3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
3.1.1.[de eenmanszaak] is de eenmanszaak van [appellant] , een bouw-/aannemersbedrijf gespecialiseerd in nieuwbouw, verbouw en onderhoud van woningen/panden. [de eenmanszaak] houdt zich ook bezig met timmerwerken en interieurbouw.
3.1.2.[geïntimeerde] wilde het pand aan de [adres] met de huisnummer [huisnummer 1] (hierna: [adres] ) renoveren en het naastgelegen pand met nummer [huisnummer 2] (hierna pand [huisnummer 2] ) renoveren, althans slopen en opnieuw bouwen.
3.1.3.[geïntimeerde] en [de eenmanszaak] zijn met elkaar in contact gekomen via de [betrokkene] . [betrokkene] heeft [geïntimeerde] verteld welke afspraken hij had gemaakt met [de eenmanszaak] .
3.1.4.Op 11 november 2015 hebben [de eenmanszaak] , [geïntimeerde] en [betrokkene] de bouwlocatie bekeken en overleg gehad.
3.1.5.Op 15 november 2015 heeft [de eenmanszaak] de volgende tekst aan [geïntimeerde] doen toekomen:
“(…) Hiermede bevestigen wij de mondelinge afspraak op 11 november 2015 voor de verbouwing van uw vastgoed complex aan de [adres] - [huisnummer 2] te [vestigingsplaats] tot appartementengebouw met commerciële ruimten.Alle uren die ik maak in de voorbereiding, de begeleiding en de uitvoering op het werk en thuis reken ik een uurtarief van € 45,00.Alle overige werk uren met name timmerwerk reken ik € 39,00 per uur.
Er worden geen reisuren in rekening gebracht.
Alle onderaannemers brengen een offerte uit, na uitonderhandeling en gezamenlijk overleg met u wordt een onderaannemer of leverancier gekozen.
Van die offerte bekomt [de eenmanszaak] hiervoor 3% vergoeding op basis van een eveneens gespecificeerde rekeningen.
Van alle overige leveringen van materiaal en materieel bekomt u een kopie van de factuur. [de eenmanszaak] krijgt hiervoor 3% provisie. Alle facturen worden incl. kortingen netto doorgegeven.
Alle facturen van onderaannemers, materiaal en materieel lopen via [de eenmanszaak] . Alle bovenstaande bedragen en percentages zijn excl. de verschuldigde btw.
Iedere 2 weken bekomt u via de mail een uitdraai van mijn uren, de facturen van geleverd materiaal, materieel en onderaannemers, een kosten overzicht en een factuur (…)”
3.1.6.In een mail van [geïntimeerde] aan [de eenmanszaak] van 17 november 2015 staat:
“
Het ligt volgens mij niet zo simpel.Een en ander is geregeld in de ‘subsidieregeling restauratie monumenten’. (…)
Er moet een restauratieplan etc. en open begroting worden opgesteld (…)
Dan is het nog zo dat er budget moet zijn (…)
Dan is het nog zo dat ik een offerte heb gevraagd bij de aannemer die onze verbouwing heeft gedaan na de brand. Dit wil ik ook even afwachten voordat ik een definitieve beslissing neem.
Wil niet zeggen dat we niet met elkaar in zee kunnen-zullen gaan, maar ik wil niet over een nacht ijs gaan en e.e.a. goed op een rijtje hebben. (…) Het zou ook nog kunnen dat we de werkzaamheden in 2 fasen gaan uitvoeren. Eerst de 3 appartementen in nr. [huisnummer 1] en daarna nr. [huisnummer 2] . (…)”
3.1.7.In een mail van [geïntimeerde] aan [de eenmanszaak] van 9 februari 2016 staat:
“
Zoals zojuist besproken, hierbij de bevestiging van de afspraak die wij maakten voor dinsdag 16 februari (…) Op het eerdere voorstel wat ik van jou kreeg, heb ik enkele opmerkingen gemaakt waar ik hoop dat je even naar wilt kijken en over na kunt denken, zodat je op ons gesprek bent voorbereid.
Het lijkt me een heel ander verhaal of het een werk betreft van 1 of 2 ton, of dat de omvang misschien wel 5 keer zo groot is. Misschien dat je ook grofweg kunt inschatten wat het totaal zal gaan kosten?
(…)
Consequenties van voorstel indien ik dit accordeer.
Stel werk duurt een vol jaar (45 weken) waarin ook 100% wordt gewerkt en gedeclareerd tegen gemiddeld € 42/u, gemiddelde werkweek 45 uur, totaal 45 weken.
45 x € 42 = 1890/wk x 45=85.050 + 10.206(BTW) = € 95.256
Stel totale kosten van het werk 1 mio = € 30.000
Totale kosten [de eenmanszaak] = rond € 115.000/jr. ex BTW
Het lijkt me niet redelijk dat over zaken waar geen invloed op is geweest, zoals installateurs, sloper etc. commissie in rekening wordt gebracht. Dus daar moeten we het nog wel over hebben op een zodanige manier dat daarover geen misverstanden kunnen ontstaan. Beter tevoren goed overleg dan achteraf gedoe waar niemand op zit te wachten.”
3.1.8.In een mail van [de eenmanszaak] aan [geïntimeerde] van 20 februari 2016 staat:
“Beste [geïntimeerde] ,
Hierbij bekom je het aangepaste contract. Daar ik de 3% op de materialen en onderaannemers heb laten vallen wil ik toch melden dat ik de hulp van een extra timmerman van mijn kaliber op hetzelfde uurloon als mij wil laten staan.(…)”
3.1.9.In een mail van [de eenmanszaak] aan [geïntimeerde] van 21 februari 2016 staat:
“Als we het met de leverancier cq onderaannemer eens kunnen worden over de prijs en zij hebben geen moeite dat de factuur op uw naam komt te staan is het voor mij ook geen probleem dat de factuur op uw naam komt te staan. Alleen zie ik dit werk in zijn geheel dan niet terug in mijn omzet. En dat staat dan toch mooi op mijn cv. (…)”
3.1.10.In een mail van [geïntimeerde] aan [de eenmanszaak] van 21 februari 2016 staat:
“Naar ik ervaar en aanneem zal het een leverancier of ZZP-er of (onder)aannemer een zorg zijn wat de tenaamstelling is van de nota. (…) Als ik het project in eigen beheer uit ga voeren, en die beslissing is inmiddels genomen, ben ik voor iedereen de opdrachtgever en is het van zelfsprekend (en het meeste efficiënt) als alles gewoon aan mij wordt gefactureerd en door mij wordt betaald.
Niemand neemt de verantwoording en/of de risico’s van mij over en dat is ook prima. De verhoudingen naar iedereen toe zijn dan ook duidelijk. (…)”
3.1.11.In een door beide partijen getekend document (hierna: de overeenkomst), gedateerd 21 februari 2016 staat het volgende:
“Hiermede bevestigen wij de mondelinge afspraak van heden voor de verbouwing van uw vastgoed complex aan de [adres] - [huisnummer 2] te [vestigingsplaats] tot appartementengebouw met commerciële ruimten.Alle uren die ik maak in de voorbereiding, de begeleiding en de uitvoering op het werk en thuis reken ik een uurtarief van € 45,00.Alle overige werk/regie uren met name timmerwerk alsook de inleentimmerman reken ik € 39,00 per uur.
Er worden geen reisuren in rekening gebracht.
Alle onderaannemers brengen een offerte uit, na uitonderhandeling en gezamenlijk overleg met u wordt een onderaannemer of leverancier gekozen. Alle prijsafspraken met leveranciers en (onder)aannemers worden inclusief kortingen, netto doorgegeven.
Alle facturen van onderaannemers, materiaal en materieel komen op naam te staan van [geïntimeerde] (…) Deze worden in overleg goedgekeurd.
Iedere 2 weken bekomt u via de mail een uitdraai van de door mij en mijn inleen timmerman gewerkte uren, met daarbij zijn en mijn factuur.
Voor akkoord Voor akkoord
[geïntimeerde] [de eenmanszaak] [appellant] ”
3.1.12.In de periode februari 2016 - maart 2016 vraagt [de eenmanszaak] enkele offertes op voor onder andere sloopwerk.
3.1.13.Over de weken 7 t/m 10 2016 heeft [de eenmanszaak] in totaal € 838,98 aan [geïntimeerde] gefactureerd, welk bedrag [geïntimeerde] heeft voldaan.
3.1.14.In een telefoongesprek tussen partijen op 16 maart 2016 heeft [geïntimeerde] de overeenkomst tussen partijen beëindigd.
3.1.15.Op 22 maart 2016 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen partijen, waarvan beide partijen een verslag hebben opgemaakt. In het verslag dat [de eenmanszaak] op 23 maart 2016 aan [geïntimeerde] heeft gemaild staat onder meer:
“
(…) U wilt perse met een aannemer verder gaan, hierbij gaf ik aan dat dat bij mij ook onder dezelfde condities kan. Dit was niet mogelijk, ik kan wel timmerwerk gaan verrichten, maar hoe dat gaat lopen is nog een beetje onduidelijk met wat ik dan moet gaan doen.(…)”
In het verslag dat [geïntimeerde] vervolgens op 23 maart 2016 aan [de eenmanszaak] heeft gemaild staat onder meer:
“(…)
Desalniettemin heb ik aangegeven met je mee te willen denken, en bereid te blijven je tijdens de bouw in te schakelen als timmerman. Ik ben zelfs bereid nu reeds op voorhand afspraken te maken voor het verrichten van timmerwerk gedurende een minimaal overeen te komen aantal uren. Je vroeg je af hoe dat geregeld zou moeten worden, omdat je, op het moment dat ik daar behoefte aan heb, wellicht andere bezigheden zou kunnen hebben. Daarvan het ik aangegeven dat ik rekening heb te houden met mijn planning, maar dat ik daarbij rekening wil houden met jouw agenda. Ik wil je dus zo veel als mogelijk inhuren op momenten dat het jou schikt. (…)”
3.1.16.In een brief van zijn advocaat van 20 juli 2017 maakt [de eenmanszaak] aanspraak op betaling van € 85.050,00, betreffende de door [geïntimeerde] begrote werkzaamheden voor een jaar werken exclusief BTW (rov 3.1.7.).
3.2.1.In eerste aanleg vorderde [de eenmanszaak] - samengevat - voor recht te verklaren dat tussen [de eenmanszaak] en [geïntimeerde] sprake is van een overeenkomst tot aanneming van werk en [geïntimeerde] te veroordelen om aan [de eenmanszaak] te betalen € 85.050,00 wegens het eenzijdig beëindigen van de overeenkomst en € 1.625,00 aan buitengerechtelijke kosten, beide te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, en [geïntimeerde] te veroordelen in de proceskosten.
Aan deze vorderingen heeft [de eenmanszaak] ten grondslag gelegd dat sprake was van een overeenkomst van aanneming van werk op basis van regie en dat [geïntimeerde] op grond van 7:764 lid 2 BW is gehouden de voor het gehele werk geldende prijs te betalen, nu hij de overeenkomst heeft opgezegd. Omdat het in dit geval om een regieovereenkomst gaat, waarbij partijen vooraf geen vaste prijs zijn overeengekomen, dient de door [geïntimeerde] verschuldigde prijs te worden berekend op grondslag van de gemaakte kosten, de verrichte arbeid en de winst die [de eenmanszaak] over het gehele werk zou hebben gemaakt. De verschuldigde prijs heeft [de eenmanszaak] berekend op 45 weken maal 45 uur maal 42 euro is € 85.050,00 en gebaseerd op een begroting van [geïntimeerde] (rov 3.1.7.).
3.2.2.Volgens [geïntimeerde] is voor wat betreft de overeengekomen timmerwerkzaamheden sprake van aanneming van werk en vallen deze werkzaamheden niet onder de opzegging. Ten aanzien van de overige werkzaamheden heeft [geïntimeerde] betwist dat sprake is van aanneming van werk. Volgens [geïntimeerde] bestonden deze werkzaamheden uit het uitonderhandelen van scherpe prijzen met (onder)aannemers en leveranciers en het maken van een planning voor de bouw. Daarmee is volgens [geïntimeerde] sprake van een overeenkomst van opdracht.
[geïntimeerde] betwist de door [de eenmanszaak] genoemde prijs en voert daarnaast aan dat voor zover een vergoeding is verschuldigd op grond van artikel 7:764 lid 2 BW op de verschuldigde prijs besparingen, zoals ander uitgevoerd werk, in mindering dienen te worden gebracht, dan wel dat het voordeel, te weten inzetbaarheid elders, dient te worden verrekend. De vordering dient volgens [geïntimeerde] gezien bedoelde verrekening te worden verminderd tot nihil en ook omdat [de eenmanszaak] het aanbod van [geïntimeerde] om [de eenmanszaak] tijdens de bouw in te schakelen als timmerman heeft geweigerd.
3.2.3.De rechtbank heeft overwogen dat de overeenkomst voor zover deze ziet op het te verrichten timmerwerk een overeenkomst van aanneming van werk betreft. Ook dit deel van de overeenkomst is opgezegd volgens de rechtbank. De rechtbank heeft overwogen dat [de eenmanszaak] dient aan te tonen voor welke werkzaamheden opdracht is gegeven en wat daarvoor de verschuldigde prijs is. Nu het ten aanzien van het timmerwerk gaat om een regieovereenkomst dient de verschuldigde prijs conform de tweede zin van lid 2 van artikel 7:764 lid 2 BW te worden berekend op grondslag van de gemaakte kosten, de verrichte arbeid en de winst die de aannemer zou hebben gemaakt over het gehele werk. [de eenmanszaak] dient te stellen en te bewijzen welke kosten hij heeft gemaakt en welke winst hij derft, aldus de rechtbank. [de eenmanszaak] heeft volgens de rechtbank zijn vordering met het enkel overleggen van de begroting/berekening van [geïntimeerde] (rov. 3.1.7.) onvoldoende onderbouwd, omdat deze rekensom door [geïntimeerde] enkele maanden voorafgaande aan het sluiten van de overeenkomst tussen partijen enkel is gemaakt om inzichtelijk te maken hoe hoog de provisie zou zijn indien partijen deze zouden overeenkomen, deze rekensom geen onderscheid maakt in werkzaamheden op het gebied van bouwbegeleiding en timmerwerk en is gesteld noch gebleken dat het timmerwerk een jaar fulltime werk zou zijn. De rechtbank heeft daarom de vorderingen tot betaling afgewezen. De rechtbank heeft voor recht verklaard dat tussen partijen voor wat betreft het timmerwerk sprake was van een overeenkomst van aanneming van werk en [de eenmanszaak] veroordeeld in de proceskosten.
3.3.1.[de eenmanszaak] heeft in hoger beroep in de memorie van grieven drie grieven aangevoerd en - verkort weergegeven - gevorderd het bestreden vonnis gedeeltelijk te vernietigen en bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad:
1. primair voor recht te verklaren dat tussen [de eenmanszaak] en [geïntimeerde] sprake is van een overeenkomst tot aanneming van werk en [geïntimeerde] te veroordelen om aan [de eenmanszaak] tegen kwijting te betalen een bedrag van € 71.239,50, bestaande uit
€ 34.405,50 voor bouwproject met nummer [huisnummer 1] en € 36.834,00 voor bouwproject met nummer [huisnummer 2] , per 31 december 2017 verschuldigd aan prijs, rente en kosten, te vermeerderen met € 10.685,93 aan buitengerechtelijke kosten en de wettelijke handelsrente over de hoofdsom en de buitengerechtelijke kosten;
2. subsidiair voor recht te verklaren dat tussen [de eenmanszaak] en [geïntimeerde] sprake is van een gedeeltelijke overeenkomst tot aanneming van werk en [geïntimeerde] te veroordelen om aan [de eenmanszaak] tegen kwijting te betalen een bedrag van € 49.909,50, bestaande uit
€ 32.448,00 voor bouwproject met nummer [huisnummer 1] , € 360,00 voor de opzegging van de overeenkomst van opdracht en € 17.101,50 voor bouwproject met nummer [huisnummer 2] , per 31 december 2017 verschuldigd aan prijs, rente en kosten, te vermeerderen met € 7.486,43 aan buitengerechtelijke kosten en de wettelijke handelsrente over de hoofdsom en de buitengerechtelijke kosten;
3. meer subsidiair voor recht te verklaren dat tussen [de eenmanszaak] en [geïntimeerde] sprake is van een overeenkomst van opdracht en [geïntimeerde] te veroordelen om aan [de eenmanszaak] tegen kwijting te betalen een bedrag van € 4.251,00, te vermeerderen met de buitengerechtelijke kosten ad € 637,65 en de wettelijke handelsrente over de hoofdsom en de buitengerechtelijke kosten;
4. [geïntimeerde] te veroordelen in de kosten en nakosten van de beide procedures;
alsmede [geïntimeerde] te veroordelen om aan [de eenmanszaak] te voldoen de door [de eenmanszaak] onverschuldigd voldane proceskosten van € 3.031,00.
3.3.2.Ter zitting in hoger beroep heeft [de eenmanszaak] zijn vordering verminderd door enkel nog aanspraak te maken op een vergoeding met betrekking tot het bouwproject met nummer [huisnummer 1] . [de eenmanszaak] heeft zijn eis gewijzigd en voor zijn vordering met betrekking tot bouwproject [huisnummer 1] aangesloten bij randnummers 80 en 81 uit de memorie van grieven. Aan maximale vergoeding voor bouwproject [huisnummer 1] heeft [de eenmanszaak] primair aanspraak gemaakt op € 47.763,96, indien de hele overeenkomst wordt gekwalificeerd als een aanneemovereenkomst uit artikel 7:764 lid 2 BW (832 uur timmerwerkzaamheden en 43,5 uur aan bouwbegeleiding).
Subsidiair, als alleen het deel van de overeenkomst dat zag op timmerwerk wordt gekwalificeerd als aanneemovereenkomst, heeft [de eenmanszaak] aanspraak gemaakt op een maximale vergoeding van € 32.448,00 (832 uur aan timmerwerkzaamheden ad € 39,00 per uur).
3.3.3.[geïntimeerde] heeft geen bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging van [de eenmanszaak] bij memorie van grieven. Het hof ziet ook geen aanleiding de eiswijziging ambtshalve buiten beschouwing te laten wegens strijd met de goede procesorde. De bij pleidooi gedane eiswijziging betreft als gezegd een vermindering van eis, waartegen van de zijde van [geïntimeerde] geen bezwaar is gemaakt. Recht zal worden gedaan op de gewijzigde eis.
Grief I – kwalificatie overeenkomst