Uitspraak
1.Procesverloop
2.Ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek
mr. H.A.W. Vermeulen en mr. J.F.A.M. Graafland-Verhaegen, leden, bijgestaan door mr. lic. J.N. van Veen, griffier.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 mei 2022 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker in een belastingzaak. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een zitting op 18 februari 2022, waarbij de verzoeker zich niet adequaat kon verweren tegen de pleitnota van de heffingsambtenaar. De verzoeker stelde dat de raadsheren, mr. J.M. van der Vegt, mr. drs. P. Fortuin en prof. mr. dr. B.G. van Zadelhoff, mogelijk partijdig waren en dat er belangenverstrengeling zou kunnen zijn. De wrakingskamer oordeelde echter dat het verzoek niet tijdig was ingediend, aangezien de verzoeker tien dagen na de zitting had gewacht met het indienen van het verzoek. Dit tijdsverloop werd als onacceptabel beschouwd, waardoor de wrakingskamer de verzoeker niet-ontvankelijk verklaarde in zijn verzoek tot wraking. De beslissing benadrukt het belang van tijdigheid bij het indienen van wrakingsverzoeken en bevestigt dat de raadsheren gekwalificeerd zijn om de zaak te behandelen, ondanks de aangevoerde bezwaren van de verzoeker.