Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 6 mei 2020;
- het verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 18 augustus 2020;
- een brief van [werkneemster] met producties, ingekomen ter griffie op 29 september 2020;
3.De beoordeling
aanvaardt. [werkgever] heeft toegelicht dat zij deze termijn heeft gesteld om de UWV-procedure tijdig te kunnen intrekken. Ook overigens is niet gebleken dat [werkgever] van [werkneemster] verwachtte dat zij haar werkzaamheden na acceptatie per direct zou hervatten in de aangeboden functie. De omstandigheid dat [werkgever] (pro forma) een ontslagvergunning bij het UWV had aangevraagd, leidt niet tot een ander oordeel. Indien [werkneemster] de aangeboden functie zou hebben aanvaard, had [werkgever] deze aanvraag immers kunnen intrekken.