Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[[X]] Accountants N.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[appellant 2],
wonende te [woonplaats] ,
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[[ Y ]] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[[ Y ]] Holding B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 13 oktober 2020;
- de memorie van antwoord in principaal hoger beroep tevens houdende eisvermeerdering in incidenteel hoger beroep met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep met productie;
- de mondelinge behandeling van 21 maart 2022, waarbij [appellanten] pleitnotities heeft overgelegd en [geïntimeerden] pleitaantekeningen heeft overgelegd;
- de bij H12 formulier van 11 maart 2022 aan het hof toegezonden akte overlegging productie met overzicht producties en productie 15, die [appellanten] bij de mondelinge behandeling bij akte in het geding heeft gebracht;
- het H2 formulier van 11 maart 2022 van de zijde van [appellanten] waarbij mr. D.A. van der Kooij zich voor [appellanten] stelt in plaats van mr. A.E.H. van der Voort Maarschalk;
- Het bij H12 formulier van 16 maart 2022 en brief van 16 maart 2022 aan het hof toegezonden bespreekverslag van 12 september 2012 [[ Z ]] Totaal Onderhoud B.V. dat door [appellanten] bij de mondelinge behandeling bij akte in het geding is gebracht.
6.De verdere beoordeling
Betrokkene heeft geconcludeerd dat [persoon B] een volledige bevoegdheid had en hij heeft dan ook terecht als risico een tendens tot flatteren van de resultaten met mogelijke gevolgen voor de waardering van de OHP en de volledigheid van verliesneming en juiste winstneming onderkend. Op grondslag van (de destijds geldende) NV COS 315 ‘het onderkennen en inschatten van de risico’s van een afwijking van materieel belang door middel van het verwerven van inzicht in de entiteit en haar omgeving’ heeft hij daarmee risico’s van materieel belang geïdentificeerd waarop hij op grondslag van de (destijds geldende) NV COS 330 ‘De wijzen van inspelen door de accountant op ingeschatte risico’s’, adequaat had moeten inspelen. Te dier zake verlangt (de destijds geldende) NV COS 500 ‘Controle-informatie’ onder paragraaf 9. dat, wanneer de accountant gebruik maakt van informatie die afkomstig is van de entiteit, hij evalueert of die informatie voldoende betrouwbaar is voor de doeleinden van de accountant. In dat kader dient hij onder meer -naar gelang nodig in de gegeven omstandigheden - controle-informatie te verkrijgen over de nauwkeurigheidenvolledigheid van de informatie.
”.
- de vorderingen van [appellanten] integraal af te wijzen,
- de vorderingen van [geïntimeerden] in eerste aanleg en bij vermeerdering van eis toe te wijzen inhoudende te verklaren voor recht dat [appellanten] een onrechtmatige daad heeft gepleegd jegens [geïntimeerden] en dientengevolge schadeplichtig is voor de daaruit voortvloeiende schade, die schade nader op te maken bij staat en een bedrag van EURO 95.000,-- dan wel een ander door het hof in goede justitie te bepalen bedrag, toe te wijzen als voorschot op de door [geïntimeerden] geleden schade, door [appellanten] aan [geïntimeerden] te betalen binnen veertien dagen na arrest;
- de vorderingen van [appellanten] integraal af te wijzen,
- bekrachtiging van het vonnis waarvan beroep;
zijn nageleefd. Voorts behoren tot de in de beoordeling te betrekken factoren de aard van de geschonden norm en de ernst van een geconstateerde schending daarvan, de door de accountant wel getroffen maatregelen of verschafte informatie, de mate waarin het gevaar van schade door aantasting van de in het geding zijnde vermogensbelangen voor de accountant redelijkerwijs voorzienbaar was en, mede in verband daarmee, of die (controle)maatregelen zijn genomen en die waarschuwingen zijn gegeven die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze van de accountant konden worden gevergd ter voorkoming van dit gevaar.
Daarbij moet echter het volgende in aanmerking worden genomen.
Oordeel betreffende de jaarrekening
De vermogens en liquiditeitspositie van de vennootschap is onder druk komen te staan vanwege tegenvallende resultaten uit het verleden en de aanhoudende crisis in de branche. In 2010 is in deze situatie nauwelijks verandering opgetreden. De directie van de vennootschap anticipeert hierop door in 2011 een verdere organisatiewijziging door te voeren waaronder er nog een aanzienlijke reductie van de kosten te behalen is. Met de belangrijkste externe financiers en de aandeelhouders is overeenstemming bereikt over continuering van de (krediet)faciliteiten voor 2011. Op basis van bovenstaande verwachtingen en de verwachtingen met betrekking tot de orderportefeuille verwacht de directie de liquiditeits- en vermogenspositie te kunnen verbeteren. Concluderend kan worden gesteld dat een duurzame voortzetting van de bedrijfsuitoefening niet onmogelijk is doch dat dit de nodige aandacht blijft vergen. Derhalve zijn de gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gebaseerd op continuïteitsveronderstellingen van de vennootschap.”