In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een complexe omgangskwestie tussen de ouders van een minderjarige. De moeder, appellante, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank. De vader, verweerder, heeft zich verzet tegen de verzoeken van de moeder. De minderjarige, geboren in 2008, is benoemd tot bijzondere curator, mr. drs. Ingeborg Sandig, om haar belangen te behartigen in deze procedure. De beschikking van de rechtbank, gedateerd 19 december 2019, heeft de bijzondere curator de opdracht gegeven om gesprekken met de minderjarige te voeren zonder aanwezigheid van de ouders. Het hof heeft de ouders aangespoord om de omgang met de minderjarige op neutrale wijze te laten verlopen.
De mondelinge behandeling in hoger beroep vond plaats op 7 mei 2020, waarbij de partijen digitaal aanwezig waren vanwege de coronamaatregelen. Tijdens deze zitting is de voortgang van de zaak besproken, evenals de vakantieregeling voor de minderjarige. Op 30 juli 2020 vond een nadere mondelinge behandeling plaats, waar partijen overeenstemming bereikten over de vakantiekwestie. Het hof heeft de ouders en de raad uitgenodigd om hierover verder te overleggen.
Het hof heeft in zijn beslissing een voorlopige omgangsregeling vastgesteld, waarbij de minderjarige om de week op vrijdag na school bij de vader zal zijn en de andere week zal lunchen bij de vader. Deze regeling is bedoeld om de omgang tussen de minderjarige en de vader te bevorderen en zal gelden tot de volgende mondelinge behandeling op 26 oktober 2020. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden, in afwachting van de uitkomsten van de gesprekken met de bijzondere curator en de verdere ontwikkeling van de zaak.