Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/349877 / HA ZA 19-558)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven tevens akte wijziging eis;
- de memorie van antwoord met producties;
- de akte uitlating producties van [appellant] ;
- de antwoordakte van Rabobank.
3.De beoordeling
“althans daar kunnen de nodige vraagtekens bij gezet worden”, zo stelt [appellant] , maar hij specificeert en onderbouwt dat niet. Afgezien daarvan had het in dat geval op de weg van [appellant] gelegen om daar na afloop van het gevoerde gesprek bij Rabobank melding van te maken. Gesteld noch gebleken is dat [appellant] dat heeft gedaan. [appellant] stelt weliswaar dat van de ingebrachte verslagen alleen het verslag van 22 december 2017 naar aanleiding van het gesprek op 20 december 2017 (productie 12 bij memorie van antwoord) door Rabobank aan hem is verstuurd c.q. door hem is ontvangen, maar in dat geval had het eveneens op de weg van [appellant] gelegen om daarvan melding te maken bij Rabobank.
“de omgang met dieren, de natuurlijke omgeving en de structuur van het (agrarische) bedrijf”. De agrarische bestemming van het perceel volgens het bestemmingsplan is door [appellant] in dat verband steeds gehandhaafd. Dat blijkt (onder meer) uit de stelling van [appellant] bij memorie van grieven dat deze bestemming “zal worden gewijzigd”. [appellant] is de voormalige woonboerderij na het staken van zijn boerenbedrijf niet voor andere activiteiten gaan gebruiken. In deze woning werd en wordt feitelijk alleen gewoond. De woning werd al ver voor het schadevoorval, sinds 2008, niet meer door [appellant] zelf bewoond. Daarin is dus evenmin verandering gekomen. Dat aanvankelijk de zoon en dochter van [appellant] de voormalige woonboerderij zouden hebben bewoond en dat thans de dochter van [appellant] en haar partner daar zouden wonen, is geen reden om de voormalige woonboerderij anders te verzekeren, zoals Rabobank stelt en niet, althans onvoldoende gemotiveerd door [appellant] wordt betwist. [appellant] is ook nog steeds eigenaar van deze woning.
“dat de daklei door de jaren heen alleen harder is geworden i.p.v. zachter.”.
hebben wij 2 st. dakleien van het dak gehaald en gecontroleerd op de hardheid door er met een schroevendraaier over heen te krassen en inderdaad zijn de dakleien nog glashard, en zullen deze nog vele jaren zonder lekkages mee gaan. (…)”