einde van zijn arbeidsovereenkomst nog steeds over bescheiden van [verzoekster] . [verweerder] heeft erkend dat hij na afloop van zijn arbeidsovereenkomst werkzaamheden heeft verricht voor project [project] – voor de heer [betrokkene 1] –. [verweerder] moet hiervoor de beschikking hebben over de 3D Revit modellen van [verzoekster] . [verweerder] heeft echter gesteld dat hij nieuwe modellen heeft gemaakt voor de uitvoering. [verweerder] zal in ieder geval kunnen verklaren over de wijze waarop hij de 3D Revit modellen heeft gemaakt.
- [verweerder] verrijkte zich ten koste van [verzoekster] door op een drietal projecten die werden uitgevoerd door [verzoekster] , een commissie/opslag van 20% te hanteren – [verweerder] fungeerde als tussenpersoon voor de heer [betrokkene 1] –. [verzoekster] wil [verweerder] hierover onder ede horen. Hij zal in ieder geval kunnen verklaren over de totstandkoming van de prijzen en de opslag van 20% met de heer [betrokkene 1] . Hiermee zal volgens [verzoekster] aangetoond kunnen worden dat [verweerder] zichzelf wel degelijk heeft verrijkt, dan wel dat hij niet als goed werknemer heeft gehandeld, en dat [verzoekster] hierdoor schade heeft geleden.