Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] .
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
- Uit de affectieve relatie van de moeder en de vader is geboren [minderjarige 2] , op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] . [minderjarige 2] is door de vader erkend. Op 21 juli 2009 is op verzoek van de ouders het gezamenlijk gezag aangetekend in het gezagsregister.
- De moeder en de vader zijn op 26 november 2009 met elkaar gehuwd.
- Van 5 augustus 2010 tot 15 februari 2012 was [minderjarige 2] onder toezicht gesteld.
- Bij beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant van 9 juli 2013 zijn de moeder en de vader onder curatele gesteld met ingang van 1 augustus 2013, op grond van verkwisting. De GI is met ingang van 20 september 2013 belast met de (voorlopige) voogdij over [minderjarige 2] , omdat de moeder en de vader door hun ondercuratelestelling conform artikel 1:246 van het Burgerlijk Wetboek (BW) niet langer bevoegd waren het gezag over [minderjarige 2] uit te oefenen.
- Uit het huwelijk van de moeder en de vader is geboren [minderjarige 1] , op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] . De GI is met ingang van [geboortedatum] 2013 belast met de voogdij over [minderjarige 1] .
- [minderjarige 2] en [minderjarige 1] zijn in 2013 uit huis geplaatst. Zij wonen sinds 2014 in de huidige perspectief biedende pleeggezinnen.
- Op 30 januari 2017 is de curatele van de moeder en de vader omgezet naar een onderbewindstelling.
- Uit het huwelijk van de moeder en de vader is in [maand] 2019 [minderjarige 3] geboren. Zij is
- uit huis geplaatst bij grootmoeder moederszijde.
- Het huwelijk van de moeder en de vader is ontbonden op 3 maart 2020.
- De moeder is zwanger van haar vierde kind bij haar nieuwe partner.
- vooralsnog gedurende een periode van drie maanden eens per maand gedurende twee uur;
- na verloop van die drie maanden gedurende een periode van drie maanden eens per maand gedurende vier uur;
- na verloop van deze drie maanden – uit te bouwen tot – eens per maand gedurende een gehele dag bij de moeder met de mogelijkheid tot overnachting bij de moeder thuis.
zijwenst, niet met de wensen van de kinderen, en kan daarbij niet goed inschatten wat voor haarzelf haalbaar is.
ouderstoegekende bevoegdheid de rechter te verzoeken een regeling inzake de uitoefening van het omgangsrecht vast te stellen of te wijzigen, mede aan een (met de voogdij belaste)
gecertificeerde instellingtoekomt (zie HR 19 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:943).