ECLI:NL:GHSHE:2021:4403
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wederrechtelijk binnendringen in besloten lokaal bij COA-locatie Oisterwijk
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 2003, was eerder veroordeeld tot een jeugddetentie van 7 dagen voor het wederrechtelijk binnendringen in een besloten lokaal van de COA-locatie Oisterwijk. De kinderrechter had het bevel tot bewaring opgeheven, maar de verdachte ging in hoger beroep tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou vernietigen en de verdachte opnieuw zou veroordelen. De raadsman van de verdachte pleitte voor vrijspraak en betoogde dat de dagvaarding partieel nietig was.
Het hof heeft het beroep van de verdachte gegrond verklaard, maar heeft de verdachte alsnog schuldig bevonden aan het wederrechtelijk binnendringen. Het hof oordeelde dat de gewijzigde tenlastelegging voldoende feitelijke basis bood voor de beschuldiging. De verdachte had op 19 maart 2021, te Oisterwijk, wederrechtelijk het terrein van de COA-locatie betreden, ondanks een eerder opgelegde toegangsontzegging. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich bewust was van het feit dat hij niet op het terrein mocht zijn, aangezien hij over een hek was gesprongen en zich had verstopt onder een bed in het asielzoekerscentrum.
De strafbaarheid van de verdachte werd niet uitgesloten, en het hof legde een onvoorwaardelijke jeugddetentie van 7 dagen op, gelijk aan de tijd die de verdachte al in voorarrest had doorgebracht. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De beslissing is gebaseerd op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.