Verzoekster verzoekt thans het hof om haar toe te kennen:
primair: op grond van de Bopz-jurisprudentie een schadevergoeding van € 20.055,-
subsidiair: op grond van het forfaitair stelsel een schadevergoeding van € 2.400,- en als immateriële schadevergoeding € 2.000,-.
Zij voert in de eerste plaats aan dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het in haar geval billijk is voor de hoogte van de schadevergoeding aan te sluiten bij de door de [stichting] genoemde bedragen die gelden voor personen die in een reguliere TBS kliniek zijn opgenomen en aan wie op formele gronden onterecht een kamerprogramma is opgelegd, te weten € 5,- per dag.
Verzoekster benadrukt dat zij niet in een reguliere TBS kliniek is opgenomen, maar in een ggz-instelling. De wetgever heeft expliciet de Wvggz daarop van toepassing verklaard en het is verzoekster niet duidelijk waarom in haar geval aansluiting wordt gezocht bij andere regelgeving.
Wat betreft de hoogte van de schadevergoeding is de jurisprudentie wisselend. Daarbij komt dat er ook wel wordt aangehaakt bij de jurisprudentie in algemene civiele schadevergoedingszaken en in schadevergoedingszaken in het kader van de Wet Bopz, waarbij de bedragen kunnen variëren van € 50,- tot wel € 105,- per dag. Verzoekster acht derhalve een vergoeding van € 5,- per dag niet billijk.
Daarnaast voert verzoekster aan dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat zij onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd dat de door haar genoemde normschendingen tot schade hebben geleid.
Verzoekster wijst erop dat de bedoeling van de wetgever bij de invoering van Wvggz niet is geweest om de klagers in een moeilijke bewijspositie te brengen. De positie van de klager is juist versterkt en de mogelijkheden tot klagen en het verzoeken tot het toekennen van schadevergoeding zijn uitgebreid.
Er is volgens verzoekster sprake geweest van normovertredend handelen door de [stichting] en zij verwijst naar hetgeen zij daarover heeft aangevoerd in eerste aanleg. Dit heeft nadelige gevolgen gehad voor verzoekster. Zij zat een groot gedeelte van de dag in eenzaamheid en kon niet naar buiten of deelnemen aan de groep. Hierdoor had zij last van gevoelens van onmacht, vernedering, intimidatie, onzekerheid, verdriet, spanning, frustratie, ergernis en rechteloosheid. Door de frustratie, die zij soms heftig heeft geuit, heeft de [stichting] gemeend het kamerprogramma langer te moeten handhaven. Dit had een omgekeerd effect op verzoekster. Juist door de lange termijn, het negeren van haar verzet en van de wettelijke eisen heeft de opsluiting op haar kamer ernstig nadelige gevolgen voor haar gehad.
Ook in de uitspraak van de Hoge Raad van 10 april 2015 (ECLI:NL:2015:926) ging de Hoge Raad, door de enkele normschending en de aard hiervan, uit van een causaal verband tussen de normschending en een op geld waardeerbare schade in de vorm van spanning of frustratie.
Verzoekster beroept zich voor wat betreft de hoogte van de schadevergoeding op een onderzoeksrapport van de Universiteit van Amsterdam (2019) naar de hoogte van schadevergoedingen onder de wet Bopz en het daarin op grond van de relevante rechtspraak ontwikkelde forfaitaire stelsel dat een handvat biedt voor onderbouwing van schadevergoedingsverzoeken in het kader van de Wvggz.
Het advies gaat ervan uit dat sprake is van schade als gevolg van de normschending die samenhangt met de klacht. De klachtencommissie zou een lichte toets moeten hanteren met betrekking tot het bewijs en zich actief moeten opstellen als het gaat om het aan het licht brengen van de feiten. Dit past bij het doel van de klachtenprocedure en de kwetsbaarheid van de patiënt geconfronteerd met verplichte zorg.
Indien de schadebegroting een lager bedrag inhoudt dan billijk is, vertrouwt verzoekster erop dat het hof het bedrag zal aanvullen tot hetgeen billijk is.
Ter mondelinge behandeling heeft de advocaat van verzoekster daar nog aan toegevoegd dat in het geval de patiëntenvertrouwenspersoon eerder betrokken was geweest er eerder kennis was genomen van haar klacht en zij minder gefrustreerd was geraakt. De gesloten kamerplaatsing heeft haar frustraties in feite alleen maar verergerd.