Uitspraak
s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,
[appellante],
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/349768 / HA ZA 18-621)
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten en het geschil
OVEREENKOMST TUSSEN PARTIJEN
In de akte van levering van 1 augustus 2016 (...) is geen melding gemaakt van erfdienstbaarheden, en zijn er meer vierkante meters aan u overgedragen dan dat de bedoeling was. Bij de akte van 1 augustus 2016 is echter geen rekening gehouden met de akte van beëindiging erfdienstbaarheid en vestiging nieuwe erfdienstbaarheid de dato 17 november 2015 met de heer en mevrouw [geïntimeerden ] (...).Om deze problematiek op te lossen stelt de heer [opdrachtgever] voor om geen wijziging aan te brengen in de eigendomsverhoudingen maar wel formeel te bekrachtigen dat de voormelde erfdienstbaarheid die is gevestigd op uw perceel, van toepassing is.”
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
Aan deze vorderingen hebben [geïntimeerden ] ten grondslag gelegd dat [appellanten] niet de rechtmatige eigendom van de desbetreffende percelen hebben verkregen alsmede dat [appellanten] de uitoefening van de erfdienstbaarheid op een onredelijke wijze bemoeilijkt door het behouden van de keerwal op de huidige locatie en het plaatsen van tegels en opsluitbanden op de percelen [sectienummer 3] en [sectienummer 4] .
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
eigendomsverkrijging van de percelen [sectienummer 3] en [sectienummer 4] door [appellanten]
vanuit het punt R (gelegen op vijfeneenhalve meter vanaf rechterstijl doorgang garage op perceel [sectienummer 2] ) wordt een cirkel getrokken met een straal van vijfeneenhalve meter)”. Perceel [sectienummer 2] is ook slechts toegankelijk via perceel [sectienummer 1] . Een redelijke en op de praktijk toegesneden uitleg van de akte van 17 november 2015 brengt met zich dat onder de uitoefening van de erfdienstbaarheid ten gunste van perceel [sectienummer 1] ook moet worden begrepen het uit- en inwegen naar dat perceel vanaf perceel [sectienummer 2] . Voor zover daarin een verzwaring van de erfdienstbaarheid is gelegen hebben [appellanten] , mede gelet op het feit dat verzwaring niet is uitgesloten in de akte van 17 november 2017, onvoldoende toegelicht waarom deze ontoelaatbaar zou zijn. Het enkele feit dat behalve [geïntimeerden ] ook de overige eigenaren van perceel [sectienummer 2] aldus een gebruiksrecht krijgen met betrekking tot perceel [sectienummer 3] , wat daar verder van zij, is daartoe onvoldoende. Slotsom is dat de uitoefening van de erfdienstbaarheid ten behoeve van perceel [sectienummer 1] mede het door [geïntimeerden ] verlangde gebruik ten behoeve van (het komen van en gaan naar) perceel [sectienummer 2] omvat.