Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, maar alleen voor de beslissingen over de boete, het griffierecht en de proceskostenvergoeding;
- verklaart het tegen de uitspraak op bezwaar bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond voor zover het ziet op de boete;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover die ziet op de boete;
- vermindert de boete tot € 154;
- bepaalt dat de inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht voor de behandeling van het beroep bij de rechtbank en het hoger beroep bij het hof van, in totaal, € 178 vergoedt;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het bezwaar van € 530;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding bij de rechtbank en het hof van € 2.136,
- bepaalt dat de inspecteur de kosten van het geding betaalt aan de rechtsbijstandverlener.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).
2. Bij niet of gedeeltelijk niet betalen legt de inspecteur de boete op, gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag.
3. De bevoegdheid tot het opleggen van de boete wegens niet tijdig betalen vervalt door verloop van vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan.
4. Artikel 20, eerste lid, tweede volzin, en tweede lid, tweede volzin (https://wetten.overheid.nl/BWBR0002320/2018-07-28), is van overeenkomstige toepassing.”