In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 27 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de zorg- en contactregeling van de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2008. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had verzocht om eenhoofdig gezag over de minderjarige, terwijl de vader, verweerder in hoger beroep, zich daartegen verzet. Het hof heeft geoordeeld dat er geen noodzaak is voor eenhoofdig gezag, gezien de omstandigheden en de betrokkenheid van beide ouders. De ouders hebben een moeizame relatie, wat heeft geleid tot een gebrek aan samenwerking in de zorg voor de minderjarige. Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige haar eigen grenzen stelt in de contactregeling met haar vader, en dat overnachtingen bij de vader momenteel niet in haar belang zijn. De contactregeling is vastgesteld op basis van de huidige situatie, waarbij de minderjarige iedere vrijdag bij de vader verblijft, met specifieke tijden voor de bezoeken. Daarnaast heeft het hof de toestemming van de vader vervangen door toestemming van de moeder voor hulpverlening aan de minderjarige door zorgaanbieder [zorgaanbieder]. De bijzondere curator, mr. drs. I. Sandig, is ontslagen van haar taak, aangezien haar opdracht is volbracht. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 15 juni 2017 vernietigd en de contactregeling gewijzigd, waarbij de belangen van de minderjarige voorop staan.