In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de beslissing van de rechtbank Limburg, die op 26 april 2021 de machtiging tot uithuisplaatsing had verlengd. De moeder verzocht primair de beschikking te vernietigen en subsidiair om nader onderzoek te gelasten. De vader van de kinderen steunde de verzoeken van de moeder, terwijl de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (de GI) de verlenging van de uithuisplaatsing verdedigde. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de zorgen over de opvoedsituatie van de kinderen, de ontwikkeling van de moeder en de rol van de vader. Het hof concludeerde dat de verlenging van de uithuisplaatsing noodzakelijk was voor de verzorging en opvoeding van de kinderen en dat het verzoek om deskundigenonderzoek prematuur was. De beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd en de verzoeken van de moeder werden afgewezen.