Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) jaren.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, waarbij de verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaren voor afpersing. De rechtbank had de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Het hof heeft het beroep in behandeling genomen en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die een hogere straf heeft gevorderd. De verdediging heeft echter gepleit voor een lagere straf, met argumenten over de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn financiële problemen en het feit dat hij zich zelf bij de politie heeft gemeld.
Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank verzuimd heeft om artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht toe te passen, wat heeft geleid tot de gedeeltelijke vernietiging van het vonnis. Het hof heeft de straf opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat, hoewel de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een gewapende overval, er ook verzachtende omstandigheden zijn. De verdachte heeft geen relevante justitiële voorgeschiedenis en heeft inmiddels hulp ontvangen van verschillende instanties. Het hof heeft besloten om de gevangenisstraf te bevestigen, maar met een aanvulling van de strafoverwegingen, en heeft de opgelegde straf van twee jaren bevestigd, met inachtneming van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
De beslissing van het hof houdt rekening met de ernst van het delict en de gevolgen voor het slachtoffer, maar ook met de verantwoordelijkheid die de verdachte heeft genomen door zich bij de politie te melden. Het hof heeft de straf niet verhoogd, maar heeft wel de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de omstandigheden van de verdachte benadrukt.