ECLI:NL:HR:2012:BV6693
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Tekortkoming van een bank als assurantietussenpersoon en de zorgplicht jegens de verzekeringnemer
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 april 2012 uitspraak gedaan over de tekortkoming van een bank als assurantietussenpersoon. De zaak betreft een geschil tussen de COÖPERATIEVE RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN U.A. (hierna: de bank) en een verzekeringnemer, aangeduid als [verweerster]. De kern van het geschil draait om de vraag of de bank haar zorgplicht heeft geschonden door in een brief van 23 april 2003 onjuiste en onvolledige informatie te verstrekken over de gevolgen van het niet voldoen aan preventiemaatregelen voor de dekking van een brandrisico.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [verweerster] had haar huurdersbelang en inventaris verzekerd bij N.V. Interpolis, met de bank als assurantietussenpersoon. Na een brand op 23 augustus 2003, waarbij [verweerster] niet voldeed aan de afgesproken preventiemaatregelen, weigerde Interpolis dekking te verlenen. [verweerster] stelde de bank aansprakelijk, stellende dat de bank haar niet adequaat had geïnformeerd over de gevolgen van het niet voldoen aan de preventiemaatregelen.
De rechtbank oordeelde dat de bank niet tekortgeschoten was in haar zorgplicht, maar het hof vernietigde dit vonnis en wees de vordering van [verweerster] toe. De Hoge Raad oordeelde dat het hof zijn oordeel uitsluitend had gebaseerd op de onjuistheid van de brief van de bank, zonder rekening te houden met andere relevante omstandigheden. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van assurantietussenpersonen en de noodzaak om verzekeringnemers tijdig en duidelijk te informeren over de gevolgen van hun verplichtingen. De Hoge Raad stelde dat de zorgplicht van de bank niet zo ver gaat dat zij de juistheid van mededelingen van haar opdrachtgever moet controleren, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dat vereisen.