In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 31 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of de belanghebbende recht heeft op zelfstandigenaftrek. De belanghebbende, die een eenmanszaak heeft, heeft in 2016 geen aangifte gedaan voor de inkomstenbelasting en de Zorgverzekeringswet. De inspecteur heeft daarop ambtshalve aanslagen opgelegd. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt, maar de inspecteur heeft de aanslagen gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende hoger beroep heeft ingesteld.
Het hof heeft vastgesteld dat de belanghebbende niet heeft voldaan aan zijn bewijslast met betrekking tot het urencriterium, dat vereist is voor de zelfstandigenaftrek. De door de belanghebbende overgelegde urenoverzichten en foto’s zijn te algemeen en niet specifiek genoeg om aan te tonen dat hij aan het urencriterium heeft voldaan. Het hof heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en het hoger beroep ongegrond verklaard. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er zijn geen redenen gevonden om het griffierecht te vergoeden of om de inspecteur in de proceskosten te veroordelen.